Gerechtshof Amsterdam, 10-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:2810, 12/00579
Gerechtshof Amsterdam, 10-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:2810, 12/00579
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 10 juli 2014
- Datum publicatie
- 22 augustus 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2014:2810
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBHAA:2012:BX2725, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:1172, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 12/00579
Inhoudsindicatie
Naar het oordeel van het Hof staan de medewerkers tot belanghebbende in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet LB 1964. De loonbelasing is terecht inhouden en afgedragen op aangifte.
Uitspraak
Kenmerk 12/00579
10 juli 2014
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur
en het incidenteel hoger beroep van
de vereniging [belanghebbende], gevestigd te [vestigingsplaats],
belanghebbende
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/2455 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.Belanghebbende heeft over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 januari 2009 € 3.400 loonbelasting/premievolksverzekeringen (LH) ingehouden. Dit bedrag heeft belanghebbende op aangifte afgedragen.
De inspecteur heeft het door belanghebbende tegen de afdracht op aangifte gemaakte bezwaar bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 24 maart 2011, ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 9 juli 2012 heeft de rechtbank als volgt beslist (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de inhouding en afdracht op aangifte van januari 2009 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit (het Hof begrijpt dat de rechtbank hiermee een teruggaaf van de op aangifte afgedragen belasting verstaat);
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 1.965;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 302 vergoedt.”
Het tegen deze uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 17 augustus 2012 en aangevuld bij faxbericht van 12 november 2012. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en daarbij voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 6 mei 2013 heeft de inspecteur een reactie op het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingezonden.
Bij brief van 6 juni 2014 is een nader stuk van belanghebbende ontvangen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 juli 2014. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld:
Eiseres komt voort uit de in [jaartal] opgerichte stichting [belanghebbende] en is in [jaartal]opgericht. Het statutaire doel van eiseres is het behartigen van belangen van haar leden bij het in staat stellen een studie te volgen aan een [plaats 1] universiteit of een instelling van het hoger of middelbaar beroepsonderwijs en het bevorderen van wetenschap en kunsten, in het bijzonder de kunstzinnige film, in het bijzonder de kwaliteitsfilm ten behoeve van het daarin geïnteresseerde publiek.
Eiseres drijft een onderneming. De onderneming is belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting en treedt in concurrentie met andere ondernemingen. De bedrijfsactiviteiten van de onderneming bestaan uit de exploitatie van een door haar rechtsvoorganger in [jaartal] opgerichte bioscoop (met drie filmzalen), een cafébedrijf in het pand van de bioscoop, zalenverhuur en het organiseren van evenementen en festivals. Behalve arthouse-films staan ook commerciële, mainstreamfilms en kinderfilms op het programma van de bioscoop.
Sedert 1989 worden de werkzaamheden in de onderneming uitsluitend verricht door leden van eiseres. Sedertdien zijn voor personen werkzaam in de onderneming geen loonheffing of premies werknemersverzekeringen ingehouden en afgedragen. Zowel de uitvoeringsorganisatie voor de werknemersverzekeringen (toentertijd een bij het Gemeenschappelijk administratiekantoor/GAK aangesloten bedrijfsvereniging) als de Belastingdienst hebben eerder, laatstelijk in de jaren negentig, onderzoek gedaan naar de vraag of sprake is van loonbelastingplichtige of verplicht verzekerde dienstbetrekkingen en geconcludeerd dat van loonbelastingplicht of verplichte verzekering in de onderneming van eiseres geen sprake was. In juli 2009 waren er circa 53 leden.
