Gerechtshof Amsterdam, 05-11-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4472, 15/00112
Gerechtshof Amsterdam, 05-11-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4472, 15/00112
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 5 november 2015
- Datum publicatie
- 5 november 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2015:4472
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:1050
- Zaaknummer
- 15/00112
Inhoudsindicatie
Parkeerbelasting die is betaald, kan niet worden nageheven; ook al is in strijd met de voorschriften het verkeerde kenteken ingevoerd.
Uitspraak
Kenmerk 15/00112
5 november 2015
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AMS 13/5763 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende
en
de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 9 juli 2013 aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd ten bedrage van € 58,30, bestaande uit € 2,40 aan parkeerbelasting en € 55,90 aan kosten naheffingsaanslag (verder ook: de Naheffingsaanslag).
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 12 september 2013, de Naheffingsaanslag gehandhaafd.
Bij uitspraak van 12 maart 2015 heeft de rechtbank als volgt beslist (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’):
“De rechtbank
- -
-
verklaart het beroep gegrond;
- -
-
vernietigt de bestreden uitspraak op bezwaar;
- -
-
herroept de naheffingsaanslag van 9 juli 2013;
- -
-
draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 44,- aan eiser te vergoeden.”
Het door de heffingsambtenaar tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 1 april 2015. Belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een verweerschrift in te dienen. De heffingsambtenaar heeft op 24 september 2015 nadere stukken ingediend (met de aanduiding ‘Pleitnota’), waarvan afschriften naar belanghebbende zijn gezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Het Hof vindt aanleiding de feiten zelfstandig vast te stellen:
Belanghebbende is eigenaar van een auto met kenteken [..-...-.] (verder de Auto).
Op 9 juli 2013 heeft belanghebbende omstreeks 14:39 uur de Auto geparkeerd op De Mirandalaan ter hoogte van nummer 10, te Amsterdam (verder de Locatie).
Op de Locatie was belanghebbende ingevolge de Verordening Parkeerbelastingen 2013-II en de daarbij behorende Tarieventabel 2013 van de gemeente Amsterdam (verder de Verordening Parkeerbelastingen) voor het parkeren parkeerbelasting verschuldigd.
Vanaf 1 juli 2013 geldt in Amsterdam zogenaamd digitaal parkeren. Bij de parkeerautomaat dient het kenteken te worden ingevoerd en print de automaat in plaats van een ‘parkeerkaartje’ indien gewenst een “betaalbewijs”. Op de automaten staat de tekst:
“Indien per abuis een verkeerd kenteken wordt ingevoerd, dient u de parkeeractie te annuleren en deze opnieuw met juist kenteken te starten anders kan er een naheffingsaanslag worden opgelegd.”
Belanghebbende heeft omstreeks 14:39 uur bij de dichtstbijzijnde parkeerautomaat € 7,20 betaald en - in plaats van het kenteken van de Auto - XXX ingevoerd. De automaat printte vervolgens het volgende document:
BETAALBEWIJS |
|||
Aankomst |
: 9-7-2013 14:39 |
||
[…] |
[…] |
Betaald tot |
: 9-7-2013 17:39 |
BETALING |
Bedrag |
: € 7,20 |
|
Datum: |
09/07/2013 14:40 |
Kenteken |
: XXX |
[…] |
[…] |
Automaat |
: 14699 |
Totaal: |
7,20 EUR |
Ticketnummer |
: 1222 |
Op een print van een overzicht van Vodafone NL staat:
[…] Vodafone NL […] |
|
[…] Transactiedetails […] |
|
Van rekening |
[Belanghebbende] [Rekeningnummer RABO] |
Bedrag |
Af € - 7,20 |
Naar rekening |
Parkeren A’dam 14699 AMSTERDAM |
Omschrijving |
Betaalautomaat 14:40 […] |
Via |
Betaalautomaat |
Op 9 juli 2013 heeft de heffingsambtenaar (de parkeercontroleur) om 16:39 uur geconstateerd dat de Auto op de Locatie stond geparkeerd en de Naheffingsaanslag (ten bedrage van € 2,40, exclusief kosten van € 55,90) opgelegd.
3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en daarbij het volgende overwogen:
“1. Op 9 juli 2013 omstreeks 16.39 uur stond de auto van eiser, merk Volkswagen met kenteken [..-...-.] , geparkeerd op de locatie De Mirandalaan te Amsterdam ter hoogte van huisnummer 10. Bij controle heeft een parkeercontroleur geconstateerd dat geen parkeerbelasting betaald is voor het betreffende kenteken.
