Voortgang btw-regels digitale tijdperk

Voortgang btw-regels digitale tijdperk

Gegevens

Nummer
2024/1723
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Auteur
Redactie

Minister Heinen beschrijft de onderwerpen die op de agenda staan van de Eurogroep en Ecofinraad van 4 en 5 november 2024, waaronder de besprekingen over de btw-regels voor het digitale tijdperk.

Tijdens deze Ecofinraad ligt opnieuw het VIDA-pakket voor, nu hier tijdens de vorige Ecofinraad waar VIDA op de agenda stond geen overeenstemming over is bereikt. Het voorstel bestaat uit drie onderdelen: (1) Digitale rapportageverplichtingen en e-facturatie: voor grensoverschrijdende diensten en leveringen moet een gestandaardiseerde e-factuur worden uitgewisseld en bepaalde data daaruit worden gerapporteerd. (2) Platformfictie voor kortlopende accommodatieverhuur- en personenvervoerdiensten aangeboden via platforms: dit betekent dat platforms voor de heffing van btw de fictieve leverancier worden van die diensten aangeboden via hun platforms. (3) de enkele btw-registratie: dit ziet op hantering van één btw-registratie in de gehele unie. Het Hongaars voorzitterschap heeft VIDA als prioriteit benoemd en streeft naar een akkoord op het gehele VIDApakket.

Wat betreft het onderdeel (1) hebben lidstaten die al over een binnenlands systeem voor rapportageverplichtingen en e-facturen beschikken een langere transitieperiode gekregen om hun systemen in lijn te brengen met het nieuwe Europese systeem. Hoewel Nederland graag had gezien dat deze transitieperiode korter was kan Nederland de voorgestelde transitieperiode in het kader van het compromis accepteren. Vanaf juli 2030 zijn lidstaten dan immers wel verplicht om de Europese norm voor rapportage en e-facturatie te accepteren waar het intracommunautaire transacties betreft. Hoewel het pakket voor Nederland ambitieuzer had gekund wat betreft het verlagen van administratieve lasten, is het voor Nederland belangrijk dat er een compromis lijkt te zijn gevonden. Het alternatieve scenario waarin lidstaten geen overeenstemming vinden en de komende jaren elk een eigen systeem introduceren met afwijkende werkwijzen en voorwaarden zou de administratieve lasten voor ondernemers immers verder verhogen. Ten aanzien van dit onderdeel spreekt Nederland zich tot slot positief uit over de concrete wijzigingen aan het VIDApakket . Door de toegang tot gevoelige data te beperken tot personen die het nodig hebben en het bijhouden van verzoeken om deze data, kan concreet worden gemonitord welke data wordt opgevraagd en door wie, wat de veiligheid van die data bevordert.

Platformfictie

Ten aanzien van de platformfictie (2) heeft Nederland met het oog op harmonisatie onder andere ingezet op een platformfictie die in alle lidstaten onder dezelfde omstandigheden verplicht is. De thans voorliggende compromistekst biedt lidstaten daarom enige flexibiliteit bij de toepassing van de platformfictie waar het gaat om de vraag of er sprake is van kortlopende accommodatieverhuur. Daarnaast krijgen lidstaten de mogelijkheid om kortlopende accommodatieverhuur en/of personenvervoer die via een platform wordt verricht door belastingplichtigen die daarvoor gebruik maken van een speciale regeling voor kleine ondernemers, uit te sluiten van de platformfictie.

Hoewel Nederland graag meer harmonisatie had gezien kan Nederland omwille van het compromis – ook in het licht van het bereiken van een akkoord op het hele pakket – instemmen met het huidige voorstel. Een belangrijk argument voor Nederland hierbij is dat het lidstaten nog steeds de mogelijkheid biedt om voor prestaties in die lidstaat voor beide sectoren een platformfictie te introduceren met dezelfde scope als onder het voorstel van 8 december 2022.

Import-One-Stop-Shop

Op het gebied van de enkele btw registratie (3) is besloten om het subonderdeel dat ziet op de Import-One-Stop-Shop (IOSS) uit het VIDA-pakket te halen. Dit subonderdeel heeft een sterke samenhang met de voorstellen voor hervorming van het Douanewetboek. Het ligt daarom in de rede dat subonderdeel tegelijkertijd met die voorstellen te behandelen. Dit subonderdeel wordt om die reden overgeheveld naar de onderhandelingen over het nieuwe Douanewetboek. In de basis steunen alle lidstaten de doelen van het voorstel.

Voor wat betreft de onderdelen van digitale rapportageverplichtingen en e-facturatie respectievelijk de enkele btw-registratie kunnen alle lidstaten instemmen met de laatste compromisteksten. Estland kon echter tijdens de Ecofinraden van 8 mei en 21 juni jl. niet instemmen met de compromistekst die ziet op de platformeconomie. Over de compromistekst die ziet op de platformeconomie wordt in aanloop naar deze Ecofinraad nog onderhandeld. Hierbij wordt onder andere gekeken naar een compromis om de administratieve lasten verder te beperken, zodat een akkoord bereikt kan worden op het gehele VIDA-pakket tijdens de Ecofinraad. Nederland is voornemens om in te stemmen met het voorliggende pakket, en zet onverminderd in op een zo veel mogelijk geharmoniseerde platformfictie voor beide sectoren.

Kamerbrief over geannoteerde agenda en CoCo-conclusies Eurogroep en Ecofinraad 4 en 5 november 2024, nr. 2024-0000499652, Ministerie van Financiën, 21 oktober 2024