Home

Gerechtshof Amsterdam, 04-07-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:1840, 12/00564

Gerechtshof Amsterdam, 04-07-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:1840, 12/00564

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
4 juli 2013
Datum publicatie
10 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2013:1840
Formele relaties
Zaaknummer
12/00564

Inhoudsindicatie

Anders dan de rechtbank is het Hof van oordeel dat de aanvraag voor de vrijstelling van belasting bij invoer van de personenauto, behorende tot de verhuisboedel, terecht is afgewezen.

Uitspraak

kenmerk 12/00564

4 juli 2013

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane Schiphol Cargo,

de inspecteur,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk 12/1212 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

de inspecteur

en

[X], te [P], belanghebbende,

gemachtigde: mr. ing. B.J.B. Boersma.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft bij beschikking van 30 augustus 2011 de aanvraag voor een vrijstelling van belasting voor het in het vrije verkeer brengen van een motorvoertuig, behorende tot een verhuisboedel, afgewezen.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 24 februari 2012, de beschikking gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraak van 20 juli 2012 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar en de beschikking vernietigd, de inspecteur opgedragen de vrijstelling te verlenen, de inspecteur veroordeeld in de kosten van belanghebbende, ten bedrage van € 1092 en gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 156 vergoedt.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 9 augustus 2012 en aangevuld bij brief van 31 augustus 2012. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Daartoe door het Hof in de gelegenheid gesteld, heeft de inspecteur een conclusie van repliek ingediend, waarop door belanghebbende is gereageerd bij conclusie van dupliek.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 juni 2013. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is van 1 maart 2008 tot 1 oktober 2011 werkzaam geweest in Qatar. Hij was in dienst van [A ltd.], onderdeel van een internationaal concern. Belanghebbende heeft zich uitgeschreven uit de gemeentelijke basisadministratie in [P]. In Qatar heeft hij een gemeubileerde woning van zijn werkgever betrokken. Hij betaalde voor deze woning geen huur. Tot de gedingstukken behoren verklaringen waaruit volgt dat belanghebbende gedurende zijn verblijf in Qatar zakelijke en persoonlijke contacten onderhield met mensen die hij via zijn werk dan wel via sportverenigingen en de “Dutch Speaking Association” had leren kennen.

2.2.

De echtgenote van belanghebbende was in Nederland werkzaam en bleef in Nederland wonen in de gezamenlijke koopwoning te [P]. Ook zijn meerderjarige kinderen verbleven in Nederland. Belanghebbende bouwde tijdens zijn werkzaamheden in Qatar pensioenrechten op bij het bedrijfspensioenfonds van [B]in Nederland.

2.3.

In de periode van maart 2008 tot en met juli 2011 heeft belanghebbende 281 dagen buiten Qatar doorgebracht. Hij heeft in die dagen zijn echtgenote, kinderen en familie in Nederland bezocht en is op vakantie geweest in andere landen. Zijn echtgenote heeft hem zes keer, in totaal 83 dagen, in Qatar bezocht.

2.4.

Op 5 juli 2010 heeft eiser een personenauto gekocht van het merk Porsche, [kenmerken](hierna: de auto). De datum van de registratie van de auto is 1 juli 2010.

2.5.

Op 6 juni 2011 heeft belanghebbende een aanvraag ingediend voor de vrijstelling voor een motorvoertuig behorende tot een verhuisboedel. In de aanvraag is – voor zover van belang – vermeld:

“(…)

2c Vanaf welke datum woont u in Nederland, of verwacht u in Nederland te wonen? 1 augustus 2011

(…)

2f Komen uw gezin en/of partner ook naar Nederland of het andere land van de Europese Unie? Ja

(…)

3b Hoe lang hebt u op dit adres gewoond? Van 02-03-2008 tot 31-07-2011

3c Had u een koop- of een huurwoning? Huurwoning Hof: de tekst “stuur een kopie van de huurovereenkomst mee” is doorgestreept; met pen is aangetekend “N.v.t. (company accomodation”)

3d Had u tijdens uw verblijf in het land buiten de Europese Unie woonruimte in Nederland of een ander land van de Europese Unie? Ja

(…)

4c Wat was de reden van uw vertrek? Werk

8. Op welke datum(s) verwacht u dat de goederen en/of dieren in Nederland aankomen? Of op welke datum zijn ze aangekomen? 15-08-2011

(…)”    

2.6.

De inspecteur heeft de aanvraag bij beschikking van 30 augustus 2011 afgewezen.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of de inspecteur de aanvraag voor de vrijstelling van belasting voor de personenauto, behorende tot de verhuisboedel, op goede gronden heeft afgewezen. Meer in het bijzonder houdt partijen verdeeld of belanghebbende gedurende zijn werkzaamheden in Qatar zijn normale verblijfplaats had in Qatar, zoals belanghebbende bepleit, danwel in Nederland, zoals de inspecteur voorstaat.

3.2.

Voor de nadere motivering van de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken, waaronder het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.

4 De overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing