Home

Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001

Geldig van 1 januari 2023 tot 5 september 2023
Geldig van 1 januari 2023 tot 5 september 2023

Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 05-09-2023]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2029]

Aanhef

De Staatssecretaris van Financiën,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en na overleg met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 3.42, tweede, vijfde en zevende lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001,

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

Als energie-investeringen als bedoeld in artikel 3.42, tweede lid, van de wet worden aangewezen de investeringen in bedrijfsmiddelen of in onderdelen daarvan, opgenomen in de bijlage bij deze regeling, mits het bedrijfsmiddel of het onderdeel in overeenstemming is met de bestemming voor zover aangegeven in de bijlage, niet eerder is gebruikt en bestaat uit de in die bijlage genoemde bestanddelen en de locatie waarop het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen bekend is, en:

  1. voor zover sprake is van een investering in een of meerdere voorzieningen als bedoeld in artikel 1, onderdeel A, onder 1.2.H., of artikel 1, onderdeel B, onder 1.2.J., van die bijlage, door het bevoegde gezag voor het bedrijfsmiddel of onderdeel daarvan een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend ten tijde van de aanmelding, bedoeld in artikel 3.42, zesde lid, van de wet;

  2. voor zover sprake is van een investering in een of meerdere voorzieningen als bedoeld in artikel 1, met uitzondering van onderdeel D, subonderdeel 1.1.F., van die bijlage, voor zover voor die investering ten tijde van de aanmelding, bedoeld in artikel 3.42, zesde lid, van de wet, geen subsidie op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie is verleend op een aanvraag die na 31 december 2013 is ingediend;

  3. voor zover sprake is van een investering in een of meerdere voorzieningen als bedoeld in artikel 1, onderdeel D, onder 1.1.F., van die bijlage, voor zover aan de belastingplichtige voor deze investering ten tijde van de aanmelding, bedoeld in artikel 3.42, zesde lid, van de wet, subsidie op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie is verleend op een aanvraag die tussen 1 januari 2016 en 31 december 2020 is ingediend;

  4. voor zover sprake is van een investering in een of meerdere voorzieningen als bedoeld in artikel 1 van die bijlage, voor zover voor deze investering ten tijde van de aanmelding, bedoeld in artikel 3.42, zesde lid, van de wet, geen subsidie op grond van titel 2.3 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies is verleend;

  5. voor zover sprake is van een investering in een of meerdere voorzieningen als bedoeld in artikel 1 van die bijlage, voor zover voor deze investering ten tijde van de aanmelding, bedoeld in artikel 3.42, zesde lid, van de wet, geen subsidie op grond van titel 4.5 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies is verleend.

Artikel 3

1.

De aanmelding bedoeld in artikel 3.42, zesde lid, van de wet van de aangegane verplichtingen of de gemaakte voortbrengingskosten ter zake van een investering als bedoeld in artikel 2 moet binnen een termijn van drie maanden plaats vinden. Deze termijn vangt aan:

  1. met betrekking tot verplichtingen: bij het aangaan van de verplichtingen;

  2. met betrekking tot voortbrengingskosten: bij de aanvang van het kalenderkwartaal volgend op dat waarin de kosten zijn gemaakt of, indien het bedrijfsmiddel of onderdeel ter zake waarvan de kosten zijn gemaakt in het kalenderkwartaal in gebruik is genomen, bij de ingebruikneming van het bedrijfsmiddel respectievelijk het onderdeel.

2.

Indien artikel 3.52, eerste lid, onderdeel b, van de wet van toepassing vindt, vangt met betrekking tot voortbrengingskosten de termijn aan bij de inwerkingtreding van de ministeriële regeling indien dat leidt tot een aanmelding op een eerder tijdstip dan op grond van het eerste lid.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Bijlage behorende bij artikel 2 van de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001