Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-09-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:4735, BRE-20_8637_8638

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-09-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:4735, BRE-20_8637_8638

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
24 september 2021
Datum publicatie
29 september 2021
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:4735
Zaaknummer
BRE-20_8637_8638

Inhoudsindicatie

Deze uitspraak is niet voorzien van een samenvatting.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 20/8637 en 20/8638

uitspraak van 24 september 2021

Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gedingen tussen

[gesteld gemachtigde] , die heeft gesteld het beroepschrift te hebben ingediend namens [bedrijf], gevestigd te [vestigingsplaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1. Motivering

1.1.

[gesteld gemachtigde] (hierna: de gesteld gemachtigde) heeft een beroepschrift ingediend betreffende de uitspraken op bezwaar met aanslagnummer [aanslagnummer] M.0 en [aanslagnummer] M.0.2 van [bedrijf] (hierna: de belastingplichtige).

1.2.

Voor dit beroep is belastingplichtige eenmaal griffierecht verschuldigd van € 354,00. De griffier heeft de gesteld gemachtigde daarover schriftelijk geïnformeerd.

1.3.

De enveloppe waarin de nota voor het griffierecht is verzonden, is ter griffie terugontvangen, met daarop de aantekening “Retour, want géén contract met de levende mens.!!”

1.4.

De griffier heeft de gesteld gemachtigde in een aangetekende brief van 3 juni 2021 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door de gesteld gemachtigde opgegeven adres. De enveloppe waarin deze brief is verzonden, is ter griffie terugontvangen, met daarop dezelfde hiervoor aangehaalde aantekening.

1.5.

Vervolgens heeft de griffier de brief bij gewone post op 15 juni 2021 nogmaals aan de gesteld gemachtigde verzonden. Ook deze brief is (geopend) ter griffie retour ontvangen met dezelfde hiervoor aangehaalde aantekening.

1.6.

Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.

1.7.

Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 24 september 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel