Home

Raad van State, 15-02-2017, ECLI:NL:RVS:2017:429, 201606761/1/R1

Raad van State, 15-02-2017, ECLI:NL:RVS:2017:429, 201606761/1/R1

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
15 februari 2017
Datum publicatie
15 februari 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RVS:2017:429
Zaaknummer
201606761/1/R1

Inhoudsindicatie

Bij besluit van 14 juli 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Haarlemmerpoort" vastgesteld.

Uitspraak

201606761/1/R1.

Datum uitspraak: 15 februari 2017

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te Amsterdam,

en

de raad van de gemeente Amsterdam,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 14 juli 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "Haarlemmerpoort" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 februari 2017, waar [appellant], bijgestaan door mr. K. de Wit, rechtsbijstandverlener te Leusden, en de raad, vertegenwoordigd door mr. S.G.M. Rodenburg en mr. J.E. Kenter, zijn verschenen. Voorts is daar de stichting Ymere, vertegenwoordigd door mr. M.A. Grapperhaus, advocaat te Amsterdam, bijgestaan door D. van de Swaluw, gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1. Het plan ziet op het gebouw Haarlemmerpoort, een rijksmonument. Dit gebouw staat aan de westzijde van de Amsterdamse binnenstad aan het Haarlemmerplein, dat het einde van de Haarlemmerstraat markeert. De stichting Ymere is eigenaar van het gebouw. Het plan voorziet onder meer in horeca in de eerste bouwlaag van het gebouw.

[appellant] is huurder van een woning in de eerste bouwlaag van het gebouw. Hij kan zich niet met de voorziene horeca verenigen, omdat daarmee zijn woning zal verdwijnen. Ter zitting is gebleken dat de stichting Ymere zoekt naar vervangende woonruimte elders voor [appellant] en hem ook reeds vervangende woonruimte heeft aangeboden, maar dat [appellant] de vooralsnog aangeboden woonruimte niet heeft geaccepteerd. Verder heeft de stichting Ymere ter zitting toegelicht dat [appellant] een recht heeft om na realisering van de horeca terug te keren in het gebouw, in welk geval hij in een woning van de stichting Ymere boven de horeca zou komen te wonen.

2. Eerder, bij besluit van 6 november 2014, heeft de raad het bestemmingsplan "Haarlemmerbuurt/Westelijke eilanden" vastgesteld.

De stichting Ymere heeft tegen dat plan beroep ingesteld. De stichting Ymere voerde daarbij aan dat het plan ten onrechte niet voorzag in een horecabestemming voor het gebouw Haarlemmerpoort.

De Afdeling heeft bij uitspraak van 15 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2237, het besluit van 6 november 2014 vernietigd, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Gemengd - 1" ter plaatse van de percelen Haarlemmerplein 50 tot en met 82. Dit betreft het gebouw Haarlemmerpoort. Aan dit oordeel heeft de Afdeling onder meer ten grondslag gelegd dat de raad in het kader van het bestemmingsplan een keuze had moeten maken over de aanvaardbaarheid van horeca in dit gebouw. De Afdeling heeft de raad bij de uitspraak van 15 juli 2015 opgedragen binnen 20 weken na de verzending van de uitspraak, met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen, voor het genoemde plandeel een nieuw besluit te nemen. Met het thans aan de orde zijnde plan "Haarlemmerpoort" heeft de raad beoogd, zij het overigens buiten de door de Afdeling gestelde termijn, aan deze opdracht te voldoen. Daarnaast heeft de raad met het plan beoogd de omgevingsvergunning die op 7 april 2016 aan de stichting Ymere is verleend, voor het veranderen en vergroten van het gebouw Haarlemmerpoort voor het gebruik als "horeca 3" en "horeca 4", met afwijking van het voorheen geldende bestemmingsplan "Haarlemmerbuurt", in het plan in te passen. De verleende omgevingsvergunning was niet onherroepelijk ten tijde van het vaststellen van het plan dat thans aan de orde is.

In het plan "Haarlemmerpoort" is in de zuidzijde van het gebouw Haarlemmerpoort "horeca 3" toegestaan in de eerste bouwlaag en in de daaronder gelegen bijzondere bouwlaag en is in de noordzijde "horeca 4" toegestaan in de eerste bouwlaag en in de daaronder gelegen bijzondere bouwlaag. Onder "horeca 3" worden in het plan in elk geval cafés en eetcafés begrepen. Onder "horeca 4" worden in het plan in elk geval restaurants, lunchrooms, koffiehuizen en ijssalons begrepen.

