Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18-03-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:1367, BRE-22_63_64

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18-03-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:1367, BRE-22_63_64

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
18 maart 2022
Datum publicatie
23 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:1367
Zaaknummer
BRE-22_63_64

Inhoudsindicatie

Deze uitspraak is niet voorzien van een samenvatting.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 22/63 en 22/64

uitspraak van 18 maart 2022

Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gedingen tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Motivering

Belanghebbende heeft een beroep niet tijdig beslissen ingediend betreffende de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2020 en 2021. Hiervoor is belanghebbende eenmaal griffierecht verschuldigd van € 50,00. De griffier heeft belanghebbende daarover schriftelijk geïnformeerd.

De griffier heeft belanghebbende in een aangetekende brief van 12 januari 2022 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht. De brief vermeldt dat niet-ontvankelijkverklaring kan volgen, indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief is overgemaakt op de in de brief vermelde bankrekening. De enveloppe waarin deze brief is verzonden, is ongeopend ter griffie terugontvangen. Deze brief is aangetekend verstuurd naar het door belanghebbende opgegeven adres. Uit de basisregistratie persoonsgegevens blijkt dat belanghebbende ingeschreven staat op dat adres. Daarop is de brief op 14 februari 2022 nogmaals naar dat adres gestuurd, nu per gewone post en met een laatste termijn van een week.

Uit de administratie van de rechtbank blijkt dat het griffierecht niet is ontvangen. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.

Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

2 Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 18 maart 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.