In 2007 is verweerder begonnen met een boekenonderzoek bij eiseres naar de feiten en omstandigheden waaronder de werkzaamheden door de natuurlijke personen in de onderneming worden verricht. De onderzoeksresultaten zijn aanvankelijk neergelegd in een rapportage van 12 februari 2008. Het onderzoek is nadien aangevuld en uitgemond in een rapport van verweerder van 8 februari 2011. Ondertussen heeft veelvuldig overleg tussen partijen plaatsgevonden. Teneinde zekerheid te verkrijgen over haar rechtspositie als gesteld inhoudingsplichtige heeft eiseres de thans bestreden aangifte gedaan en daar onderhavig rechtsmiddel tegen ingesteld.
De werkzaamheden in de onderneming van eiseres worden uitsluitend verricht door een door een sollicitatiecommissie toegelaten groep personen, die allen lid zijn van de vereniging (hierna: de leden). Om lid te worden moet de persoon student in [plaats 1]zijn. Elke maandag is er een algemene vergadering waar alle leden geacht worden aanwezig te zijn. De leden moeten zich beschikbaar stellen voor de zogenoemde urendruk per week. De normale urendruk per week is 16 uur. Elke week - voor de weekvergadering – moeten de leden op een intekenrooster aangeven wanneer zij beschikbaar zijn. De roostercommissie deelt vervolgens de leden in in een rooster dat zodanig is dat de vereiste bezetting met personeel voor de gehele week voor alle werkzaamheden in de onderneming verzekerd is. Bij de inroostering wordt rekening gehouden met ingetekende (absolute) verhindering van leden. Ingeroosterde diensten kunnen onderling worden geruild, maar eiseres ontmoedigt het onderling ruilen. Bij ziekte wordt onder de leden vervanging gezocht. Is een lid minder dan de urendruk van 16 uur ingeroosterd of werkt hij feitelijk minder dan dat aantal uren, dan wordt het verschil als minuren geregistreerd; als het lid meer dan de urendruk van 16 uren is ingeroosterd en/of meer werkt levert dat plusuren op. De leden ontvangen een vaste toelage van € 520 per maand. Indien gemiddeld 16 uur per week gewerkt wordt, is dat € 7,50 gemiddeld per uur. Indien een lid te veel - 60 uren of meer - minuren opbouwt, dan wordt hij daarop aangesproken. De toelage kan dan worden gehalveerd tot het aantal minuren is afgebouwd tot minder dan 60. Indien een lid zich structureel niet beschikbaar stelt, kan dat leiden tot het staken van de toelage. Een lid kan overeenkomstig het verenigingsrecht uit het lidmaatschap worden ontzet. Indien een lid veel plusuren heeft, kan hij zich minder beschikbaar stellen, terwijl de toelage nog wel doorloopt. De minder gewerkte uren komen dan op zijn plusuren in mindering. Indien het einde van het lidmaatschap in zicht is en het lid heeft nog een aanzienlijk aantal plusuren staan, kan hij zonder te werken de toelage doorbetaald krijgen naar rato van het aantal plusuren. Als hij minuren heeft bij het einde van het lidmaatschap, moet hij zonder toelage doorwerken tot de minuren op 0 staan. Ook voor overheadtaken als de roostercommissie en het organiseren van evenementen worden uren geregistreerd. Het urenbeleid en vele facetten van de gang van zaken binnen de onderneming zijn neergelegd in documenten (statuten, reglementen, Bestuursformat, Wie wat waar handboek, plannen, e.d.) die door eiseres zijn vastgesteld. De besluitvorming in de vereniging en daarmee in de onderneming komt tot stand met volstrekte meerderheid van stemmen van de leden. Er is een dagelijks bestuur dat toezicht houdt op de uitvoering van taken en werkzaamheden door diverse commissies waaronder de roostercommissie, financiële commissie en sollicitatiecommissie en de uitvoering van de werkzaamheden door de leden. Van alle overleg worden notulen bijgehouden. Tegen onwelgevallige beslissingen van bestuurders of commissiecoördinatoren kunnen leden beroep instellen bij de algemene vergadering.
