Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-12-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6442, BRE-21_1993
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-12-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6442, BRE-21_1993
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 17 december 2021
- Datum publicatie
- 22 december 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2021:6442
- Zaaknummer
- BRE-21_1993
Inhoudsindicatie
voor deze uitspraak is geen samenvatting
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 21/1993
uitspraak van 17 december 2021
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
mr. [gemachtigde] die heeft gesteld het beroepschrift te hebben ingediend namens [belanghebbende]
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
Motivering
mr. [gemachtigde] (hierna: de gesteld gemachtigde) heeft een beroepschrift toegestuurd betreffende de aanslag vennootschapsbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer] .V.86.0112 en de bij beschikking opgelegde boete van [belanghebbende] (hierna: de belastingplichtige).
Het beroepschrift voldoet niet aan wettelijke vereisten als bedoeld in artikel 6:5 van de Awb. Ten eerste is bij het beroepschrift geen schriftelijke machtiging overgelegd. Dat had wel gemoeten, aangezien het beroepschrift niet mede-ondertekend is door de belastingplichtige en niet gebleken is dat de verzender van het beroepschrift advocaat is. Verder bevat het beroepschrift onder meer geen motivering (geen “gronden”).
De griffier heeft de gesteld gemachtigde bij brief van 7 mei 2021 de kans gegeven deze verzuimen te herstellen binnen vier weken na de datum van verzending van die brief. Dit verzoek is herhaald bij aangetekende brief van 10 juni 2021.
Bij brief van 18 juni 2021 heeft de gesteld gemachtigde uitstel verzocht voor het motiveren van het beroep. Bij brief van 22 juni 2021 is door de griffier uitstel verleend tot en met 15 juli 2021. Bij brief van 14 juli 2021 heeft de gesteld gemachtigde om uitstel verzocht tot en met 23 juli 2021 voor het motiveren van het beroep. Bij brief van 16 juli 2021 is door de griffier uitstel verleend tot 23 juli 2021. Bij e-mail van 23 juli 2021 heeft de gesteld gemachtigde uitstel verzocht voor het motiveren van het beroep tot 31 augustus 2021. Bij aangetekende brief van 2 augustus 2021 is door de griffier uitstel verleend tot en met 17 augustus 2021. Alle door de griffier verzonden brieven bevatten de waarschuwing dat indien de verzuimen niet tijdig worden hersteld, de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren.
Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de aangetekende brief van 2 augustus 2021 afgeleverd op het door de gesteld gemachtigde opgegeven adres.
De gesteld gemachtigde heeft de verzuimen niet hersteld binnen de gestelde termijn en heeft de verzuimen nog altijd niet hersteld.
De rechtbank ziet onder deze omstandigheden aanleiding op het beroep niet-ontvankelijk te verklaren op grond van artikel 6:6 van de Awb.