NTFR 2022/3920 - Overzicht 2023 wetswijzigingen per wetsartikel
NTFR 2022/3920 - Overzicht 2023 wetswijzigingen per wetsartikel
Winst
Selectie wetswijzigingen per 1 januari 2023
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel | Omschrijving van de wijziging | Bron |
3.15 en 3.17 | De aftrekbare kosten en lasten die verband houden met een tot het privévermogen van de ondernemer of resultaatgenieter behorend of door hem in privé gehuurd vervoermiddel worden voortaan beperkt tot € 0,21 per kilometer. | Belastingplan 2023 |
3.17 | Wijziging berekening gebruiksvergoeding voor tot privévermogen behorende vermogensbestanddelen die in de onderneming worden gebruikt vanwege invoering van de Overbruggingswet box 3. | Overbruggingswet box 3 |
3.67 t/m 3.73 | Afschaffing (fiscale) oudedagsreserve. Voor (gebroken) boekjaren vanaf 2023 kan er niet meer worden toegevoegd aan de oudedagsreserve. Voor afneming van de oudedagsreserve is er overgangsrecht. | Belastingplan 2023 |
3.76 | Versnelde afbouw zelfstandigenaftrek. De zelfstandigenaftrek wordt vanaf 2023 tot en met 2026 jaarlijks met € 1.280 per jaar verminderd en in 2027 met € 1.270. Per 1 januari 2023 is de zelfstandigenaftrek € 5.030. | Belastingplan 2023 |
10a.29 | Overgangsbepalingen met betrekking tot de afgeschafte (fiscale) oudedagsreserve. Voor afnemingen van de oudedagsreserve blijven de regels van toepassing zoals die golden op 31 december 2022. | Belastingplan 2023 |
Arbeid, loon en resultaat
Selectie wetswijzigingen per 1 januari 2023
Wet op de loonbelasting 1964
Artikel | Omschrijving van de wijziging | Bron |
11e | Boeten en dwangsommen zijn uitgesloten als negatief loon. | Belastingplan 2023 |
13 lid 4 en 25 lid 4, onderdeel 20 | Regels voor vakantiebonnen vervallen. | Fiscale verzamelwet 2023 |
10a+13a | Een verkregen aandelenoptierecht wordt in de heffing betrokken op het moment dat de onderliggende aandelen verhandelbaar worden. Zijn de aandelen van een verkregen aandelenoptierecht direct verhandelbaar, dan gelden hiervoor de bestaande regels. | Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten |
13a en 31a | Onbelaste reiskostenvergoeding verhoogd van € 0,19 naar € 0,21. | Belastingplan 2023 |
31a, lid 3 | Over de eerste € 400.000 belastbaar loon is de vrije ruimte 3%. | Belastingplan 2023 |
31a, lid 17 en 18 | Voor ingekomen buitenlandse werknemers moet de werkgever een keuze maken om de extraterritoriale kosten van die werknemers te vergoeden op declaratiebasis of op basis van de (forfaitaire) 30%-regeling. | Belastingplan 2023 |
Pensioen
Selectie wijzigingen per 1 januari 2023
Wet Inkomstenbelasting 2001
Artikel | Omschrijving van de wijziging | Bron |
3.126a | Vermindering minimale looptijd van een bancaire lijfrente die na overlijden van de oorspronkelijk gerechtigde, die nog geen termijnen heeft ontvangen, toekomt aan bloed- of aanverwanten, niet zijnde de partner, die de AOW-leeftijd reeds heeft bereikt. | Fiscale Verzamelwet 2023 |
5.16c | Mogelijkheid tot afkoop van een 'kleine' nettolijfrente. | Aanpassing regeling waardeoverdracht en afkoop klein pensioen en invoering afkoop klein nettopensioen en nettolijfrente |
5.17e | Mogelijkheid tot afkoop van een 'klein' nettopensioen. | Aanpassing regeling waardeoverdracht en afkoop klein pensioen en invoering afkoop klein nettopensioen en nettolijfrente |
10a.18 | Verduidelijking dat het bedrag van de oudedagsverplichting (ODV) waarvoor een lijfrenteproduct wordt aangekocht in aanmerking wordt genomen als uitgave voor inkomensvoorziening. Daarnaast mag een lijfrente onder voorwaarden later worden uitgekeerd dan vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd door de gerechtigde. Deze bepalingen werken terug tot 1 april 2017. | Belastingplan 2023 |
Wet op de loonbelasting 1964
Artikel | Omschrijving van de wijziging | Bron |
38p | Ook na ingang van de termijnen uit een oudedagsverplichting (ODV) kan de ODV geruisloos worden omgezet in een lijfrente. Deze bepaling werkt terug tot 1 april 2017. | Belastingplan 2023 |
