Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-02-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:926, AWB - 20 _ 121
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-02-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:926, AWB - 20 _ 121
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 16 februari 2022
- Datum publicatie
- 9 maart 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2022:926
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 121
Inhoudsindicatie
voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.
Uitspraak
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 20/121 WOZ
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 16 februari 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
gemachtigde: [gemachtigde] ,
en
Procesverloop
De heffingsambtenaar heeft in de beschikking van 28 februari 2019 de WOZ-waarde van de onroerende zaak ’s-Gravenstraat 190 te [plaats] voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 190.000,-. In hetzelfde document heeft de heffingsambtenaar ook de aanslag onroerendezaakbelastingen eigenaar (OZB) bekendgemaakt.
Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt. In de uitspraak op bezwaar van 28 november 2019 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een aanvullend beroepschrift ingediend.
De zaak is behandeld op de zitting van 16 februari 2022. Namens belanghebbende was aanwezig zijn gemachtigde [gemachtigde] . De heffingsambtenaar heeft zich laten vertegenwoordigen door [inspecteur] en [taxateur] (taxateur).
Overwegingen
1. Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat naar hun oordeel de waarde in het economische verkeer van de woning per waardepeildatum 1 januari 2018 nader moet worden vastgesteld op € 183.000,-. Daarnaast komen partijen een vergoeding in de proceskosten van belanghebbende overeen ten bedrage van (75% van € 1.620,- =) € 1.215,-. De rechtbank heeft geen reden gezien om partijen hierin niet te volgen. Het beroep wordt dan ook gegrond verklaard.
2. Omdat het beroep gegrond is verklaard, dient de heffingsambtenaar het betaalde griffierecht van € 48,- te vergoeden.
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de vastgestelde waarde tot € 183.000,-;
- vermindert de aanslag OZB dienovereenkomstig;
- gelast dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 48,- aan hem vergoedt;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.215,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van M.H.A. de Graaf, griffier, op 16 februari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.