Home

Besluit Deelnemingsvrijstelling

Geldig vanaf 21 september 2024
Geldig vanaf 21 september 2024

Besluit Deelnemingsvrijstelling

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 21-09-2024]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit beleidsbesluit bevat het beleid voor de deelnemingsvrijstelling. Dit besluit is een actualisering van het besluit van 9 maart 2020, nr. 2020-0000000002 (Stcrt. 2020, 15230). Gewijzigd of nieuw toegevoegd zijn de onderdelen 2.1.1.2, 2.1.2, 2.1.3, 2.1.3.1, 2.1.3.2, 2.1.3.3, 2.1.3.4, 2.1.3.5, 2.1.3.6, 2.2.1.3, 2.6, 2.6.1, 2.6.2, 2.7.1, 2.7.4, 2.11.1.6, 2.16.2, 2.17, 2.17.1, 2.17.2, 2.17.3, 6.1, 6.1.1, 6.1.2, 6.2.1, 6.2.2, 7.1.2, 8.5.2, 8.6.1, 8.9.1, 8.14 en 8.14.1.1. Daarnaast zijn in het besluit redactionele wijzigingen aangebracht waarmee geen inhoudelijke wijziging is beoogd. Ten slotte is als gevolg van de wijziging van artikel 13d van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en het vervallen van de onderdelen 4.2 (oud) en 11.3 (oud) een aantal onderdelen vernummerd.

1. Inleiding

Dit besluit geeft een nadere invulling aan de artikelen die zien op de deelnemingsvrijstelling. Het besluit volgt de volgorde van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. In onderdeel 2 tot en met 13 wordt ingegaan op de artikelen 13 tot en met 13k van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De onderdelen 14 en 15 regelen het intrekken van het voorgaande besluit en de inwerkingtreding van het onderhavige besluit.

De in dit besluit opgenomen goedkeuringen zijn gebaseerd op de zogenoemde hardheidsclausule van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Artikel 13 Wet Vpb

2.1. Artikel 13, eerste lid, Wet Vpb

2.1.1. Voordelen uit hoofde van een deelneming

2.1.1.1. Causaliteit; uitkering confiscatieverzekering
2.1.1.2. Causaliteit; schadevergoeding uit hoofde van een afgebroken aan- of verkooptraject 1

2.1.2. Kostprijs deelneming; versterken bestaande aandeelhoudersrechten; afkoop voorkeursrecht medeaandeelhouder

2.1.3. Kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van een deelneming

2.1.3.1. Kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van een deelneming; rechtstreeks oorzakelijk verband
2.1.3.2. Kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van een deelneming; transitorische actiefpost
2.1.3.3. Kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van een deelneming; interne kosten
2.1.3.4. Kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van een deelneming; gemengde kosten
2.1.3.5. Kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van een deelneming; Warranty & Indemnity-verzekering
2.1.3.6. Kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van een deelneming; resultaat op valutatermijncontracten 8

2.2. Artikel 13, tweede lid Wet Vpb

2.2.1. Begrip ‘deelneming’

2.2.1.1. Deelneming; 5%-eis; winst- en stemrechtloze aandelen
2.2.1.2. Deelneming; vereniging en onderlinge waarborgmaatschappij
2.2.1.3. Optierechten

2.3. Artikel 13, derde lid, Wet Vpb

2.4. Artikel 13, vierde lid, Wet Vpb

2.5. Artikel 13, vijfde lid, Wet Vpb

2.5.1. Verbonden natuurlijk persoon

2.5.2. Optierechten

2.6. Artikel 13, zesde lid, Wet Vpb

2.6.1. Begrip prijs

2.6.2. Prijsaanpassing

2.7. Artikel 13, zevende lid, Wet Vpb

2.7.1. Indienen verzoek

2.7.2. Indirect gehouden belang

2.7.3. Raamovereenkomst

2.7.4. Aankoop deelneming tegen koopsom in vreemde valuta 10

2.7.5. Dividenden, verkoopopbrengsten en liquidatie-uitkeringen in vreemde valuta

2.8. Artikel 13, achtste lid, Wet Vpb

2.9. Artikel 13, negende lid, Wet Vpb

2.9.1. Beleggingsdeelneming; IC-DISC

2.10. Artikel 13, tiende lid, Wet Vpb

2.10.1. Beleggingsdeelneming; consolidatie

2.11. Artikel 13, elfde lid, Wet Vpb

2.11.1. Onderworpenheidstoets

2.11.1.1. Reële heffing; fiscale consolidatieregimes; Verenigd Koninkrijk en Zweden
2.11.1.2. Reële heffing; rente-imputatie; Dormant company’s; Verenigd Koninkrijk
2.11.1.3. Belasting naar de winst; Cypriotische Special Defense Contribution Law
2.11.1.4. Reële heffing; grensoverschrijdende situaties; kwalificatieverschillen
2.11.1.5. Reële heffing; subjectieve vrijstellingen
2.11.1.6. Reële heffing; earningsstrippingregeling

2.11.2. Bezittingentoets

2.11.2.1. Middellijke belangen; wetsfictie lid 14
2.11.2.2. Onderlinge vorderingen en schulden; dubbeltellingen

2.12. Artikel 13, twaalfde lid, Wet Vpb

2.12.1. Vrije beleggingen; redelijkerwijs noodzakelijk (onderdeel a)

2.12.1.1. Redelijkerwijs noodzakelijk; handelsvorderingen
2.12.1.2. Redelijkerwijs noodzakelijk; overnamekas en andere liquiditeiten
2.12.1.3. Begrip ‘onroerende zaak’

2.13. Artikel 13, dertiende lid, Wet Vpb

2.14. Artikel 13, veertiende lid, Wet Vpb

2.14.1. Belangen minder dan 5%

2.15. Artikel 13, vijftiende lid, Wet Vpb

2.16. Artikel 13, zestiende lid, Wet Vpb

2.16.1. Aflopende deelneming; begrip ‘jaar’

2.16.2. Aflopende deelneming; deelnemingsvrijstelling is niet van toepassing geweest

2.16.3. Aflopende deelneming; opties

2.16.4. Aflopende deelneming; meesleep- en meetrekregeling

2.17. Artikel 13, zeventiende lid, Wet Vpb

2.17.1. Naar haar aard aftrekbaar

2.17.2. Vervreemdingsresultaat

2.17.3. Betalingen om niet tussen vennootschappen in het buitenland

3. Artikel 13a Wet Vpb

4. Artikel 13aa Wet Vpb

5. Artikel 13b Wet Vpb

5.1. Artikel 13b, eerste lid, Wet Vpb

5.1.1. Begrip ‘deelneming’; middellijk gehouden buitenlands belang

5.1.2. Begrip ‘afgewaardeerde schuldvordering’; liquidatie-uitkeringen

5.2. Artikel 13b, tweede lid, Wet Vpb

5.3. Artikel 13b, derde lid, Wet Vpb

5.3.1. Afwaardering schuldvordering; valutaverliezen

6. Artikel 13ba Wet Vpb

6.1. Artikel 13ba, eerste lid, Wet Vpb

6.1.1. Opwaarderingsreserve

6.1.2. Afgewaardeerde schuldvordering; afgedekt valutaresultaat

6.2. Artikel 13ba, tweede lid, Wet Vpb

6.2.1. Artikel 13ba, tweede lid, onderdeel a, Wet Vpb ; storting gevolgd door aflossing

6.2.2. Artikel 13ba, tweede lid, onderdeel b Wet Vpb ; onzakelijke kwijtschelding zakelijke schuldvordering

7. Artikel 13c Wet Vpb

7.1. Artikel 13c, eerste lid, Wet Vpb

7.1.1. Begrip ‘positieve voordelen’

7.1.2. Niet meer verrekenbare verliezen

7.1.3. Verliezen gestaakte buitenlandse onderneming

7.2. en 7.3 Artikel 13c, tweede en derde lid, Wet Vpb

7.4. Artikel 13c, vierde lid, Wet Vpb

7.4.1. Begrip ‘positieve voordelen’

8. Artikel 13d Wet Vpb

8.1. Artikel 13d, eerste lid, Wet Vpb

8.1.1. Wettekst op vereffeningstijdstip bepalend

8.1.2. Verruiming begrip ‘liquidatie’

8.2. t/m 8.4 Artikel 13d, tweede t/m vierde lid, Wet Vpb

8.5. Artikel 13d, vijfde lid, Wet Vpb

8.5.1. Opgeofferd bedrag; bonusaandelen

8.5.2. Opgeofferd bedrag; wijziging in uiteindelijk belang belastingplichtige

8.6. Artikel 13d, zesde lid, Wet Vpb

8.6.1. Boekhoudkundig (on)gerealiseerde waardestijging

8.7. Artikel 13d, zevende lid, Wet Vpb

8.7.1. Vervreemding binnen concern

8.8. Artikel 13d, achtste lid, Wet Vpb

8.9. Artikel 13d, negende lid, Wet Vpb

8.9.1. Overname concern gevolgd door herstructurering

8.10. t/m 8.13 Artikel 13d, tiende t/m dertiende lid, Wet Vpb

8.14. Artikel 13d, veertiende lid, Wet Vpb

8.14.1. Vereffening

8.14.1.1. Tijdstip vereffening voltooid; langlopende liquidatie
8.14.1.2. Tijdstip vereffening voltooid; vereenvoudigde ontbindingsprocedures

8.14.2. Het begrip ‘enigerlei tegemoetkoming’

8.14.3. Voortzetting

8.14.3.1. Het begrip ‘onderneming’; beleggingsactiviteiten
8.14.3.2. Staken en gehele/gedeeltelijke voortzetting

9. Artikel 13e Wet Vpb

9.1. Artikel 13e, eerste lid, Wet Vpb

9.2. Artikel 13e, tweede lid, Wet Vpb

9.2.1. Voortzetting door meerdere lichamen

10. Artikel 13h Wet Vpb

11. Artikel 13i Wet Vpb

12. Artikel 13j Wet Vpb

13. Artikel 13k Wet Vpb

13.1. Artikel 13k, eerste lid, Wet Vpb

13.2. Artikel 13k, tweede lid, Wet Vpb

13.2.1. Doorschuiven opgeofferd bedrag bij juridische zusterfusie

14. Ingetrokken regeling

15. Inwerkingtreding

16. Citeertitel