In het zogenoemde Kerstarrest1 heeft de Hoge Raad beslist dat de heffing in box 3 van de inkomstenbelasting strijdig is met het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele Vrijheden2. Als gevolg daarvan kan de vermogensheffing niet of niet geheel worden geheven zolang zij niet voldoet aan de voorwaarden van het EVRM ten aanzien van het gelijkheidsbeginsel en het recht van eigendom. De al langer gaande zoektocht naar een nieuwe heffing over inkomsten uit vermogen is daardoor zeer urgent geworden.
Inmiddels is er een initiatiefwetsvoorstel verschenen van een viertal Kamerleden uit evenzovele partijen.3 In deze Opinie wordt dit voorstel onder de loep genomen. Ook wordt ingegaan op de vraag of het initiatief voorziet in een heffing die strookt met de eisen van het EVRM.