Door de bovengenoemde motie-Hermans is de earningsstripping een hernieuwd onderwerp van gesprek geworden bij de debatten over het Belastingplan 2022.
Al bij de implementatie van de earningsstrippingmaatregel is het risico onderkend dat belastingplichtigen zich zouden gaan opknippen in meerdere belastingplichtigen, om per belastingplichtige onder de drempel van € 1 miljoen rentelast te blijven. Het kabinet heeft hierover in de memorie van toelichting het volgende toegelicht: ‘Het is onduidelijk of en zo ja in welke mate zich dat zal gaan voordoen. Indien in de praktijk op het voorgaande wordt ingespeeld, kunnen wettelijke maatregelen worden bezien.’ 8
Tijdens het vragenuur op 28 september naar aanleiding van een krantenartikel over belastingontwijking door Blackstone stelt het Tweede Kamerlid Grinwis aan de staatssecretaris de vraag of er gekeken wordt naar de mogelijkheden om te voorkomen dat belastingplichtigen worden opgeknipt teneinde onder de drempel van € 1 miljoen te blijven. De staatssecretaris beantwoordt deze vraag als volgt: ‘Het opknippen van één groot bedrijf in kleinere eenheden om net onder die grens van 1 miljoen te komen — sorry dat het weer technisch wordt, maar dat zijn belastingen nou eenmaal — gebeurt inderdaad vaker in deze sector, weten we’, en geeft hiermee aan dit geschetste beeld te herkennen in de betreffende sector.9 Ik ben behoorlijk verbaasd over het stellige antwoord dat de staatssecretaris hier direct geeft aan het Kamerlid. Immers, de ATAD-wetgeving is ten tijde van dit vragenuur pas ruim tweeënhalf jaar operationeel. Wanneer belastingplichtigen snel hun aangiften hebben ingediend, dan zullen er pas twee jaren aangiften zijn ingediend. Het is nogal een stellige opmerking om (1) binnen deze periode te kunnen vaststellen dat er inderdaad een trend gaande is, (2) dat dit vooral bij een bepaalde sector gebeurt en (3) dat de motivatie hiervoor is het brengen van de rentekosten onder de € 1 miljoen per bv.
Op 1 oktober 2021 stuurt de staatssecretaris een aanvullende brief naar de Tweede Kamer naar aanleiding van toezeggingen gedaan tijdens dat vragenuur.10 De staatssecretaris geeft aan dat de Belastingdienst het signaal herkent dat bv’s worden opgeknipt teneinde onder de drempel van € 1 miljoen te komen. Volgens hem zal dit risico nog groter zal worden in het licht van de motie-Hermans waarbij de earningsstripping wordt aangepast van 30% van de EBITDA naar 20%. De fiscale prikkel om activiteiten te spreiden over meerdere vennootschappen is op meer plekken in de vennootschapsbelasting aanwezig, bijvoorbeeld in het verder oplopende verschil tussen het lage en het hoge Vpb-tarief. Volgens de staatssecretaris kan dit leiden tot een toename van fiscaal gemotiveerde constructies.
Hoofdzakelijk herhaalt de staatssecretaris hier nogmaals wat hij zei tijdens het vragenuur, en door hier ook de tariefdifferentiatie aan te koppelen krijg ik de indruk dat hij het signaal van de heer Grinwis zeer serieus neemt en hiermee ook iets gaat doen. Wel valt op dat hij niet meer stellig de link legt met de ‘vastgoedsector’.
Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2022 heeft het Kamerlid Maatoug c.s. een amendement ingediend om een anti-fragmentatiebepaling op te nemen die tegengaat dat binnen een concern meer dan eenmaal kan worden geprofiteerd van het tariefopstapje in de Vpb en de drempel van € 1 miljoen in het kader van de earningstrippingmaatregel.11 Tegelijk heeft mevrouw Maatoug een amendement ingediend om de reeds vastgestelde eerste-schijfverlenging van € 245.000 naar € 395.000 geen doorgang te laten vinden.12 Beide moties zijn door de staatssecretaris ontraden en verworpen. Onder andere omdat de ChristenUnie – de partij van de heer Grinwis – tegen de amendementen heeft gestemd. Des te opmerkelijker is het dat het kabinet in het Belastingplan 2023 heeft voorgesteld om de eerste schijf te verkorten van € 395.000 naar € 200.000 en het tarief van die eerste schijf te verhogen van 15% naar 19%. Reden hiervoor is dat het tariefverschil van 10,8% en een eerste schijf van bijna € 400.000 werkt als een arbitrageprikkel om vaker gebruik te kunnen maken van dit lage tarief door het opknippen van bedrijven.13