Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 11-06-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3988, 23/1285

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 11-06-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:3988, 23/1285

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
11 juni 2024
Datum publicatie
20 juni 2024
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:3988
Zaaknummer
23/1285

Inhoudsindicatie

Inlenersaansprakelijkheid.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 23/1285

[belanghebbende] , gevestigd te [plaats] , belanghebbende

(gemachtigde: mr. J. Berns),

en

de ontvanger van de Belastingdienst, de ontvanger.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de ontvanger van 18 januari 2023.

1.1.

De ontvanger heeft belanghebbende op grond van artikel 34 van de Invorderingswet 1990 (IW) bij beschikking aansprakelijk gesteld voor de door [B.V.] ( [B.V.] ) onbetaald gebleven loon- en omzetbelastingschulden over de periode 26 maart 2018 tot en met 31 december 2018 naar een bedrag van € 109.070 (de beschikking).

1.2.

De ontvanger heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 28 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens belanghebbende [naam 1] en [naam 2] deelgenomen, bijgestaan door de gemachtigde. Namens de ontvanger hebben mr. [naam 3] en mr. [naam 4] deelgenomen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

1.4.

Ter zitting heeft belanghebbende verzocht om een ongeschoonde versie van een gedeelte van een op de zaak betrekking hebbend stuk. Ook heeft zij verzocht om van de ontvanger inzicht te krijgen in het verloop van de betalingen die op naam van [B.V.] zijn binnengekomen. De rechtbank heeft aangekondigd dat zij na afloop van de zitting een beslissing neemt op de verzoeken van belanghebbende. Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek op zitting gesloten en heeft zij meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen.

1.5.

In de verzoeken van belanghebbende heeft de rechtbank aanleiding gezien om het onderzoek te heropenen. Op 2 april 2024 heeft de rechtbank het onderzoek heropend en de ontvanger verzocht om nog een aantal op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen.

1.6.

De ontvanger heeft op 16 april 2024 gereageerd op het verzoek van de rechtbank. Belanghebbende heeft, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, op 14 mei 2024 gereageerd. De rechtbank heeft daarop het onderzoek op 16 mei 2024 gesloten en aangekondigd binnen zes weken uitspraak te doen.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep