Wet op het accountantsberoep
Wet op het accountantsberoep
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de Registeraccountants en de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten te vervangen door de Wet op het accountantsberoep, waarin het Nederlands Instituut van Registeraccountants en de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten worden samengevoegd tot één Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk 1. Definities
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:
accountant: een Registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent;
accountantskamer: de accountantskamer te Zwolle, bedoeld in artikel 10 van de Wet tuchtrechtspraak accountants;
accountantsorganisatie: een accountantsorganisatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet toezicht accountantsorganisaties;
accountantsregister: het register, bedoeld in artikel 36, eerste lid, waarin de accountants zijn ingeschreven;
Autoriteit Financiële Markten: de Stichting Autoriteit Financiële Markten;
beroepsorganisatie: de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;
commissie: de Commissie eindtermen accountantsopleiding, bedoeld in artikel 49, eerste lid;
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
wettelijke controle: een wettelijke controle als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Wet toezicht accountantsorganisaties.