Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-07-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3614, BRE-22-747
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-07-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3614, BRE-22-747
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 1 juli 2022
- Datum publicatie
- 6 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2022:3614
- Zaaknummer
- BRE-22-747
Inhoudsindicatie
voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.
Uitspraak
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/747
(gesteld gemachtigde: M.F. Rupert),
en
Procesverloop
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 23 december 2021 (de bestreden uitspraak op bezwaar) beroep ingesteld. Het beroep ziet op de bij beschikking krachtens de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van het pand [adres] [plaats] met aanslagnummer [aanslagnummer] .
Overwegingen
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 21 maart 2022 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 1 juli 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, |
De rechter, |
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: