Voortgang acceptatieplicht contant geld

Voortgang acceptatieplicht contant geld

Gegevens

Nummer
2024/1723
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Auteur
Redactie

Bij de stemmingen over het voorstel voor de Wet plan van aanpak witwassen heeft de Kamer een amendement over een acceptatieplicht voor contant geld bij kleine betalingen aangenomen. Minister Heinen informeert de Eerste en Tweede Kamer over de opvolging van het amendement.

De voorgestelde acceptatieplicht heeft een brede reikwijdte. Op wetsniveau is de plicht om contant geld te accepteren slechts beperkt tot betalingen tussen een particuliere partij en een zakelijke partij. In dat geval moet de zakelijke partij contant geld accepteren tot een bedrag van € 3.000. In het amendement is de mogelijkheid opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur uitzonderingen op de acceptatieplicht te maken, als dat noodzakelijk is vanwege de veiligheid of de specifieke aard van de werkzaamheden.

Overheidsbalie

De minister is van plan om van die mogelijkheid gebruik te maken om de acceptatieplicht proportioneel en uitvoerbaar te maken. Leidend blijft dat contant geld breed geaccepteerd wordt. Niet onder de reikwijdte van de voorgestelde acceptatieplicht vallen betalingen die kwalificeren als bestuursrechtelijke geldschulden in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze worden in beginsel giraal voldaan, maar een bestuursorgaan kan daarvan afwijken als girale betaling bezwaarlijk is.

De minister vindt het van groot belang dat het aan de overheidsbalie mogelijk is om contant te betalen, bijvoorbeeld bij de aanvraag van een paspoort of in een gemeentelijk zwembad. Uit de toelichting bij het amendement blijkt dat de indieners beogen dat de acceptatieplicht geldt voor publiek toegankelijke locaties. Onder de reikwijdte vallen echter ook betalingen buiten de verkoopruimte, bijvoorbeeld online of telefonisch. Ook periodieke betalingen voor bijvoorbeeld energie, de krant of een verzekering vallen onder de acceptatieplicht. Met het oog op proportionaliteit en uitvoerbaarheid ligt het in de rede om deze soorten betalingen in ieder geval uit te zonderen.

Uit onderzoek in opdracht van DNB blijkt dat sommige ondernemers ook contant geld weigeren om andere redenen, zoals de snelheid en efficiëntie van girale betalingen, de lagere verwerkingskosten en foutkans, een eenvoudigere boekhouding of het tegengaan van diefstal door het eigen personeel. Het ligt niet voor de hand om hierom uitzonderingen op de acceptatieplicht te maken, omdat deze redenen niet op lijken te wegen tegen de publieke belangen van contant geld. Daarnaast zijn er ondernemers die contant geld weigeren om veiligheidsredenen, bijvoorbeeld na een reeks overvallen.

Veiligheid

Het is van belang goed te kijken naar de uitzonderingen vanwege de veiligheid. Enerzijds moet het bijvoorbeeld voor ondernemers met een hoog risico op overvallen mogelijk zijn om, al dan niet tijdelijk, geen contant geld te gebruiken. Anderzijds is het niet wenselijk dat een veiligheidsuitzondering door iedereen kan worden ingeroepen. De minister wil nader bekijken hoe een uitzondering voldoende recht kan doen aan die beide belangen.

Ook de noodzaak of wenselijkheid van andere uitzonderingen wil de minister nader bezien. De voorbereidingen voor het uitzonderingsbesluit zijn begonnen. De inhoud van dit amendement valt onder de verplichting om de ECB om advies te vragen over ontwerpbepalingen die te maken hebben met betaalmiddelen. De minister heefteen adviesaanvraag aan de ECB gestuurd.

De minister wil de inwerkingtreding van de acceptatieplicht uitstellen, zodat het gelijktijdig met het uitzonderingsbesluit in werking kan treden.

Kamerbrief over amendement acceptatieplicht contant geld, nr. 2024-0000472635, Ministerie van Financien, 21 oktober 2024