Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26-11-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6044, BRE-21_3487_tm_3495
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26-11-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6044, BRE-21_3487_tm_3495
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 26 november 2021
- Datum publicatie
- 9 december 2021
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2021:6044
- Zaaknummer
- BRE-21_3487_tm_3495
Inhoudsindicatie
Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 21/3487 tot en met 21/3495
uitspraak van 26 november 2021
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gedingen tussen
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Breda,
de heffingsambtenaar.
1 Motivering
Belanghebbende heeft gereageerd op een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar betreffende naheffingsaanslagen parkeerbelasting met aanslagnummers [aanslagnummer 1] , [aanslagnummer 2] , [aanslagnummer 3] , [aanslagnummer 4] , [aanslagnummer 5] , [aanslagnummer 6] , [aanslagnummer 7] , [aanslagnummer 8] en [aanslagnummer 9] . De heffingsambtenaar heeft deze reactie aangemerkt als een beroepschrift en dit doorgezonden naar de rechtbank omdat de rechtbank bevoegd is het beroep te behandelen. Voor dit beroep is belanghebbende eenmaal griffierecht verschuldigd van € 49,00. De griffier heeft belanghebbende daarover schriftelijk geïnformeerd.
De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 16 september 2021 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgehaald op een afhaallocatie van PostNL.
Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
2 Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 26 november 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.