Beleidsbesluit omzetting rechtspersonen
Beleidsbesluit omzetting rechtspersonen
Besluit 2022-107231
- Voorafgaande besluiten
- 2017/116
- Versies van huidig besluit
Opschrift
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit bevat het beleid met betrekking tot artikel 28a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en is een actualisatie van het besluit van 3 april 2017, nr. 2017/116 ( stcrt. 2017, 38087 ) dat laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 9 oktober 2019, nr. 2019-17461 ( stcrt. 2019, 58240 ). Dit besluit bevat, naast redactionele wijzigingen nieuw beleid over de Regeling functionele valuta, terugwerking van het omzettingstijdstip en omzettingen waarbij buitenlands recht een rol speelt.
1. Inleiding
Dit besluit bevat het beleid met betrekking tot artikel 28a Wet Vpb 1969. Het is een actualisatie van het besluit van 3 april 2017, nr. 2017/116 (stcrt. 2017, 38087) dat laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 9 oktober 2019, nr. 2019-17461 (stcrt. 2019, 58240). Dit besluit bevat redactionele wijzigingen en het volgende nieuwe beleid:
In bijlage 1 heb ik twee voorwaarden toegevoegd. Met deze voorwaarden regel ik dat de omgezette rechtspersoon in de plaats treedt van de om te zetten rechtspersoon voor de verrekening van voorheffingen en dat de omgezette rechtspersoon niet opnieuw de Regeling functionele valuta hoeft aan te vragen als de om te zetten rechtspersoon van deze regeling gebruik maakte.
In onderdeel 3 heb ik toegevoegd dat terugwerking van het omzettingstijdstip alleen wordt verleend indien sprake is van een omzetting als bedoeld in artikel 28a, derde lid, Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Mijn beleid en standpunten met betrekking tot omzettingen waarbij buitenlands recht een rol speelt, heb ik verduidelijkt en uitgebreid in de onderdelen 10 en 11. Hierbij geef ik in onderdeel 11.1 een nieuwe goedkeuring voor situaties waarbij de om te zetten rechtspersoon of de omgezette rechtspersoon een rechtspersoon is naar het recht van een lidstaat van de EU/EER.
Ten slotte heb ik de tekst van onderdeel 8 aangepast naar aanleiding van de invoering van de inhoudingsplicht voor houdstercoöperaties.