Home

Gerechtshof Amsterdam, 18-12-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5834, 14/00135

Gerechtshof Amsterdam, 18-12-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5834, 14/00135

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
18 december 2014
Datum publicatie
21 januari 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2014:5834
Formele relaties
Zaaknummer
14/00135

Inhoudsindicatie

Belanghebbende is eigenaar van een aantal vakantiewoningen op een vakantiepark. Belanghebbende verricht werkzaamheden ten behoeve van het park. De inkomsten uit de exploitatie van de woningen worden door het Hof gekwalificeerd als inkomsten uit sparen en beleggen.

Uitspraak

kenmerk 14/00135

18 december 2014

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X], te [Z], belanghebbende,gemachtigde: mr. C.V. Appelman (PricewaterhouseCoopers te Alkmaar)

tegen de uitspraak van 15 januari 2014 in de zaak met kenmerk AWB 13/778 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van (voorheen) de Belastingdienst/Holland-Noord, kantoor Hoorn,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 15 juni 2012 aan belanghebbende voor het jaar 2008 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 100.474, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 160.717 en een inkomen uit sparen en beleggen van € 285.035.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 20 december 2012, de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Bij uitspraak van 15 januari 2014 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 26 februari 2014, aangevuld bij brief van 27 maart 2014. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Daartoe door het Hof in de gelegenheid gesteld, heeft belanghebbende een conclusie van repliek ingediend, waarop door de inspecteur is gereageerd bij conclusie van dupliek.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 november 2014. Van het verhan-delde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1 tot en met 2.9 van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiser’, de inspecteur als ‘verweerder’.

“2.1. Eiser, geboren in 1940, is enig aandeelhouder van [A bv] en commissaris van de [X-Groep]. De algemeen directeur van de [X-Groep] is [B] (hierna ook: de zoon).

2.2.

Tot de [X-Groep] behoort [C bv] Deze BV heeft grond verworven van de gemeente [Z] en heeft hierop ongeveer 80 vakantiewoningen laten bouwen, [vakantiepark H] vormend.

[C bv] is eigenaar van de straten en de collectieve voorzieningen in het park en van 14 afzonderlijke vakantiewoningen. Eiser heeft in 2004 22 vakantiewoningen gekocht, drie zoons van eiser elk 10 woningen en derden zijn eigenaar van de resterende woningen. Eiser heeft in 2008 één vakantiewoning bijgekocht. De aankoop van de 23 woningen is gefinancierd met een lening van [A bv]

2.3.

Het beheer was tot en met 2006 in handen van derden, waaronder [E bv] Deze BV ontving hiervoor 25% provisie van de huur.

[C bv] heeft op 10 oktober 2006 [D bv] (hierna: de BV) opgericht om de exploitatie en het beheer van het vakantiepark op zich te nemen.

De zoon van eiser is directeur en enig aandeelhouder van de BV.

2.4.

Tot de dossierstukken behoort een Algemene beheerovereenkomst gesloten tussen de BV en de Vereniging van Eigenaren van [vakantiepark H]. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:

“(…)

Algemene bepalingen

In deze algemene beheerovereenkomst wordt verstaan onder:

(…)

• De beheerder: [D bv], of een door deze vennootschap nader aan te wijzen derde.

(…)

• Exploitant: [D bv], of een door deze vennootschap nader aan te wijzen derde, of de rechtsopvolger van [D bv].

(…)

Artikel 1 – Beheer

1.1.

De beheerder zal jegens de Vereniging met inachtneming van het huishoudelijk reglement het beheer van het park en de algemene voorzieningen uitoefenen. (…)

1.2.

De beheerder zal zorgdragen voor de instandhouding van voorzieningen ten behoeve van doorvoer van energie en signalen voor openbare nutsdoeleinden en riolering voorzover gelegen in grond die aan hem in eigendom toebehoort dan wel onder zijn beheer valt.

(…)

2.1.

Beheer- en onderhoud van de eigendommen [C bv]

a. Onder beheer en onderhoud van de aan [C bv] verblijvende eigendommen op het park wordt verstaan het beheren en onderhouden van de grondstukken gelegen op het park welke ten dienste staan aan de leden van de Vereniging, tevens het onderhouden en beheren van ten behoeve van de percelen en exterieur van de eigendommen van de individuele eigenaar, alsmede hetgeen in, op of aan de grondstukken zijn verankerd zoals verhardingen, beplantingen, bewegwijzering, slagboominstallatie, straatverlichting, kabels en leidingen, speelattributen, etc.

(…)

2.2

Algemene beheerstaken

a. Het verzorgen van de veiligheid op het park.

b. Het organiseren en uitvoeren van de vuilafvoer. (…)

c. Het aanwezig zijn van een contactpersoon die namens de beheerder optreedt.

d. Het opstellen van onderhoudsplannen en -begrotingen, alsmede het verzorgen van de reserveringen ten behoeve van groot onderhoud aan wegen en paden, infrastructuur en terreinvoorzieningen.

e. De organisatie van recreatieve activiteiten.

f. Opnemen van meterstanden van de vakantievilla’s.

