Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-09-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:4428, AWB - 20 _ 7485
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-09-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:4428, AWB - 20 _ 7485
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 2 september 2021
- Datum publicatie
- 14 september 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2021:4428
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 7485
Inhoudsindicatie
Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 20/7485
uitspraak van 2 september 2021
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar.
Procesverloop
De heffingsambtenaar heeft in de beschikking van 29 februari 2020 de waarde van de onroerende zaak [adres 1] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2020 vastgesteld op € 243.000,-, beschikkingsnummer [beschikkingsnummer]. In hetzelfde geschrift heeft de heffingsambtenaar ook de aanslag onroerende zaakbelasting 2020 bekendgemaakt, aanslagnummer [aanslagnummer] (hierna: aanslag OZB).
Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. In de uitspraak op bezwaar van 8 juni 2020 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 augustus 2021 te Breda.
Aldaar is verschenen en gehoord, namens de heffingsambtenaar, [heffingsambtenaar].
Belanghebbende is door de griffier bij aangetekende brief, verzonden op 6 juli 2021 op het adres [adres 1] te ([postcode]) [plaats], onder vermelding van plaats en tijdstip, uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Belanghebbende is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. Nu genoemde brief niet ter griffie is terugontvangen en uit informatie van PostNL is gebleken dat de brief op 7 juli 2021 aan belanghebbende op genoemd adres is uitgereikt, is de rechtbank van oordeel dat de uitnodiging om op de zitting te verschijnen op juiste wijze, tijdig op het juiste adres is aangeboden.
Overwegingen
Gelet op de door de heffingsambtenaar ter zitting overgelegde stukken stelt de rechtbank vast dat partijen bij wijze van compromis overeenstemming hebben bereikt en wel in die zin dat naar hun oordeel de waarde in het economisch verkeer van de woning per waardepeildatum 1 januari 2019 nader moet worden vastgesteld op € 204.000,- en de aanslag OZB dienovereenkomst moet worden verminderd. De rechtbank heeft geen reden gezien om partijen hierin niet te volgen. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard.
Aangezien het beroep gegrond is verklaard, dient de heffingsambtenaar het betaalde griffierecht van € 48,- te vergoeden.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat niet is gesteld of aannemelijk is geworden dat belanghebbende kosten heeft gemaakt die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen.
Beslissing
De rechtbank:
- -
-
verklaart het beroep gegrond;
- -
-
vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- -
-
vermindert de vastgestelde waarde tot € 204.000,-;
- -
-
vermindert de aanslag OZB 2020 dienovereenkomstig;
- -
-
gelast dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 48,- aan hem vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M. de Leeuw van Weenen, griffier, op 2 september 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, derde lid en artikel 28, zevende lid AWR).