Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-07-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3613, BRE-22-1628

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-07-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3613, BRE-22-1628

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
1 juli 2022
Datum publicatie
6 juli 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:3613
Zaaknummer
BRE-22-1628

Inhoudsindicatie

voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt

Uitspraak

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 22/1628 en 22/1629

(gesteld gemachtigde: H.W.C. Oerlemans),

en

Procesverloop

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 25 februari 2022 (de bestreden uitspraak op bezwaar) beroep ingesteld. De beroepen zien op de bij beschikkingen krachtens de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van de panden [adres] [plaats] over het jaar 2021 met nummer [aanslagnummer] .

Overwegingen

Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn.

Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.

De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 23 april 2022 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.

Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 1 juli 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier,

De rechter,

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?