Home

Inkomstenbelasting, herinvesteringsreserve

Geldig van 5 december 2006 tot 15 december 2006
Geldig van 5 december 2006 tot 15 december 2006

Inkomstenbelasting, herinvesteringsreserve

Besluit CPP2006/1173M

Voorafgaande besluiten
CPP2003/2004M, CPP2004/440M, CPP2004/2114M, CPP2004/1852M
Opvolgende besluiten
BLKB2011/2061M
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Regeling treedt in werking op 15-12-2006 met twk t/m 05-12-2006 ]
[Regeling ingetrokken per 22-12-2011]

De Minister van Financiën heeft het volgende besloten:

In dit besluit is een aantal nieuwe standpunten opgenomen over de herinvesteringsreserve (hierna: HIR). Het gaat hierbij met name om:

  • vergoedingen wegens tenietgaan of buitengebruik stellen (1.1.);

  • HIR en fiscale eenheid c.q. juridische fusie (1.6);

  • HIR bij beschadiging bedrijfsmiddel (1.8);

  • volgorde afboeking, keuze uit in meerdere jaren gevormde HIR’s (2.5);

  • afboeking op (investeringen in) bestaand bedrijfsmiddel (2.6);

  • onvolledige vervanging; uitbreidingsinvesteringen (4.8);

  • wanneer is sprake van overheidsingrijpen (5.1);

  • verkoop verhuurd melkquotum (5.4);

  • volgorde vervreemding en onteigening(sdreiging) (5.6);

  • nabetaling en HIR (6.3).

Voorts betreft dit besluit een actualisering en samenvoeging van een aantal voor de toepassing van de Wet IB 2001 eerder uitgebrachte besluiten over de HIR. Het gaat hierbij om de volgende besluiten die zijn ingetrokken met ingang van de datum van de inwerkingtreding van dit besluit:

  • het besluit van 10 mei 2004, nr. CPP 2003/2004M, Vraag en antwoord besluit herinvesteringsreserve;

  • het besluit van 12 augustus 2004, nr. CPP 2004/440M, Herinvesteringsreserve en pachtontbindingsvergoeding;

  • het besluit van 31 januari 2005, nr. CPP 2004/2114M, Herinvesteringsreserve en huurrecht;

  • het besluit van 15 februari 2005, nr. CPP 2004/1852M, Herinvesteringsreserve en opstal/erfpacht.

Uit het besluit CPP 2003/2004M is vraag en antwoord D.5 niet opnieuw uitgebracht omdat dit is achterhaald door het arrest van de Hoge Raad van 30 september 2005, BNB 2006/53*. Voor het overige is met de actualisering en samenvoeging van voornoemde besluiten geen inhoudelijke wijziging beoogd.

Gebruikte begrippen en afkortingen

[Nog niet in werking]

Wet IB 1964: de Wet op de inkomstenbelasting 1964

Wet Vpb: de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Wet IB 2001: de Wet inkomstenbelasting 2001

Artikel 3.54: artikel 3.54 van de Wet IB 2001

Artikel 3.64: artikel 3.64 van de Wet IB 2001

HIR: herinvesteringsreserve als bedoeld in artikel 3.54

Kort-afschrijfbare bedrijfsmiddelen: bedrijfsmiddelen waarop in maximaal tien jaren pleegt te worden afgeschreven

Lang-afschrijfbare bedrijfsmiddelen: bedrijfsmiddelen waarop in meer dan tien jaren pleegt te worden afgeschreven

Niet-afschrijfbare bedrijfsmiddelen: bedrijfsmiddelen waarop niet pleegt te worden afgeschreven.

1. Vorming van de HIR

1.1. Vergoedingen wegens tenietgaan of buitengebruik stellen van een bedrijfsmiddel

1.2. Herinvesteringsreserve en onttrekking

1.3. Gedeeltelijk gebruik boekwinst

1.4. Geen vorming HIR als deze niet zal kunnen worden afgeboekt

1.5. Herinvesteringsvoornemen bij afstoten tak gemengd agrarisch bedrijf

1.6. Hir en fiscale eenheid c.q. juridische fusie

1.7. Pacht- of huurrecht bedrijfsmiddel

1.8. Hir bij beschadiging bedrijfsmiddel

2. Afboeking van een HIR

2.1. Hir en restwaarde

2.2. Beoordeling periode waarin pleegt te worden afgeschreven

2.3. Volgorde afboeking, keuze afboeking binnen kort-afschrijvingsregime

2.4. Volgorde afboeking, keuze voor verschillende investeringen

2.5. Volgorde afboeking, keuze uit verschillende (in meer jaren gevormde) HIR’s

2.6. Afboeking op (investeringen in) bestaand bedrijfsmiddel

3. Boekwaarde-eis

3.1. Boekwaarde van investering in bedrijfsmiddel waarop niet kan worden afgeboekt

4. Eenzelfde economische functie

4.1. Twee keer vervangen niet mogelijk

4.2. Verkoop grond, investering in grond en opstal

4.3. Pand in aanbouw

4.4. Investering in het buitenland

4.5. Herinvestering: vervreemding pand in mede-eigendom

4.6. Herinvestering: erfpachtrecht indien sterk verwant aan eigendom

4.7. Vervanging eigendom door erfpacht en opstalrecht, vice versa

A. Vervanging eigendom door erfpacht, vice versa

B. Vervangen erfpacht- en opstalrecht door eigendom

C. Vervanging eigendom door erfpacht- en opstalrecht

4.8. Onvolledige vervanging; uitbreidingsinvesteringen

5. Overheidsingrijpen

5.1. Wanneer is sprake van overheidsingrijpen

5.2. Overheidsingrijpen en niet gehele staking

5.3. Gevolgen van kwalificatie overheidsingrijpen voor pachtrecht

5.4. Verkoop verhuurd melkquotum

5.5. Overheidsingrijpen bij herstructurering glastuinbouw

5.6. Volgorde vervreemding en onteigening(sdreiging)

5.7. Vroegtijdige herinvestering als gevolg van overheidsingrijpen

6. Overige onderwerpen

6.1. Inwerkingtreding bij gebroken boekjaar

6.2. Hir bij juridische splitsing

6.3. Nabetaling en HIR

7. Ingetrokken besluiten

8. Inwerkingtreding