De hiervoor vermelde feiten zijn door partijen niet bestreden behoudens de volgende zin in rechtsoverweging 2.5. “De besluitvorming in de vereniging en daarmee in de onderneming komt tot stand met volstrekte meerderheid van stemmen van de leden”. Het Hof zal van de hiervoor vermelde feiten uitgaan met uitzondering van genoemde zin. Het Hof voegt aan de feiten nog het volgende toe.
Belanghebbende is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid. Het Hof zal de personen die binnen de onderneming van belanghebbende werkzaamheden verrichten aanduiden als “de medewerkers”.
In het reglement (vastgesteld en goedgekeurd door de algemene vergadering van 9 januari 2006) van belanghebbende is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“Leden
Art. 2b.
1. De (aspirant-)leden hebben een zorgplicht ten aanzien van matenalen en gebouwen
van de vereniging, en zijn verplicht de belangen van de vereniging naar beste kunnen te dienen.
2. De (aspirant-)leden gedragen zich correct in de omgang met andere leden en bezoekers.
3. Zij dienen de besluiten van het bestuur, de algemene ledenvergadering en/of het
weekoverleg naar behoren uit te voeren.
4. Leden worden geacht de inhoud van de statuten en het reglement te kennen.
5. Bij aanvang van het lidmaatschap wordt aan de leden een kopie van de statuten en
de reglementen uitgereikt.
(…)
Zaalhuur
Het doel van de Zaalhuurcommissie is het bevorderen van zaalhuren binnen [belanghebbende] door externe partijen en het vlekkeloos Laten verlopen van deze zaaihuren.
1.De verantwoordelijke persoon dient één dag per week op kantoor aanwezig te zijn om vragen te beantwoorden over de telefoon. Voor de rest van de week is er een algemeen e-mailadres die gecheckt dient te worden.
2. De verantwoordelijke persoon dient regelmatig contact op te nemen met de penningmeester over uitgaande facturen.
3. Alle afspraken en handelingen van de betreffende persoon dienen vastgelegd te worden zowel digitaal als op papier in de speciaal daarvoor bestemde mappen.
4. De roostercommissie is als eerste betrokken bij de zaalhuren. Er dient duidelijk te worden gecommuniceerd naar de roosteraars wie? wat? waar? en wanneer? er gaat plaatsvinden.
5. De uren die de verantwoordelijke persoon nodig heeft voor de zaalhuren zijn aan verandering onderhevig.”
(…)
Borderellen
Art. 28
Het doel van de Borderellencommissie is het zorgdragen voor de juiste financiële afrekening van films, die in [belanghebbende] gedraaid hebben.
1. De Borderellencommissie is een éénmanscommissie.
2. De verantwoordelijke persoon dient elke week de recettestaten per film naar de desbetreffende distributeur te zenden. Bovendien dienen de recettestaten voor eigen gebruik van de juiste code te worden voorzien, waarna ze opgeslagen dienen te worden in de daarvoor bestemde map.
3. De verantwoordelijke persoon dient elke week de inkomende facturen van distributeurs te controleren. In het geval van juiste facturering dienen de facturen overgedragen te worden aan de penningmeester. In het geval van onjuiste facturering dient de verantwoordelijke persoon contact op te nemen met de desbetreffende distributeur en, indien nodig, met [naam].
4. De verantwoordelijke persoon dient een regelmatig contact te onderhouden met de penningmeester, de programmeringscommissie, de boekhouder en [naam] over de inkomende facturen van distributeurs.”
