Met betrekking tot motorrijtuigen die voor 1 februari 2000 in gebruik zijn genomen mogen kentekens, niet zijnde handelaarskentekens of kentekens als bedoeld in artikel 4, derde lid, onderdeel b, van het Kentekenreglement, in afwijking van het eerste lid zijn aangebracht op een gele achtergrond volgens de modellen 11.1, 12.1, 13.1, 14.1, en 18.1 van de bijlage en, voor zover het betreft kentekens behorende tot de lettergroep AA en CDJ alsmede vóór 1 februari 1991 opgegeven kentekens bevattende de lettergroep CD, volgens de modellen 15.1, 16.1, 17.1, 17.2 en 17.3 van de bijlage. Deze afwijkingsmogelijkheid geldt:
voor APK-plichtige motorrijtuigen: tot de aanvang van de eerste periodieke keuring na 1 juni 2000, zulks onverminderd het zesde en zevende lid;.
voor niet APK-plichtige motorrijtuigen: tot 1 februari 2003.
Indien van deze afwijkingsmogelijkheid gebruik wordt gemaakt mogen de modellen C1 of C2 worden toegepast.