Home

Waarborgwet 2019

Geldig vanaf 2 maart 2022
Geldig vanaf 2 maart 2022

Waarborgwet 2019

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 02-03-2022]

Aanhef

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Waarborgwet 1986 inhoudelijk op enkele punten te wijzigen en wetgevingstechnisch in zijn geheel te moderniseren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • deel: te onderscheiden bestanddeel of onderdeel van een voorwerp met dien verstande dat een legering van edelmetaal als één deel wordt beschouwd;

  • edelmetaal: platina, goud, palladium of zilver;

  • edelmetalen voorwerp: sieraad, edelsmidswerk, uurwerk of ander object dat geheel of gedeeltelijk van edelmetaal of van een legering van edelmetaal is vervaardigd;

  • gehalte: hoeveelheid van een bepaald edelmetaal uitgedrukt in duizendsten van de totale massa van de betrokken legering;

  • gehalteproef: onderzoek van een voorwerp op het gehalte aan edelmetaal;

  • gehaltemerk: gehaltemerk dat ingevolge wettelijke voorschriften bestemd is of op enig tijdstip bestemd is geweest om het gehalte van platina, gouden, palladium of zilveren voorwerpen te waarborgen;

  • gouden voorwerp: edelmetalen voorwerp met een gehalte aan goud dat niet lager is dan 585 duizendsten;

  • Kaderwet: Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

  • legering van edelmetaal: vaste stof die bestaat uit een mengsel van ten minste één edelmetaal met andere metalen of elementen;

  • nationale accreditatie-instantie: nationale accreditatie-instantie als bedoeld in artikel 4 van de verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218);

  • ondernemer: degene die

    1. 1°.

      in de uitoefening van een beroep of bedrijf edelmetalen voorwerpen vervaardigt, bewerkt, doet vervaardigen of bewerken, uitgezonderd degene die in loondienst deze voorwerpen vervaardigt of bewerkt;

    2. 2°.

      in de uitoefening van een beroep of bedrijf handel drijft met edelmetalen voorwerpen, waarbij onder handel drijven mede wordt verstaan actief bemiddelen bij het tot stand brengen van overeenkomsten van koop en verkoop van die voorwerpen;

  • Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • palladium voorwerp: edelmetalen voorwerp met een gehalte aan palladium dat niet lager is dan 500 duizendsten;

  • platina voorwerp: edelmetalen voorwerp met een gehalte aan platina dat niet lager is dan 850 duizendsten;

  • verantwoordelijkheidsteken: het ingevolge wettelijke voorschriften als zodanig geregistreerde merk van de ondernemer die het edelmetalen voorwerp heeft vervaardigd of bewerkt dan wel van de ondernemer voor wie het voorwerp is bestemd;

  • Verdrag: op 15 november 1972 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake het onderzoek en de stempeling van edelmetalen werken (Trb. 1991, 16);

  • waarborgen: onderzoeken en bepalen van het gehalte aan edelmetaal van een voorwerp en het aanbrengen van het daarbij passende gehaltemerk op dat voorwerp;

  • waarborginstelling: krachtens artikel 4, eerste lid, door Onze Minister aangewezen rechtspersoon;

  • zilveren voorwerp: edelmetalen voorwerp met een gehalte aan zilver dat niet lager is dan 800 duizendsten.

Hoofdstuk 2. De verplichting tot waarborgen, de waarborginstellingen en het aanbrengen van merken

§ 2.1. De verplichting tot waarborgen

Artikel 2

Artikel 3

§ 2.2. Waarborginstellingen

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

§ 2.3. De merken

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

§ 2.4. Bepalingen over het waarborgen in het algemeen en de gehalteproef in het bijzonder

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Hoofdstuk 3. Waarborging op verzoek overeenkomstig het Verdrag

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Hoofdstuk 4. Verbodsbepalingen gericht tot ondernemers

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Hoofdstuk 5. Openbare verkopingen en verkopingen door pandhuizen

Artikel 34

Artikel 35

Hoofdstuk 6. Handhaving

§ 6.1. Toezicht op de naleving

Artikel 36

Artikel 37

§ 6.2. Last onder dwangsom

Artikel 38

Hoofdstuk 7. Informatie

Artikel 39

Artikel 40

Hoofdstuk 8. Wijziging andere wetten

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Hoofdstuk 9. Overige bepalingen

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49