Hoge Raad, 14-08-2015, ECLI:NL:HR:2015:2184, 15/00544
Hoge Raad, 14-08-2015, ECLI:NL:HR:2015:2184, 15/00544
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 augustus 2015
- Datum publicatie
- 14 augustus 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:2184
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:5834
- Zaaknummer
- 15/00544
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
14 augustus 2015
Nr. 15/00544
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 18 december 2014, nr. 14/00135, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 13/778) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.