In het bestuursformat april 2009-september 2009 is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“Urenbeleid
[belanghebbende] is een vereniging waarin vrijwilligers werkzaam zijn. Deze krijgen geen
salaris, maar een toelage. Het basisprincipe dat ten grondslag ligt aan onze statuten,
is dat studenten naast hun studie kunnen leven van de inkomsten die uitsluitend
voort komen uit werkzaamheden die in dit bedrijf worden verricht. De volgende
constructie bedacht voor het hebben van een inkomen, zonder het ontvangen van
‘salaris’:
Vrijwilligers met een gemiddelde leeftijd van 23 jaar kunnen een bepaalde toelage
uitgekeerd krijgen (de gemiddelde leeftijd wordt bijgehouden via het ledenregister
bestand. Zorg dat de secretaris dit op basis van anciënniteit bijhoudt). Dit is een
kleine financiële tegemoetkoming voor alle tijd en energie die iemand in een
vereniging steekt. In het belang van onze medewerkers dient deze toelage ten alle
tijden gemaximaliseerd worden. Omdat het verenigingsleven en de bedrijfsvoering
hier enigszins overlappen, vraagt [belanghebbende] een aspirant lid om ten minste 16 uur per
week (gemiddelde urendruk) beschikbaar te zijn. Dit komt neer op ongeveer 70 uur
per maand werken, waar een gemaximaliseerde toelage tegenover staat. Het komt
echter voor dat een medewerker soms meer en soms minder dan 16 uur per week
werkt. Dit leidt dan respectievelijk tot plus en minuren.
Het organiseren van evenementen en werkzaamheden in commissies kost tijd
en energie. Deze tijd en energie kan tijdens deze speciale werkzaamheden
logischerwijs niet gestoken worden in de diensten die een medewerker zou moeten
draaien. Dan loopt een medewerker minuren op. Deze worden gecompenseerd door
ons declaratiesysteem en vaste uren voor bepaalde verantwoordelijkheden. Er zijn
voor evenementen inmiddels richtlijnen bedacht voor wat er te declareren valt. Als er
meer uren in een evenement worden gestopt kan dat via een ingestemde afrekening.
Vroeger kon men een derde van de gewerkte uren declareren (de bekende
twee/derde vrijwilligheid regel). Maar omdat er in het verleden situaties zijn geweest
waarin medewerkers exorbitante hoeveelheden uren declareerden (bijvoorbeeld na
festivals) is daar een constructie voor bedacht en ingestemd.
Afspraken met de roostercoördinator over hoe de gedeclareerde uren
verspreid worden over de tijd die aan het evenement is gewerkt is noodzakelijk. Dit
voorkomt dat de urendruk niet opeens enorm uitschiet. Beter is het om één keer per
week een X aantal uren te declareren totdat het aantal gerekende uren voor het
evenement is bereikt. De uren worden vanaf heden bijgewerkt door iemand van
postmedewerkers en de roostercoördinator. Dit voorkomt fouten.
Standaard declaratie sleutel
Gewerkte uren Te declareren deel
De eerste 50 uur 1/3
Het 51e tot en met het 250e uur 1/4
Het 25le tot en met het 1000e uur 1/5
Het l00le uur en meer... 1/6
Rekenvoorbeeld:
50 uur = 35 * 1/3 = 11.5 uur declareren
150 uur 35* 1/3 + 100 * 1/4 = 36.5 uur declareren
300 uur = 35* 1/3 + 200 * 1/4 + 5Q * 1/5 = 61.5 uur declareren
Uren zijn in dit model bedoeld om te voorkomen dat min-uren worden opgelopen
door het organiseren van evenementen. Deze urenverdeelsleutel gaat ervan uit dat
geen van de gewerkte uren geheel onvergoed zouden moeten blijven. Bij besteding
van meer uren stijgt de mate van vrijwilligheid. Deze regeling geldt niet voor werk
waarin de uren declaratie vastligt in een beleidsplan of voorstel.
(…)
Nieuwe medewerkers
Ons medewerkersbestand is constant aan roulatie onderhevig. Als een nieuwe
medewerker in de vereniging werkzaam is, wordt aan de sollicitatie coördinator
gevraagd om een persoonlijk ontwikkelingsplan aan post medewerkers te
overhandigen. Hierin wordt een korte omschrijving van de persoon gegeven: wat is
C zijn of haar achtergrond en waar liggen zijn of haar kwaliteiten en ambities.
