Geen aanpassing fiscale behandeling Bijzondere invaliditeitsverhoging
Geen aanpassing fiscale behandeling Bijzondere invaliditeitsverhoging
Gegevens
- Nummer
- 2025/717
- Publicatiedatum
- 23 april 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Arbeid, loon en resultaat
- Relevante informatie
Er is geen aanleiding voor defiscalisering of brutering van de Bijzondere invaliditeitsverhoging. Staatssecretaris Van Oostenbruggen en staatssecretaris Tuinman sturen de Tweede Kamer de rapportage ‘Onderzoek naar de fiscale positie van de Bijzondere invaliditeitsverhoging’.
In 2024 zijn twee moties aangenomen die de regering verzochten om een onafhankelijke juridische en fiscale analyse te laten verrichten naar de fiscale positie van de Bijzondere invaliditeitsverhoging (BIV).
De experts concluderen dat de BIV-uitkering moet worden aangemerkt als een niet-vrijgestelde periodieke uitkering die in de heffing van inkomstenbelasting wordt betrokken. Hoewel de Hoge Raad in het Brandweermanarrest bepaalt dat de BIV geen ‘loon’ is, betekent dit niet dat de uitkering onbelast is. De BIV valt onder de definitie van ‘periodieke uitkering’ en is daarom belastbaar.
Financieel voordeel
Om de ontvangers van de BIV-uitkering te ontzorgen, heeft de wetgever ervoor gekozen om de BIV-uitkering onder de loonbelasting te brengen. Dit zorgt ervoor dat er maandelijks belasting wordt ingehouden, in plaats van achteraf in één keer voor een vol jaar. De experts benadrukken dat deze maatregel niet leidt tot een hogere belastingheffing, maar juist een financieel voordeel biedt doordat de werkgeversbijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) door de uitkerende instantie wordt betaald.
De experts zien geen reden om de BIV-uitkering te defiscaliseren of te bruteren, aangezien de huidige netto bedragen afdoende zijn volgens civielrechtelijke normen. Ze wijzen erop dat de huidige regelingen een lange traditie kennen en in nauw overleg met sociale partners tot stand zijn gekomen. Een ingrijpende wijziging in dit stelsel ligt dan ook niet voor de hand.
Tot slot doen de experts de suggestie om een specifieke juridische grondslag te creëren voor het verzoeken van immateriële schadevergoeding onder de Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS). Defensie omarmt deze suggestie en zal hierover in overleg treden met de vakbonden.