Home

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

Geldig van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2023
Geldig van 1 januari 2023 tot 1 oktober 2023

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-10-2023]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen vast te stellen inzake een verplichte verzekering van loontrekkenden tegen geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

§ 1. Algemeen

Artikel 1

1.

Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen besluiten wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  2. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  3. Arbeidsongeschiktheidsfonds: het fonds genoemd in artikel 112 van de Wet financiering sociale verzekeringen;

  4. lichamen: rechtspersonen, maat- en vennootschappen, samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid die maatschappelijk kunnen worden gelijkgesteld met verenigingen, ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen en doelvermogens;

  5. [vervallen;]

  6. [vervallen;]

  7. vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000;

  8. onbetaald verlof: een tussen werkgever en werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen verlof, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht;

  9. rechtens zijn vrijheid is ontnomen: rechtens zijn vrijheid is ontnomen, behoudens de gevallen, bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, in de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten en in artikel 2.3 van de Wet forensische zorg;

  10. justitiële inrichting: een penitentiaire inrichting, een instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden, of een inrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

  11. reïntegratiebedrijf: een natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert;

  12. resterende verdiencapaciteit: datgene dat de verzekerde, die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering nog met arbeid kan verdienen zoals dat bij of krachtens artikel 18 is vastgesteld;

  13. overheidswerkgever: de overheidswerkgever, bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen;

  14. vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel: een bij onherroepelijk geworden vonnis opgelegde vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht, behoudens de gevallen, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;

  15. uitreiziger: persoon ten aanzien van wie op grond van een melding van de opsporingsdiensten of inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gericht aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, is gebleken dat het gegronde vermoeden bestaat dat deze persoon zich buiten Nederland bevindt met het doel om zich aan te sluiten bij een organisatie die is geplaatst op de lijst van organisaties, bedoeld in artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

2.

Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen besluiten wordt gelijkgesteld met:

  1. echtgenoot: geregistreerde partner;

  2. echtgenoten: geregistreerde partners;

  3. gehuwd: als partner geregistreerd.

3.

Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen besluiten wordt:

  1. als gehuwd of als echtgenoot mede aangemerkt de ongehuwde meerderjarige die met een andere ongehuwde meerderjarige een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;

  2. als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.

4.

Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.

5.

Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht indien de betrokkenen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en:

  1. zij met elkaar gehuwd zijn geweest of eerder voor de toepassing van deze wet daarmee gelijk zijn gesteld;

  2. uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de een door de ander;

  3. zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de huishouding krachtens een geldend samenlevingscontract; of

  4. zij op grond van een registratie worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding, bedoeld in het vierde lid.

6.

Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke registraties, en gedurende welk tijdvak, in aanmerking worden genomen voor de toepassing van het vijfde lid, onderdeel d.

7.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ten aanzien van hetgeen wordt verstaan onder het blijk geven zorg te dragen voor een ander, zoals bedoeld in het vierde lid.

8.

Onder bloedverwant in de eerste graad als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, wordt mede verstaan een meerderjarig aangehuwd kind of een meerderjarig voormalig pleegkind van de ongehuwde meerderjarige.

9.

Onder voormalig pleegkind als bedoeld in het achtste lid wordt verstaan een pleegkind voor wie de ongehuwde meerderjarige een pleegvergoeding ontving of ontvangt op grond van de Wet op de jeugdzorg of de Jeugdwet, of kinderbijslag ontving op grond van de Algemene Kinderbijslagwet.

Artikel 2

Artikel 2a [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 2b [Vervallen per 01-01-1998]

§ 2. De werknemer

Artikel 3

Artikel 3a

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6a [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 7

Artikel 7a

Artikel 7b

Artikel 7c

§ 3. De werkgever

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

§ 4. Het loon

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

§ 5. Kring der verzekerden

Artikel 16

Artikel 17

Hoofdstuk II. De verstrekkingen der verzekering

§ 1. Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 19aa

Artikel 19a

Artikel 19b

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 21a

Artikel 21b

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 29a

Artikel 29b [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 29c [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 29d [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 29e [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 29f [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 29g

Artikel 29h [Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 29i

Artikel 30

Artikel 30a

Artikel 31

Artikel 32 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 33

§ 2. Toekenning, ingang, herziening, intrekking, heropening en betaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering

Artikel 34

Artikel 34a

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 36a

Artikel 36b

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 39a

Artikel 39b

Artikel 39c

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 43a

Artikel 43b

Artikel 43c

Artikel 43d

Artikel 44

Artikel 44a [Vervallen per 01-03-1992]