Om ervoor te zorgen dat aspirant leden snel een plek vinden binnen de
Vereniging zal er voor het eerste weekoverleg van een aspirantlid een kort
intakegesprek gevoerd worden met het bestuur. Zes weken na het draaien van de
eerste dienst (dat is meestal acht weken nadat iemand is aangenomen) zal er een
evaluatiegesprek plaats vinden. Bij dit gesprek zullen aanwezig zijn: een lid van de
sollicitatiecommissie, de inwerkpersoon, het aspirant-lid en het bestuur. In dit
gesprek zal gekeken worden of de nieuwe medewerker het naar haar zin heeft, maar
ook of zij globaal weet wat er van haar verwacht wordt en of zij hieraan kan voldoen.
Het persoonlijke ontwikkelingsplan wordt in het gesprek gebruikt als handvat en zorgt
daarbij ook voor perspectief in het gesprek.
Daarnaast moet het aspirant-lid beseffen dat na het instemmen het verplicht is
deel te nemen aan een commissie. In het medewerkersdossier staat wanneer
iemand te laat is gekomen voor zijn dienst. Ook dit is vooral in de evaluatie en het
instemmingsgesprek heel erg belangrijk. Het te laat komen van aspirant leden moet
direct aangepakt worden. In deze periode zijn mensen nog goed te vormen en is het
makkelijker om de noodzaak aan te geven van het op tijd komen.
Naar aanleiding van het evaluatiegesprek wordt besloten of het nieuwe lid ter
stemming aan de vereniging wordt voorgedragen. Deze stemming zal plaats vinden
nadat het aspirant-lid 1 0 weken in de vereniging werkzaam is. (zie voor een
handleiding van de zesweken-evaluatie het bestand “zes weken evaluatie en
stemmingsgesprek” in de map Aspirant-leden en stemming).
Op het moment dat een medewerker is ingestemd volgt er een tweede gesprek ten
behoeve van het bevorderen van de doorstroom van de nieuwe leden naar een
commissiepost. De medewerker krijgt door de stembriefjes een beeld hoe de
vereniging vindt dat hij/zij functioneert. Motivaties van stemming worden hier
besproken, de scores worden niet besproken. Ook hier dienen de sollco coördinator
(of een ander lid van van de sollco) en de inwerkpersoon bij aanwezig te zijn.
Contact met de sollco is erg belangrijk voor Post medewerkers. De sollco
beslist over de inwerkpersonen maar daar moet goed opgelet worden. Als het niet
goed gaat voor een aspirant lid moet post medewerkers samen met de sollco
coördinator gezocht worden naar een oplossing
(…)
Logistieke roosterproblemen zijn sinds februari 2008 sterk toegenomen
vanwege een tekort aan cabines en smeerders. Het twee weken vooruit roosteren is
een prettige constructie voor de hele vereniging, maar heeft als nadeel dat het ruilen
van diensten sterk is toegenomen. Naast het feit dat het ruilen van diensten veel tijd
kost op het weekoverleg hoeft dit geen probleem te zijn, mits het binnen de perken
blijft en het niet leidt tot structureel niet op komen dagen. Post Medewerkers moet
erop toezien dat het ruilen van diensten op een gezonde manier verloopt. Bellen blijft
het beste middel. Inwerkpersonen en aspirant-leden moeten natuurlijk wel op
dezelfde diensten blijven werken.