(…)

Artikel 4 - Vergoedingen

4.1

De in artikel 2, leden 1 en 2 genoemde werkzaamheden betreffen beheer- en onderhoudstaken uitgevoerd in opdracht van de Vereniging door de beheerder, met uitzondering van lid 2.1d. De hieraan door de beheerder bestede uren worden gedekt vanuit de beheervergoeding, zoals bedoeld in artikel 7.2.1c van de leveringsakte.

(…)

Artikel 6 – Uitvoering beheerswerkzaamheden

6.1

De Beheerder zal de uitvoering van haar beheerswerkzaamheden uitvoeren zoals een goed huisvader betaamt.

6.2

De beheerder is gerechtigd de werkzaamheden in het kader van het beheer uit te doen voeren door derden, hetgeen de verantwoordelijkheid van beheerder het werk aangaande onverlet laat.

(…)”

2.5.

Tot de dossierstukken behoort een individuele beheerovereenkomst die wordt gesloten tussen een eigenaar van een vakantiewoning en de BV. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:

“De ondergetekenden:

1. De heer / mevrouw…,

eigenaar van vakantievilla 7** (…)

en

De besloten vennootschap [D bv]

(…)

of een nader door haar aan te wijzen derde,

hierna ook te noemen “de beheerder”.

(…)

Artikel 1 – Beheer

1.1

De eigenaar draagt hierbij aan de beheerder over de bevoegdheden, die zij als eigenaar heeft voor zover het betreft het verrichten van beheerwerkzaamheden aan de in eigendom zijnde vakantievilla(‘s), welke werkzaamheden worden verricht voor rekening en risico van de eigenaar.

(…)

Artikel 2 – Beschrijving van de Beheerswerkzaamheden

2.1

Beheer van Eigendom individuele eigenaar

a. Onder beheer van de aan de eigenaar verblijvende eigendommen op [vakantiepark H] wordt verstaan het onderhouden en beheren van ten behoeve van de percelen en exterieur van de eigendommen van de individuele eigenaar, alsmede hetgeen in, op of aan de grondstukken zijn verankerd zoals verhardingen, beplantingen, kabels en leidingen, etc.

(…)

Artikel 3 - Vergoedingen

Met betrekking tot de in artikel 2 genoemde beheerswerkzaamheden ontvangt de Beheerder conform het gestelde in de leveringsakte van de individuele eigendommen vergoedingen van de eigenaar. Deze vergoedingen zijn nader gespecificeerd in de bijlage bij deze beheerovereenkomst.

(…)

4.2

Uitbesteding

De beheerder is gerechtigd de werkzaamheden in het kader van het beheer uit te doen voeren door derden, hetgeen de verantwoordelijkheid van beheerder het werk aangaande onverlet laat.

(…)”

2.6.

Tot de dossierstukken behoren de “Verhuurvoorwaarden seizoen 2007 voor verhuur van vakantievilla’s op [vakantiepark H]”. Hierin is onder meer het volgende bepaald:

“(…)

1.1.

De eigenaar staat er tegenover [D bv], zijnde de verhuurorganisatie, voor in dat de vakantievilla niet aan derden wordt verhuurd of in gebruik wordt gegeven, anders dan volgens de hierna omschreven voorwaarden.

(…)

1.3.

De verhuurorganisatie draagt zorg voor een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van de verhuur over de vakantievilla’s.

(…)

3.1.

De verhuurorganisatie draagt zorg voor de inning van de huurpenningen.

3.2.

De verhuurorganisatie ontvangt voor de verhuurbemiddeling een vergoeding van 25% excl. btw over de huursom excl. btw.

(…)

5.1.

De verhuurorganisatie verplicht zich de nodige inspanning te getroosten de vakantievilla’s op [vakantiepark H] zo optimaal mogelijk te verhuren, eventueel door inschakeling van andere verhuurorganisaties, zonder jegens de eigenaar enige garantie hieromtrent op zich te nemen.

5.2.

De verhuurorganisatie is belast met de feitelijke verhuur.

(...)

5.5.

De verhuurorganisatie is verplicht om reparaties en schades zo spoedig mogelijk te (laten) herstellen.

(…)

8. Vakantievillabeheer

Teneinde voor een doelmatig en kwalitatief goed vakantievillabeheer te kunnen zorgdragen is de eigenaar verplicht een vastgestelde bijdrage te betalen voor een aantal diensten, uitgevoerd door de verhuurorganisatie dan wel in haar opdracht.

(…)”

2.7.

Het daadwerkelijke rendement op de exploitatie van de vakantiewoningen was in de jaren 2004 tot en met 2007 negatief.

Eiser is vanaf 1 januari 2008 werkzaamheden ten behoeve van [vakantiepark H] gaan verrichten. Eiser geeft de volgende opsomming van werkzaamheden:

1. voorbereiden, bijwonen en leiden van vergaderingen

2. werken aan verhoging van de huurinkomsten, zoals het bezighouden met reclame, overleg met touroperators en het opzetten van een website

3. parkmanagement

4. opzetten van centrale voorzieningen (boerderij, accommodatie voor gezelschappen en verhuur boten en fietsen)

5. verbeteren en periodiseren van het onderhoud aan de woningen en de tuinen

6. bevorderen van kwaliteit en imago van het park

7. zorgdragen voor veiligheid op het park.

