Gerechtshof Amsterdam, 12-09-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:3141, 12/00450, 12/00451 en 12/00454
Gerechtshof Amsterdam, 12-09-2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:3141, 12/00450, 12/00451 en 12/00454
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 12 september 2013
- Datum publicatie
- 30 september 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2013:3141
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:471, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 12/00450, 12/00451 en 12/00454
Inhoudsindicatie
De onderhavige KSB is geheven ter zake van deelneming aan buitenlandse kansspelen. Live-poker in toernooivorm is een casinospel. Er is sprake van een ongunstiger behandeling van buitenlandse live pokertoernooien, gelet op het verschil tussen de maatstaf van heffing van binnenlandse casinospelen en buitenlandse kansspelen, zodat het vrije verkeer van diensten voor deze spelvorm wordt belemmerd. Bij de binnenlandse internetkansspelen geldt als maatstaf het verschil tussen de inzetten en de prijzen. Eventuele verliezen kunnen door de organisator worden verrekend met toekomstige winsten. Bij buitenlandse internetkansspelen geldt als maatstaf het positieve verschil tussen de in een kalendermaand gewonnen prijzen en de in die kalendermaand gedane inzetten. Verliezen kunnen door de speler echter niet worden verrekend met winsten in een toekomstig tijdvak. Daar komt bij dat in de binnenlandse situatie de vergunninghouder, de saldomethode kan toepassen ten aanzien van alle spelers in een tijdvak hetgeen, zo heeft belanghebbende onweersproken gesteld, tot een aanzienlijk lagere belastingheffing (factor 10) kan leiden. Ook dit verschil in belastingheffing vormt een belemmering die meebrengt dat sprake is van een belemmering van het vrije dienstenverkeer.
Uitspraak
Kenmerk 12/00450, 12/00451 en 12/00454
12 september 2013
uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op de hogere beroepen van
[A], wonende te [B],
belanghebbende,
en het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst[-],
de inspecteur,
tegen de uitspraak in de zaak met nrs. AWB 11/4240 en 11/4241 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) van 23 mei 2012 in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 1 april 2011 aan belanghebbende voor het jaar 2009 een naheffingsaanslag opgelegd in de kansspelbelasting van € 17.999. Bij gelijktijdig genomen beschikking heeft hij een verzuimboete van € 1.799 opgelegd.
Eveneens met dagtekening 1 april 2011 heeft de inspecteur aan belanghebbende voor het jaar 2010 een naheffingsaanslag in de kansspelbelasting opgelegd van € 47.692. Bij gelijktijdig genomen beschikking heeft hij een verzuimboete opgelegd van € 4.760.
Na bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraken van 30 juni 2011 de naheffingsaanslagen en de verzuimboetebeschikkingen gehandhaafd.
Bij uitspraak van 23 mei 2012 heeft de rechtbank de door belanghebbende tegen die uitspraken ingestelde beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag voor het jaar 2009 gehandhaafd, de boetebeschikking voor dat jaar vernietigd, de naheffingsaanslag voor het jaar 2010 verminderd met € 3.910 (tot, naar het Hof begrijpt, een bedrag van € 43.782) en de boetebeschikking voor dat jaar vernietigd, met nevenbeslissingen inzake proceskosten en griffierecht als in die uitspraak vermeld.
Tegen de uitspraak van de rechtbank inzake het jaar 2009 (kenmerk AWB 11/4240) heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij een op 15 juni 2012 bij het Hof ingekomen geschrift dat is ingeschreven onder kenmerk nr. 12/00450. Het is aangevuld bij brief van 10 augustus 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft gerepliceerd en de inspecteur heeft gedupliceerd.
Het tegen de uitspraak van de rechtbank inzake het jaar 2010 (kenmerk AWB 11/4241) ingestelde hoger beroep van belanghebbende is bij het Hof eveneens ingekomen op 15 juni 2012 en is ingeschreven onder kenmerk nr. 12/00451. Het is aangevuld bij brief van 10 augustus 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft gerepliceerd en de inspecteur heeft gedupliceerd.
Tegen de uitspraak van de rechtbank inzake het jaar 2010 (kenmerk AWB 11/4241) heeft de inspecteur hoger beroep ingesteld bij een op 19 juni 2012 bij het Hof ingekomen geschrift dat is ingeschreven onder kenmerk nr. 12/00454. Het is aangevuld bij brieven van 26 juni 2012 en 30 oktober 2012. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Van belanghebbende zijn nadere stukken ontvangen op 31 mei 2013 en 4 juni 2013. Van de inspecteur is een nader stuk ontvangen op 31 mei 2013.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 juni 2013. Op die zitting zijn de zaken met kenmerk nrs. 12/00450, 12/00451 (hogere beroepen belanghebbende) en 12/00454 (hoger beroep inspecteur) gelijktijdig behandeld. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1 en 2.2 van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin (evenals in de overige hierna te citeren onderdelen van de uitspraak van de rechtbank) aangeduid als ‘eiser’, de inspecteur als ‘verweerder’.