(…)
Functioneren van medewerkers
De functioneringsgesprekken vinden plaats op het moment dat het bestuur het
gevoel heeft dat een medewerker niet optimaal functioneert of bijvoorbeeld
structureel te laat komt. Tijdens deze gesprekken wordt gekeken naar het waarom
van de problemen en gezocht naar eventuele oplossingen. In het Post-Medewerkers
mapje op de server vind je tips en trucs voor functioneringsgesprekken. Indien de
problemen blijven voortduren en de medewerker heeft hier schuld aan volgt een
tweede gesprek. Wanneer dit niet leidt tot verbetering krijgt de medewerker een
schriftelijke waarschuwing die door Post Medewerkers en de betreffende
medewerker worden ondertekend. Mocht dit niet het juiste resultaat opleveren dan
kan er een schorsing of zelfs ontzetting volgen. Dit laatste heeft grote gevolgen voor
de sfeer binnen de Vereniging en moet dan ook gezien worden als een laatste
redmiddel. Wacht niet te lang met medewerkers aanspreken op hun nalatigheid.
Regel: 3x meer dan een half uur te laat is een officiële waarschuwing. ( Dit is geen
harde regel maar een richtlijn het is altijd aan Post Medewerkers om naar elke
situatie te kijken naar wat er allemaal speelt per verenigingslid.)
Daarna elke keer meer dan een half uur te laat weer een waarschuwing.
Na een jaar vervalt één waarschuwing.
Registreren functioneren
Op de computer is een beveiligde map aangemaakt met de naam “Post
Medewerkers” die alleen toegankelijk is voor.. Post Medewerkers. Hierin vind je een
mapje ‘medewerkers’ waarin van elke medewerker een bestand zit. Het functioneren
(te laat komen etc), individuele gesprekken, verantwoordelijkheden, POP en
status(nul/achturigschap) van de medewerker wordt hier bijgehouden.
Ook moet worden bijgehouden welke medewerker in welke week bij een week- of
stafoverleg of ALV afwezig was. Aanwezigheid wordt bijgehouden door de junior-post
medewerkers. Schroom dan ook niet om iemand aan te spreken als iemand vaak niet
op weekoverleg of ALV komt zonder af te melden.
Er moet echter niet uit het oog verloren worden dat medewerkers elkaar blijven
aanspreken op het te laat komen. Dus als mensen elkaar weer goed aanspreken kan
er over na gedacht worden over het afschaffen van de prikklok.”
In het handboek “wie wat waar” van belanghebbende is onder meer opgenomen;
“Deel 4: De Diensten
Het nu volgende deel heeft betrekking op alles wat je moet weten over de foyer van [belanghebbende]. Het is bedoeld als eerste kennismaking voor nieuwe (aspirant)-leden met verschillende foyerdiensten. Er staat onder andere in wat er van je verwacht wordt tijdens zo’n dienst. (…)
Ten eerste: Bij binnenkomst van je dienst vul je altijd de prikklok in. Als je te laat bent schrijf je op hoeveel minuten. Als je de prikklok niet invult krijg je twee minuren!”
In dit handboek wordt voorts verder beschreven “wat er gedaan moet worden”. Onder de beschreven werkzaamheden zijn opgenomen het helpen van klanten, het schoon houden en het voorbereiden.
In het Beleidsplan Bestuur 2008 van belanghebbende is, voor zover van belang, opgenomen:
“Functioneren medewerkers
Het functioneren wordt bepaald door:
-op tijd komen
-diensten goed uitvoeren
- actief zijn en verantwoordelijkheid dragen binnen de vereniging
-minuren
Als een [lid]niet goed functioneert, vindt een functioneringsgesprek plaats. Er wordt gekeken naar het probleem en gezocht naar mogelijke oplossingen.”
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep is, evenals in eerste aanleg, in geschil of terecht LH is ingehouden en afgedragen op aangifte. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat sprake is van dienstbetrekkingen tussen enerzijds belanghebbende (als werkgever) en anderzijds de medewerkers (als werknemers), hetzij in privaatrechtelijke zin dan wel op grond van het bepaalde in artikel 4, aanhef en onderdeel e, van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet LB 1964) in samenhang met artikel 2c van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (een zogenaamde fictieve dienstbetrekking).
Belanghebbende verdedigt dat geen sprake is van (fictieve) dienstbetrekkingen tussen haar enerzijds en de medewerkers anderzijds.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal