Omzetbelasting, omzetbelasting en compensatie van omzetbelasting bij publiekrechtelijke lichamen
Omzetbelasting, omzetbelasting en compensatie van omzetbelasting bij publiekrechtelijke lichamen
Besluit 2020-249875
- Voorafgaande besluiten
- BLKB2012/175M
- Versies van huidig besluit
Opschrift
Dit besluit vervangt het besluit van 25 januari 2012, nr. BLKB 2012/175M.
De wijziging betreft onder meer een aanpassing vanwege de arresten van de Hoge Raad van 10 juli 2020, nr. 18/03223, en 19 juni 2020, nr. 18/01712, en aan het arrest van het HvJ EU van 25 juli 2018, zaak C-140/17 (Gmina Ryjewo).
In § 2.3.2.1 vervalt de passage over de integratieheffing, aangezien die heffing is vervallen.
De in paragraaf 2.5 opgenomen goedkeuring dat aan lichamen en samenwerkingsverbanden herziening van omzetbelasting wordt verleend die vóór 1 januari 2003 op grond van goedkeuringen buiten de heffing van omzetbelasting konden blijven, heeft zijn belang verloren en wordt ingetrokken. In § 3.1 is verwerkt dat de uitsluiting van compensatie niet geldt voor goederen en diensten die worden verstrekt aan raadsleden en statenleden ten behoeve van de uitoefening van hun functie.
In ‘ad 1’ onder § 3.1 worden cursussen die worden verstrekt onder de Wmo 2015 niet meer genoemd, omdat deze zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Compensatie van omzetbelasting is dan uitgesloten ingevolge artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op het BTW-compensatiefonds.
De in § 3.2.1.5 opgenomen aanwijzingen voor de brandweerzorg in verband met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s per 1 oktober 2010 hebben hun belang vanaf 1 januari 2014 verloren en zijn daarom ingetrokken.
Daarnaast zijn tekstuele wijzigingen aangebracht.
1. Inleiding
Dit besluit behandelt de toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1968 en de Wet op het BTW-compensatiefonds bij publiekrechtelijke lichamen. Hoofdstuk 2 van dit besluit gaat over de heffing van omzetbelasting. Ieder publiekrechtelijk lichaam kan met deze heffing in aanraking komen. In hoofdstuk 3 komt de Wet op het BTW-compensatiefonds aan de orde. Deze wet is ingevoerd per 1 januari 2003 en is van toepassing op provincies, gemeenten en regionale openbare lichamen. In hoofdstuk 4 zijn de besluiten opgenomen die bij de inwerkingtreding van dit besluit worden ingetrokken. Hoofdstuk 5 regelt de inwerkingtreding van dit besluit.