"2.1. Eiser heeft in de jaren 2009 en 2010 deelgenomen aan kansspelen die op het internet zijn gespeeld en in 2010 aan live pokertoernooien in het buitenland. Eiser heeft de volgende prijzen gewonnen:
2009 2010
Kansspelen op internet: € 87.890 € 165.818
Overige buitenlandse kansspelen: € 0 € 59.255
Totaal: € 87.890 € 225.073
Tot de stukken behoort een overzicht van de door eiser in de onderhavige tijdvakken gewonnen prijzen. Dit overzicht luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
“Overige buitenlandse kansspelen
Datum Naam evenement Plaats Prijs Euro
28-jan-10 Aussie Millions Melbourne € 34.444,44
30-jan-10 Aussie Millions Melbourne € 3.936,25
21-apr-10 EPT San Remo San Remo € 9.035,00
24-apr-10 EPT Grand Final Monte Carlo € 1.500,00
07-jun-l0 World Series of Poker Las Vegas € 3.512,16
19-jun-10 World Series of Poker Las Vegas € 2.377,75
04-okt-l0 EPT London London € 4.450,12 ”
Tussen partijen is niet in geschil dat alleen de door eiser in San Remo en Londen gewonnen prijzen zijn verstrekt door binnen de Europese Unie gevestigde aanbieders.
De internetkansspelen waaraan eiser heeft deelgenomen en waarmee hij opgenoemde prijzen heeft gewonnen, zijn aangeboden door aanbieders handelend onder de naam: ‘Full Tilt Poker’, ‘Party Poker, ‘Pokerstars’ en ‘Ultimate Bet’. Ten aanzien van de twee laatste aanbieders is niet in geschil dat deze buiten de Europese Unie zijn gevestigd. Voorts is tussen partijen niet in geschil dat ‘Party Poker’ binnen de Europese Unie is gevestigd. Eiser heeft bij Party Poker een negatief resultaat geboekt van € 1.209,58.
Aan eiser is voor het jaar 2009 eerder een naheffingsaanslag opgelegd naar een grondslag van € 25.823. Eiser heeft in 2010 aangiften KSB ingediend naar een grondslag van € 60.616. De onderhavige naheffingsaanslagen zijn opgelegd voor het verschil tussen de hiervoor genoemde grondslagen en de onder 2.1 genoemde totaalbedragen voor de jaren 2009 en 2010."
In hoger beroep heeft belanghebbende bezwaar geuit tegen de vaststelling van de rechtbank dat ten aanzien van ‘Pokerstars’ niet in geschil zou zijn dat deze buiten de Europese Unie is gevestigd, althans heeft belanghebbende zich op het standpunt gesteld dat ‘Pokerstars’ haar diensten aanbiedt vanuit de Europese Unie. Op dit punt komt het Hof terug bij zijn beoordeling van het geschil. Voor het overige zijn tegen de door de rechtbank vastgestelde feiten en de daarbij vermelde bedragen geen bezwaren ingebracht, zodat ook het Hof daarvan zal uitgaan.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is in geschil of de inspecteur terecht over de jaren 2009 en 2010 kansspelbelasting (hierna: KSB) van belanghebbende heeft nageheven ter zake van de prijzen die hij heeft behaald bij deelname aan buitenlandse pokertoernooien en ter zake van de positieve opbrengsten (prijzen minus inzetten) die hij heeft behaald door deelname aan poker via buitenlandse internetsites. Het Hof zal de in de heffing betrokken bedragen hierna te zamen aanduiden als: de onderhavige prijzen.
Tussen partijen is niet in geschil dat de pokertoernooien en het internetpoker waaraan belanghebbende heeft deelgenomen kansspelen zijn in de zin van artikel 2 van de Wet op de kansspelbelasting (Wet KSB).
Het geschil spitst zich toe op de volgende punten:
- Is het pokerspel dat vanuit buitenlandse internetsites is aangeboden en waaraan belanghebbende in Nederland heeft deelgenomen, terecht aangemerkt als een buitenlands kansspel in de zin van artikel 2, derde lid, van de Wet KSB?
- Zijn binnenlandse pokertoernooien aan te merken als binnenlandse casinospelen in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet KSB?
- Is de heffing van KSB ter zake van de onderhavige prijzen in strijd met de vrijheid van kapitaalverkeer?
- Is de heffing van KSB ter zake van de onderhavige prijzen in strijd met de vrijheid van dienstenverkeer binnen de EU?
- Bij welke toernooien/internetsites waaraan belanghebbende heeft deelgenomen is sprake geweest van dienstenverkeer binnen de EU?
- Is de heffing van KSB ter zake van de onderhavige prijzen in strijd met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM?
- Heeft belanghebbende recht op vrijstelling uit hoofde van artikel 52 Besluit voorkoming dubbele belasting?
- Staat de omstandigheid dat de gewonnen prijzen via box 3 zijn betrokken in de heffing van inkomstenbelasting van belanghebbende, eraan in de weg dat de inspecteur die prijzen in de heffing van KSB betrekt?
In hoger beroep is niet meer in geschil dat de verzuimboetes dienen te vervallen.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.