Gerechtshof Amsterdam, 13-06-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2272, 12/00356
Gerechtshof Amsterdam, 13-06-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2272, 12/00356
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 13 juni 2013
- Datum publicatie
- 31 juli 2013
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2013:2272
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBHAA:2012:BW0067
- Zaaknummer
- 12/00356
Inhoudsindicatie
De in artikel 3.34 IB bedoelde willekeurige afschrijving op de boekwaarde van een daarvoor in aanmerking komend bedrijfsmiddel kan niet in enig jaar desgevraagd ook tot een negatief bedrag worden toegepast. Het begrip afschrijving zoals in de wet en het spraakgebruik wordt gehanteerd, sluit naar zijn aard een bijschrijving op de boekwaarde uit.
Uitspraak
kenmerk 12/00356
13 juni 2013
uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: mr. A.J.M. Borger (De Jong & Laan Accountants Belastingadviseurs te Rijssen)
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/5684 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Oost/kantoor Almelo,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 29 april 2011 aan belanghebbende voor het jaar 2009 een aanslag opgelegd in de vennootschapsbelasting berekend naar een belastbare winst van € 71.169. Gelijktijdig is bij beschikking een bedrag van € 71.169 aan verliezen uit voorgaande jaren verrekend met de belastbare winst van het onderhavige jaar (de verliesverrekeningsbeschikking).
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 1 oktober 2011, de aanslag verminderd tot een naar een belastbare winst van € 32.096 en de verliesverrekeningsbeschikking dienovereenkomstig verminderd.
Bij uitspraak van 22 maart 2012 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 2 mei 2012, aangevuld bij brief van 29 juni 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 mei 2013. Belanghebbende is, met kennisgeving, niet ter zitting verschenen.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.
“2.1. De activiteiten van eiseres (en haar twee in een fiscale eenheid gevoegde dochtermaatschappijen) bestaan uit de groothandel in en de bewerking van textielstoffen en textielgoederen.
In het jaar 2003 heeft eiseres voor een bedrag van € 327.065 een zogenoemde “hotmelt unit” aangeschaft. Hierop is in datzelfde jaar een bedrag van € 280.695 willekeurig afgeschreven. De fiscale boekwaarde van de “hotmelt unit” bedroeg per 31 december 2007 € 14.305.
Voor het jaar 2008 heeft eiseres aangifte vennootschapsbelasting gedaan naar een belastbare winst van € 77.402 en een belastbaar bedrag van nihil. Eiseres heeft in de aangifte ter zake van de “hotmelt unit” willekeurige afschrijving in aanmerking genomen naar een negatief bedrag van € 280.695. De aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2008 is met dagtekening 31 maart 2010 opgelegd overeenkomstig de aangifte.
Naar aanleiding van een door verweerder op 23 maart 2010 bij eiseres uitgevoerd boekenonderzoek over de jaren 2007 en 2008 is een rapport opgesteld gedagtekend 24 juni 2010. In dit rapport is onder meer geconcludeerd dat de onder 2.3 genoemde negatieve willekeurige afschrijving ten onrechte is toegepast.
Voor het jaar 2009 heeft eiseres aangifte vennootschapsbelasting gedaan naar een belastbare winst van € 32.096 en een belastbaar bedrag van nihil. In de aangifte is geen (willekeurige of normale) afschrijving in aanmerking genomen ter zake van de “hotmelt unit”. De aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2009 is opgelegd naar een belastbare winst van € 71.169 en een belastbaar bedrag van nihil. Verweerder heeft daarbij een bedrag van € 39.073 afschrijvingen op machines en installaties (niet zijnde de “hotmelt unit”) gecorrigeerd.
Eiseres heeft bezwaar tegen de aanslag vennootschapsbelasting 2009 en de verliesverrekeningsbeschikking gemaakt en daarbij in aanvulling op de aangifte een bedrag van € 10.000 als afschrijving in aanmerking genomen ter zake van de “hotmelt unit”.
Bij uitspraak op bezwaar is verweerder deels aan het bezwaar tegemoet gekomen en is het bedrag van de belastbare winst, alsmede het bedrag van de verrekende verliezen uit voorgaande jaren (overeenkomstig de oorspronkelijke aangifte) vastgesteld op € 32.096. Verweerder heeft daarbij niet de afschrijving van € 10.000 op de “hotmelt unit” in aanmerking genomen.”
Nu tegen de feitenvaststelling door de rechtbank, als hiervoor vermeld, door partijen geen bezwaren zijn ingebracht, gaat ook het Hof van die feiten uit.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of belanghebbende in het jaar 2009 € 10.000 kan afschrijven op de 'hotmelt unit' .