Home

Instellingsbesluit Commissie onderzoek huisvesting ROC Leiden

Geldig van 12 mei 2015 tot 1 juli 2016
Geldig van 12 mei 2015 tot 1 juli 2016

Instellingsbesluit Commissie onderzoek huisvesting ROC Leiden

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 12-05-2015 tot 01-07-2016]
[Regeling ingetrokken per 01-07-2016]

Aanhef

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  2. commissie: commissie, bedoeld in artikel 2;

  3. ROC Leiden: regionaal opleidingscentrum Leiden.

Artikel 2. Instelling en taak

1.

Er is een Commissie onderzoek huisvesting ROC Leiden.

2.

De commissie heeft tot taak:

  1. een oordeel te vormen over de besluitvorming rond de huisvesting die geleid heeft tot de financiële situatie waarin het ROC Leiden zich in 2015 bevindt, waarbij in het bijzonder aandacht is voor:

    1. de wijze waarop het college van bestuur langetermijnrisico’s van beslissingen met betrekking tot de huisvesting heeft gewogen;

    2. hoe het intern toezicht heeft gefunctioneerd rond deze beslissingen; en

    3. wat de rol is geweest van externe adviseurs bij de besluitvorming;

  2. in het licht van het oordeel, bedoeld onder a:

    1. na te gaan hoe het handelen van de opeenvolgende leden van het college van bestuur zich verhoudt tot de juridische verplichting van bestuurders tot een behoorlijke vervulling van hun taak als bedoeld in artikel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

    2. te adviseren over mogelijke aanvullende karakteristieken in houding, kennis en gedrag die van belang zijn voor bestuurders van grote onderwijs instellingen, een en ander in aanvulling op de adviezen van de Commissie onderzoek financiële problematiek Amarantis;

    3. aanbevelingen te doen hoe de interne toezichthouder effectief controle kan uitoefenen op besluitvorming met consequenties voor de lange termijn en hoe op deze beslissingen wanneer nodig bijgestuurd kan worden;

  3. aanbevelingen te doen op welke wijze een expertisecentrum ingericht kan worden om onderwijsinstellingen te ondersteunen bij het realiseren van nieuwe huisvesting; en

  4. op basis van een door de Inspectie van het Onderwijs op te stellen zelfevaluatie te bezien of het handhavingskader en in het bijzonder de interventieladder van de Inspectie voor het onderwijs aangescherpt kan worden op het punt van het financieel toezicht bij opleidingen die kwalitatief onvoldoende scoren.

3.

Het onderzoek, bedoeld in het tweede lid, onder a, beperkt zich tot de periode vanaf 1 januari 2006, alsmede de daaraan voorafgaande periode voor zover deze in het licht van het onderzoek van belang is.

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en ontslag

1.

De commissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden.

2.

De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd.

3.

De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.

4.

Bij tussentijds vertrek van een lid kan de minister een ander lid benoemen.

5.

De voorzitter en andere leden kunnen worden geschorst en ontslagen door de minister.

Artikel 4. Instellingsduur

Artikel 5. Leden

Artikel 6. Secretariaat

Artikel 7. Werkwijze

Artikel 8. Informatieplicht

Artikel 9. Eindrapport

Artikel 10. Vergoeding

Artikel 11. Kosten van de commissie

Artikel 12. Openbaarmaking

Artikel 13. Intellectuele eigendom

Artikel 14. Archiefbescheiden

Artikel 15. Mandaat

Artikel 16. Inwerkingtreding

Artikel 17. Citeertitel