Nu de woningen van omwonenden van het noordelijk bouwdeel van de Haarlemmerpoort dichterbij de Haarlemmerpoort staan dan de woningen van omwonenden van het zuidelijk bouwdeel van de Haarlemmerpoort, heeft de raad in het noordelijk bouwdeel alleen horeca 4 - de lichtste vorm van horeca - toegestaan.

Toetsingskader

3. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Beroepsgronden

4. [appellant] betoogt dat als gevolg van de voorziene horeca de woning die hij in de eerste bouwlaag huurt zal verdwijnen. Verder betoogt hij dat de voorziene horeca leidt tot een onevenredige aantasting van zijn woon- en leefklimaat. [appellant] vreest daarbij met name overlast van bezoekers van de voorziene horeca die gaan roken in de overdekte poortdoorgang en de portieken. Ook wijst hij op mogelijke geluidsoverlast en op overlast van geparkeerde fietsen rondom het gebouw Haarlemmerpoort. Ook wijst [appellant] op de negatieve gevolgen die de horeca heeft voor zijn privacy. [appellant] voert ook aan dat hij, na realisering van horeca in de eerste bouwlaag, een recht op terugkeer heeft in het gebouw in een woning van de stichting Ymere boven de voorziene horeca.

4.1. Op de verbeelding is voor het gebouw Haarlemmerpoort de bestemming "Gemengd - 1" opgenomen. Voor de noordzijde van dit gebouw is op de verbeelding de aanduiding 'horeca van categorie 4' opgenomen en voor de zuidzijde is de aanduiding 'horeca van categorie 3' opgenomen.

De relevante planregels luiden als volgt:

"Artikel 3 Gemengd - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen, […]

g. horeca 3 in de eerste bouwlaag en daaronder gelegen bijzondere bouwlaag (kelder, […]) uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';

h. horeca 4 in de eerste bouwlaag en daaronder gelegen bijzondere bouwlaag (kelder, […]) uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4'; […]."

"Artikel 1 Begrippen

1.38 horeca 1: fastfoodbedrijven, zijnde horecabedrijven die tot hoofddoel hebben het in hoofdzaak voor consumptie ter plaatse verstrekken van vooral op gemaksvoeding gerichte, eenvoudige en snel bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het voor consumptie ter plaatse verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken. Onder fastfoodbedrijven worden in elk geval begrepen automatieken, snackbars en fastfoodrestaurants.

1.39 horeca 2: horecabedrijven, al dan niet met een besloten karakter, die tot hoofddoel hebben het voor consumptie ter plaatse verstrekken van dranken, waarbij het gelegenheid bieden tot dansen op en tot het beluisteren van overwegend mechanische muziek een wezenlijk onderdeel vormt.

Horeca 2 bedrijven zijn in elk geval discotheken en sociëteiten;

1.40 horeca 3: horecabedrijven, die tot doel hebben het voor consumptie ter plaatse verstrekken van dranken en (kleine) etenswaren en/of maaltijden, waarbij het accent ligt op het verstrekken van dranken. Onder horeca 3 bedrijven worden in elk geval begrepen: cafe's en eetcafe's;

1.41 horeca 4: horecabedrijven die tot hoofddoel hebben het voor consumptie ter plaatse verstrekken van in hoofdzaak ter plaatse bereide maaltijden en van in hoofdzaak ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische, zwak- en niet-alcoholische dranken. Onder horeca 4 worden in elk geval begrepen restaurants, lunchrooms, koffiehuizen en ijssalons."

4.2. De Afdeling overweegt dat aan het gebouw Haarlemmerpoort de bestemming "Gemengd - 1" is toegekend en dat ingevolge artikel 3, lid 3.1, onder a, van de planregels deze gronden mede zijn bestemd voor wonen. Derhalve is wonen in het plan toegestaan. Het plan brengt dan ook niet, althans niet zonder meer, met zich dat de woning die [appellant] huurt zal verdwijnen. Het betoog mist in zoverre feitelijke grondslag en faalt.