39f | Beleggingsondernemingen kwalificeren ook als aanbieder voor de uitvoering van op 31 december 2013 bestaande aanspraken op periodieke uitkeringen uit loonstamrechten. Deze bepaling werkt terug tot 1 januari 2017. | Fiscale verzamelwet 2023 |
Selectie wetswijzigingen bij kb
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel | Omschrijving van de wijziging | Bron |
3.126a | Bij uitkering van de eerste termijn van een bancaire lijfrente aan iemand die de AOW-leeftijd reeds heeft bereikt wordt de maximale looptijd van 20 jaar verminderd met het aantal jaren dat ligt tussen het bereiken van de AOW-leeftijd en het tijdstip waarop de eerste termijn is uitgekeerd. | Wet toekomst pensioenen |
3.127 | Verhoging percentage grondslag van 13,3 naar 30 en verlenging periode om lijfrentepremies in aftrek te brengen tot vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd. Invoering van een algemeen maximum van € 38.000 voor de reserveringsruimte en verlenging gebruik reserveringsruimte van 7 naar 10 jaar. Betaalde premie pensioenregeling voorgaand jaar relevant voor bepalen jaarruimte in plaats van de pensioenaangroei van het voorgaand jaar. | Wet toekomst pensioenen |
5.16b | Aanpassen begrenzingen nettolijfrente aan bepalingen voor gewone lijfrente. | Wet toekomst pensioenen |
5.17 t/m 5.17e | Aanpassen netto-ouderdomspensioen en netto-partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum aan regels voor pensioenen waarop de omkeerregel van toepassing is (bruto-pensioen). | Wet toekomst pensioenen |
10.11 | Fiscale facilitering voor deelname aan een pensioenregeling voor zelfstandigen. | Wet toekomst pensioenen |
Wet op de loonbelasting 1964
Artikel | Omschrijving van de wijziging | Bron |
18a | Wijziging uitgangspunt opbouw ouderdomspensioen. Fiscale begrenzing pensioenopbouw wordt gebaseerd op een begrenzing van de toegezegde premie in plaats van begrenzing op de opbouw van een uitkering. Maximum fiscaal toelaatbare premie voor opbouw van ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen ingaand na pensioeningangsdatum is 30% van de pensioengrondslag. | Wet toekomst pensioenen |
18b | Een partnerpensioen ingaand voor pensioeningangsdatum bedraagt maximaal 50% van het laatstgenoten pensioengevend loon. Dit partnerpensioen wordt verzekerd op risicobasis. | Wet toekomst pensioenen |
18c | Wezenpensioen voor halve wezen maximaal 20% van het laatstgenoten loon en voor volle wezen 40% van het laatstgenoten loon. Het wezenpensioen wordt verzekerd op risicobasis. | Wet toekomst pensioenen |
18d | Variatie van de pensioenuitkeringen uit art. 18a t/m 18c is mogelijk mits de laagste uitkering niet minder is dan 75% van de hoogste uitkering. Bij ruil van pensioensoorten en indexering van pensioenen kunnen de pensioenen meer bedragen dan de wettelijke maxima. | Wet toekomst pensioenen |
18e | Vervalt. | Wet toekomst pensioenen |
38r | Een nieuwe progressieve premiestaffel. | Wet toekomst pensioenen |
Sociale Zekerheid
Selectie wetswijzigingen per 1 januari 2023
Wet op het kindgebonden budget
Artikel | Omschrijving van de wijziging | Bron |
Div. | Structurele verhoging kindgebonden budget met € 356. Verhoging maximumbedrag vanaf het derde kind. Dit maximumbedrag komt daarmee op gelijke hoogte als het maximumbedrag voor het tweede kind. Tijdelijke verhoging met € 356 van de alleenstaande-ouderkop. | Verhoging van het kindgebonden budget en afschaffing van de Inkomensondersteuning AOW'ers (IOAOW) |
Selectie wetswijziging bij kb
Algemene Ouderdomswet
Artikel | Omschrijving van de wijziging | Bron |
33a | Afschaffen inkomensondersteuning AOW. | Verhoging van het kindgebonden budget en afschaffing van de Inkomensondersteuning AOW'ers (IOAOW) |
Auto
Selectie wetswijzigingen per 1 januari 2023
Wet inkomstenbelasting 2001 + Wet op de loonbelasting 1964
Artikel | Omschrijving van de wijziging | Bron |
3.20 + 13bis | Verlaging bedrag waarover de korting van 6% op de bijtelling voor emissievrije personenauto's wordt berekend. De korting geldt tot een cataloguswaarde van € 30.000. | Belastingplan 2022 |