Eiser ontvangt voor deze werkzaamheden geen vergoeding.

2.8.

Eiser heeft de 22 vakantiewoningen in de jaren 2004 tot en met het jaar 2007 aangegeven als onderdeel van de rendementsgrondslag ter berekening van het voordeel uit sparen en beleggen (box 3).

Met ingang van 2008 heeft eiser de resultaten van de exploitatie van de (inmiddels) 23 woningen aangegeven als winst uit onderneming (box 1).

Eiser heeft voor het jaar 2008 aangifte ib/pvv gedaan naar een verzamelinkomen van € 390.617. In deze aangifte heeft eiser onder meer een negatieve winst uit onderneming aangegeven van € 176.185. De gehanteerde naam van de onderneming luidt “23 woningen [vakantiepark H]” en als omschrijving van de activiteiten van de onderneming staat ‘ontwikkelen en realiseren van vakantiewoningen, aan- en verkoop en verhuur van onroerende goederen’ vermeld.

Eiser heeft op 24 april 2012 een herziene aangifte over 2008 ingediend naar een verzamelinkomen van € 428.296. In deze aangifte is een negatieve winst uit onderneming van € 115.773 vermeld.

Eiser heeft over 2008 een jaarrekening opgemaakt met een eindvermogen van € 502.279.

2.9.

Eiser heeft de winst over de jaren 2008 tot en met 2012 als volgt berekend:

2008: -/- € 115.773

2009: -/- € 93.327

2010: -/- € 89.636

2011: -/- € 28.871

2012: € 5.611”

Nu de hiervoor vermelde feiten en omstandigheden niet zijn betwist, zal ook het Hof daarvan uitgaan. Het Hof vult deze feiten als volgt aan.

2.2.

In het proces-verbaal van de zitting van het Hof is namens belanghebbende het volgende verklaard:

“[J]:

Het vakantiepark werkt met een pool waarin de verhuuropbrengsten gelijkelijk verdeeld worden. Belanghebbende heeft op dit moment 47 van de woningen in zijn bezit. Hij heeft 10 woningen van zijn zoon [B] overgenomen. Hij heeft ook 14 woningen via [C bv] verworven, nu belanghebbende middellijk aandeelhouder van die vennootschap is geworden. En 23 woningen had hij al. Maakt in totaal 47 woningen. De eerste 23 woningen zijn al in een vrij vroeg stadium van [C bv] naar belanghebbende gegaan. Ze zijn overgegaan tegen een zakelijke prijs. Dat was in 2004. 14 woningen bleven over in [C bv] De andere woningen zijn op naam van de drie zoons gekomen. Elk 10, in totaal dus 30. [C bv] heeft de woningen laten bouwen. Die vennootschap behoorde tot juli 2014 tot de [X-Groep]. Belanghebbende is destijds begonnen met de [X-Groep]. De groep is vervolgens overgegaan op de oudste zoon. De overdragende vennootschap was [A bv] is 100% eigendom van belanghebbende. De [X-Groep] heeft het park ontwikkeld met het idee een rendabel park neer te zetten. Naast het park stond al een ander groot park met 424 vakantiewoningen. Dat vakantiepark heet [vakantiepark I]. Echter, de klad kwam in de markt en [vakantiepark I] verloederde steeds meer. Dit had een negatieve uitstraling naar het andere vakantiepark, [vakantiepark H].

In feite zijn de woningen in opdracht van belanghebbende gerealiseerd. Omdat belanghebbende vond dat de woningen te weinig rendeerden, heeft hij de exploitatie opgepakt om de rentabiliteit danig te verbeteren.

Op 15 juli 2014 zijn de aandelen [C bv] overgenomen door belanghebbende, althans door [F bv] De aandelen [F bv] worden gehouden door [A bv]

De 23 woningen van belanghebbende zijn in 2012 aan [G bv] verkocht en daarna, in 2014, aan [C bv]

is steeds de aandeelhouder van [D bv] geweest.

De 25% verhuurbemiddelingsfee gaat naar [D bv]

Belanghebbende heeft de leeftijd van 74 jaar.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Evenals voor de rechtbank het geval was, is in hoger beroep in geschil of de inkomsten die belanghebbende geniet uit de exploitatie van zijn recreatiewoningen te [Z] (zoals belanghebbende stelt) als inkomsten uit werk en woning – primair als winst uit onderneming en subsidiair als resultaat uit overige werkzaamheden – dan wel (zoals de inspecteur stelt) als inkomen uit sparen en beleggen moeten worden gekwalificeerd.

3.2.

Indien belanghebbende ter zake van het primaire geschilpunt in het gelijk wordt gesteld is voorts in geschil of hij werkzaamheden voor [D bv] heeft verricht waarvoor hij een naar zakelijke maatstaven te bepalen vergoeding tot zijn inkomen uit werk en woning dient te rekenen.

4 Beoordeling van het geschil

5 5. Kosten

6 Beslissing