Artikel 45 [Vervallen per 01-08-1993]

Artikel 46 [Vervallen per 01-04-2002]

Artikel 46a [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 47

Artikel 47a

Artikel 47b

Artikel 47c

Artikel 47d

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 50a

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55 [Vervallen per 01-01-1997]

Artikel 56

Artikel 57

Artikel 57a

Artikel 57b

Artikel 58

Artikel 59

§ 2a. Vakantie-uitkering

Artikel 59a

Artikel 59b

Artikel 59c

Artikel 59d

Artikel 59e

Hoofdstuk IIA. Garantieregeling voor oudere arbeidsongeschikten, samenloop, verstrekkingen die onvervreemdbaar zijn en verstrekkingen die niet vatbaar zijn voor beslag

Artikel 60 [Vervallen per 01-07-1998]

Artikel 61

Artikel 62 [Vervallen per 01-01-1999]

Artikel 63 [Vervallen per 01-07-1998]

Artikel 64 [Vervallen per 01-07-1998]

Artikel 65

Artikel 65a

Artikel 65b

Hoofdstuk IIB. Reïntegratie-instrumenten

Artikel 65c

Artikel 65d

Artikel 65e [Vervallen per 01-01-2010]

Artikel 65f

Artikel 65g

Artikel 65h

Artikel 65i [Vervallen per 01-01-2012]

Artikel 65j [Vervallen per 01-01-2012]

Artikel 65k

Hoofdstuk IIC. Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

Artikel 65l

Hoofdstuk III. De uitvoering der verzekering

§ 1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 69 [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 70 [Vervallen per 01-07-1998]

Artikel 71 [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 71a

Artikel 71b

§ 2. [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 72 [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 72a [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 73 [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 73a [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 74 [Vervallen per 01-01-2006]

Hoofdstuk IIIA. [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 75 [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 75a [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 75b [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 75c [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 75d [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 75e [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 75f [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 75g [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 75h [Vervallen per 01-01-2011]

Hoofdstuk IV. [Vervallen per 01-01-2006]

§ 1. [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 76 [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 76a [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 76b [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 76c [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 76d [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 76e [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 76f [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 76g [Vervallen per 01-07-1998]

§ 2. [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 77 [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 77a [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 77b [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 77c [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 77d [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 77e [Vervallen per 01-01-2002]

§ 3. [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 78 [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 78a [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 79 [Vervallen per 01-01-2006]

§ 4. [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 79a [Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 79b [Vervallen per 01-01-2006]

Hoofdstuk V. Het verstrekken van inlichtingen

Artikel 80

Artikel 80a [Vervallen per 23-12-2006]

Hoofdstuk VI. De vrijwillige verzekering

Artikel 81

Artikel 82 [Vervallen per 29-12-2005]

Artikel 83

Artikel 83a [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 83b

Artikel 84

Artikel 84a [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 85

Artikel 86

Hoofdstuk VII. Bepalingen in verband met de Algemene wet bestuursrecht en beroep in cassatie

§ 1. Algemeen

Artikel 86a

Artikel 86b

Artikel 87

Artikel 87a [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 87b

Artikel 87c

Artikel 87d

Artikel 87e

Artikel 87f

Artikel 87g [Vervallen per 01-01-2010]

§ 2. Medische beschikkingen

Artikel 88

Artikel 88a [Vervallen per 01-01-2022]

Artikel 88b

Artikel 88c

Artikel 88d

Artikel 88e

Artikel 88f

Artikel 88g

Hoofdstuk VIII. De invloed van de verzekering op het burgerlijk recht

Artikel 89

Artikel 90

Artikel 91

Hoofdstuk VIIIA. Overgangsbepalingen

Artikel 91a

Artikel 91b

Artikel 91c

Artikel 91d

Artikel 91e

Artikel 91f

Artikel 91g [Vervallen per 01-07-2017]

Artikel 91h

Artikel 91i

Artikel 91i*

Hoofdstuk IX. Strafbepalingen

Artikel 92

Artikel 93 [Vervallen per 01-07-2000]

Artikel 94 [Vervallen per 01-07-2000]

Artikel 95 [Vervallen per 01-07-2000]

Artikel 96

Artikel 97 [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 98

Hoofdstuk X. Slotbepalingen

Artikel 98a

Artikel 98b

Artikel 98c

Artikel 98d

Artikel 98e

Artikel 98f [Vervallen per 01-01-2021]

Artikel 99

Artikel 99a [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 100

Artikel 100a

Artikel 101