Home

Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

Geldig vanaf 4 juli 2013
Geldig vanaf 4 juli 2013

Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 04-07-2013]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in een afzonderlijke wet regels te stellen voor particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, ter vervanging van de regelgeving terzake bij of krachtens de Wet op de weerkorpsen en de particuliere beveiligingsorganisaties, teneinde voorwaarden te scheppen voor een goed functioneren van deze organisaties en bureaus;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1

1.

In deze wet wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

  2. korpschef: de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

  3. beveiligingswerkzaamheden: het bewaken van de veiligheid van personen en goederen of het waken tegen verstoring van de orde en rust op terreinen en in gebouwen;

  4. beveiligingsorganisatie: een door een of meer personen in stand gehouden particuliere organisatie die gericht is op het verrichten van beveiligingswerkzaamheden;

  5. recherchewerkzaamheden: het vergaren en analyseren van gegevens;

  6. recherchebureau: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de uitoefening van een beroep of bedrijf met winstoogmerk recherchewerkzaamheden verricht, voor zover die werkzaamheden worden verricht op verzoek van een derde, in verband met een eigen belang van deze derde en betrekking hebben op een of meer bepaalde natuurlijke personen;

  7. alarminstallateur: een persoon die

    1. 1°.

      alarmapparatuur, installeert of zorgdraagt voor het onderhoud van alarmapparatuur,

    2. 2°.

      een plan voor de installatie van alarmapparatuur ontwerpt of

    3. 3°.

      assistentie verleent aan een persoon als bedoeld onder 1° of 2°;

  8. alarmapparatuur: apparatuur, daaronder begrepen delen daarvan, die alleen of in combinatie met andere apparatuur een systeem vormt, dat door middel van detectoren via telecommunicatie signalen, die duiden op de aanwezigheid van personen, doorgeeft aan een of meer centrale punten, waar die signalen worden ontvangen en beoordeeld en van waaruit assistentie kan worden gevraagd aan derden;

  9. luchtvaartterrein: een luchtvaartterrein als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, van de Politiewet 2012;

  10. verordening: Verordening (EU) Nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone (PbEU 2011, L 316).

2.

Geen beveiligingsorganisatie als bedoeld in het eerste lid, onder d, is een organisatie die:

  1. wordt aangemerkt als weerkorps in de zin van artikel 1, tweede lid, van de Wet op de weerkorpsen;

  2. ter uitvoering van een haar bij wettelijk voorschrift opgedragen taak, of in de uitoefening van een beroep dat aan een wettelijk voorschrift is onderworpen, beveiligingswerkzaamheden verricht.

3.

Geen recherchebureau als bedoeld in het eerste lid, onder f, is een organisatie die ter uitvoering van een haar bij wettelijk voorschrift opgedragen taak of in de uitoefening van een beroep dat aan een wettelijk voorschrift is onderworpen, recherchewerkzaamheden verricht.

4.

Het tweede lid, aanhef en onder b, en het derde lid zijn niet van toepassing voor zover een organisatie ook andere beveiligingswerkzaamheden onderscheidenlijk recherchewerkzaamheden verricht dan de in dit onderdeel of lid bedoelde.

5.

Onder een beveiligingsorganisatie als bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt mede verstaan een bestuursorgaan dat ten behoeve van derden beveiligingswerkzaamheden verricht waarbij in hoofdzaak gebruik wordt gemaakt van personen en deze personen de werkzaamheden verrichten op grond van de Wet sociale werkvoorziening.

Artikel 2

1.

Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister door de instandhouding van een beveiligingsorganisatie of recherchebureau beveiligingswerkzaamheden of recherchewerkzaamheden te verrichten of aan te bieden.

2.

Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg uit te voeren, bedoeld in de verordening.

3.

Onze Minister kan beveiligingsorganisaties of recherchebureaus van dit verbod bij ministeriële regeling vrijstelling verlenen, indien de aard van de werkzaamheden niet noodzaakt tot de toepassing van de bij of krachtens de artikelen 6 tot en met 10 gestelde regels. Aan een vrijstelling kunnen voorschriften verbonden worden.

4.

Met een vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt gelijkgesteld een vergunning afgegeven in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, en die een beroepsniveau waarborgt dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale vergunning wordt nagestreefd.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4a

Artikel 5

Paragraaf 2. Uitvoering van de werkzaamheden en het personeel

Artikel 6

Artikel 6a

Artikel 7

Artikel 7a

Artikel 8

Artikel 9

Paragraaf 3. Installatie van en eisen aan alarmapparatuur

Artikel 10

Paragraaf 4. Handhaving

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 15a

Artikel 15b

Artikel 16

Artikel 17

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24