4.3. De Afdeling overweegt verder dat, hoewel wonen planologisch is toegestaan in de eerste bouwlaag, de stichting Ymere voornemens is daar horeca te realiseren, hetgeen planologisch eveneens is toegestaan. In dat geval zal [appellant] daar niet meer kunnen wonen. De Afdeling begrijpt [appellant] aldus dat hij van mening is dat de raad bij de afweging van de belangen ten onrechte een zwaarder gewicht heeft toegekend aan het belang van het toestaan van horeca in de eerste bouwlaag van het gebouw Haarlemmerpoort dan aan de belangen van [appellant] bij het uitsluitend toestaan van wonen. De Afdeling overweegt hieromtrent als volgt.

4.4. De raad heeft, wat betreft de belangen bij het toestaan van horeca, toegelicht dat de bouwtechnische staat van het gebouw Haarlemmerpoort slecht is en dat een dringende noodzaak bestaat tot renovatie ter bescherming en instandhouding van het rijksmonument. Daarom heeft de stichting Ymere een ontwikkelings- en renovatieplan opgesteld, waarbij horeca als financiële drager ervan moet gaan fungeren, aldus de raad.

De raad heeft verder erop gewezen dat reeds een omgevingsvergunning is verleend voor horeca op deze locatie. Voorts heeft de raad toegelicht dat het toestaan van horeca op deze locatie past in het gemeentelijke beleid, zoals neergelegd in de Uitvoeringsnotitie Horeca 2014. In dit kader heeft de raad tevens erop gewezen dat op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan "Haarlemmerbuurt" hier de bestemming "Gemengde doeleinden" gold, op grond waarvan reeds functies waren toegestaan die tot extra bezoekers konden leiden, zoals bijvoorbeeld galeries en kantoren met een baliefunctie. Tevens heeft de raad erop gewezen dat de oppervlakte waarbinnen de horeca in de eerste bouwlaag is toegestaan relatief beperkt is, namelijk ongeveer 150 tot 160 m², en dat enkel "horeca 3" en "horeca 4" is toegestaan - derhalve de lichtste vormen van horeca - en dat de voor de omgeving meer overlast veroorzakende vormen "horeca 1", zoals snackbars, en "horeca 2", zoals discotheken, niet zijn toegestaan. Verder heeft de raad, wat betreft de belangen van [appellant], toegelicht dat door de stichting Ymere reeds is en nog steeds wordt gezocht naar vervangende woonruimte elders voor [appellant].

De Afdeling is van oordeel dat de raad in redelijkheid horeca heeft kunnen toestaan in de eerste bouwlaag van het gebouw Haarlemmerpoort. Daarbij acht de Afdeling van belang de door de raad toegelichte noodzaak van de horeca als zijnde de financiële drager van het ontwikkelings- en renovatieplan en ook de aanwezigheid van een omgevingsvergunning op grond waarvan horeca is toegestaan, waarbij de Afdeling tevens in aanmerking neemt dat, zoals volgt uit de uitspraak van 29 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1812, een niet onherroepelijke omgevingsvergunning een zwaarwegend belang vormt bij de besluitvorming. Ook neemt de Afdeling bij haar oordeel in ogenschouw dat de voorziene horeca relatief beperkt van omvang is en tevens past in het gemeentelijke beleid. Onder deze omstandigheden, daarbij mede in aanmerking genomen dat door de stichting Ymere wordt gezocht naar vervangende woonruimte elders voor [appellant], heeft de raad, naar het oordeel van de Afdeling, het in redelijkheid aanvaardbaar kunnen achten dat de woning die [appellant] huurt verdwijnt. De Afdeling ziet gelet hierop geen aanleiding om inhoudelijk in te gaan op hetgeen [appellant] met betrekking tot zijn woon- en leefklimaat heeft aangevoerd. Dat wordt niet anders door de omstandigheid dat [appellant] - na realisering van de horeca in de eerste bouwlaag van het gebouw Haarlemmerpoort - zou kunnen gaan wonen in een woning van de stichting Ymere boven de voorziene horeca. Dit betreft immers een onzekere toekomstige situatie. Zo kan [appellant] ook ervoor kiezen om elders vervangende woonruimte te accepteren.

Het betoog faalt.

Conclusie

5. Het beroep is ongegrond.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. G. van der Wiel, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.L.M. van Loo, griffier.

w.g. Van der Wiel w.g. Van Loo

lid van de enkelvoudige kamer griffier

Uitgesproken in het openbaar op 15 februari 2017

418.