Home

Wet op de orgaandonatie

Geldig vanaf 1 januari 2022
Geldig vanaf 1 januari 2022

Wet op de orgaandonatie

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2022]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede in verband met artikel 11 van de Grondwet, wenselijk is met het oog op de rechtszekerheid van de betrokkenen, ter bevordering van het aanbod en de rechtvaardige verdeling van geschikte organen en ter voorkoming van handel in organen bij wet regelen te stellen omtrent het ter beschikking stellen van organen ten behoeve van in het bijzonder de geneeskundige behandeling van anderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  2. orgaan: bestanddeel van het menselijk lichaam, met inbegrip van weefsels en cellen, met uitzondering van bloed en geslachtscellen;

  3. donor: een persoon of stoffelijk overschot, door of ten aanzien van wie op grond van deze wet toestemming is verleend voor, dan wel bij wie geen bezwaar bestaat tegen het bij hem of daaruit verwijderen van een orgaan;

  4. verwijderen: het verwijderen van een orgaan, anders dan ten behoeve van de donor zelf;

  5. implantatie: het in- of aanbrengen van een orgaan van een donor in of aan het lichaam van een ander met het oog op diens geneeskundige behandeling;

  6. ziekenhuis: een ziekenhuis dat of een verpleeginrichting dan wel een afdeling daarvan waar zorg of een andere dienst wordt verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet;

  7. orgaancentrum: een instelling als bedoeld in artikel 24.

Artikel 2

Toestemming voor het verwijderen van een orgaan, verleend met het oogmerk daarvoor een vergoeding te ontvangen die meer bedraagt dan de kosten, daaronder begrepen gederfde inkomsten, die een rechtstreeks gevolg zijn van het verwijderen van het orgaan, is nietig.

Artikel 2a

Hoofdstuk 2. Ter beschikking stellen van organen bij leven

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Hoofdstuk 3. Ter beschikking stellen van organen na overlijden

§ 1. Toestemming en bezwaar

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10a

Artikel 10b

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

§ 2. Het vaststellen van de dood

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

§ 3. Melding en toewijzing van beschikbare organen

Artikel 18

Artikel 19 [Vervallen per 01-07-2004]

§ 4. Voorbereidende handelingen en het verwijderen van organen

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

§ 5. Het protocol

Artikel 23

Hoofdstuk 4. Orgaancentrum

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 29 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 30 [Vervallen per 01-07-2004]

Artikel 31 [Vervallen per 01-07-2004]

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 31a

Artikel 31b [Vervallen per 01-07-2021]

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34 [Vervallen per 01-01-2007]

Artikel 35

Artikel 36