2. Eiser heeft aangevoerd dat hij de verschuldigde belasting wel heeft betaald, maar dat hij niet wist dat hij per 1 juli 2013 verplicht was om hierbij een kenteken in te voeren. Eiser heeft de letters “XXX” ingevoerd, zoals hij al jaren doet wanneer hij een kaartje koopt. De reden hiervoor is dat hij niet goed is in het onthouden van zijn kenteken. Ook heeft hij de verplichting om zijn kenteken in te voeren niet waargenomen op het scherm van de parkeerautomaat omdat de zon zijn ogen verblindde. Ter onderbouwing van zijn standpunt dat hij parkeerbelasting heeft betaald, heeft eiser een kopie van zijn banktransactie en betaalbewijs parkeerbelasting over gelegd.
3. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de parkeerder op grond van het Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit op grond van de Verordening parkeerbelastingen 2013-II en de Parkeerverordening 2013 bij de voldoening van de parkeerbelasting verplicht is het juiste kenteken van het geparkeerde voertuig op te geven. Indien niet het juiste kenteken wordt ingevoerd, is geen parkeerbelasting betaald voor de geparkeerde auto, hetgeen voor risico van betrokkene moet komen. Bovendien wordt de parkeerder in het beginscherm erop geattendeerd dat hij een naheffingsaanslag riskeert indien de digitale parkeerregistratie niet correct wordt uitgevoerd. In reactie op de hiervoor vermelde uitspraak van 7 mei 2014 heeft verweerder gesteld dat bij het onjuist invoeren van het kenteken bij het parkeren onderscheid gemaakt dient te worden tussen de categorie “verkeerd kenteken ingevoerd” en de categorie “rare letters of getallen ingevoerd”. Omdat eiser met het invoeren van de letters “XXX” onder de tweede categorie valt, verzoekt verweerder de rechtbank om te oordelen dat eiser niet betaald heeft.
4. In de uitspraak van 7 mei 2014 heeft de rechtbank onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 8 januari 1997 (ECLI:NL:HR:1997:AA3200), kort samengevat, overwogen dat de verplichting tot het invoeren van het juiste kenteken, gelet op de redactie van artikel 234 van de Gemeentewet, uitsluitend betrekking heeft op het doen van aangifte van parkeerbelasting. Het niet, niet volledig of onjuist invoeren van het kenteken van de auto waarmee wordt geparkeerd, doet niet af aan het in artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen neergelegde beginsel dat ter zake van een belasting die op aangifte moet worden voldaan, uitsluitend kan worden nageheven indien die belasting niet betaald is.
5. De bewijslast dat de verschuldigde parkeerbelasting niet is voldaan, rust in eerste instantie op verweerder. De omstandigheid dat de controleur geen betaling heeft waargenomen, bijvoorbeeld omdat hem bekend is dat niet ter zake van het kenteken parkeerbelasting is betaald, kan in het algemeen als toereikend bewijs dienen. De belastingplichtige heeft echter de mogelijkheid alsnog tegenbewijs te leveren. Het bewijs dat voor het parkeren van een auto is betaald kan op verschillende manieren worden geleverd, niet alleen door een juiste invoering van het kenteken bij de automaat. De rechter heeft vervolgens de vrijheid aan dat tegenwijs de waarde toe te kennen die hem goeddunkt.
6. Naar het oordeel van de rechtbank is eiser in dat tegenbewijs geslaagd. Eiser heeft een betaalbewijs en afschrift van een banktransactie overgelegd waaruit blijkt dat hij op de datum en het tijdstip waarop de naheffingsaanslag is opgelegd, parkeerbelasting heeft betaald. Mede gelet op zijn consistente verklaring in de stukken en ter zitting, welke verklaring wordt ondersteund door het betaalbewijs waarop uitsluitend de letters “XXX” zijn vermeld, acht de rechtbank aannemelijk dat eiser de parkeerbelasting heeft betaald voor zijn geparkeerde auto, maar dat hij er niet in is geslaagd het juiste kenteken in te voeren. Verder is de rechtbank van oordeel dat, in tegenstelling tot wat verweerder heeft gesteld, het niet relevant is of al dan niet met opzet een onjuist kenteken is ingevoerd. De naheffingsaanslag is dan ook ten onrechte opgelegd.
7. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en herroept de naheffingsaanslag van 9 juli 2013.
8. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
9. Niet is gebleken dat er sprake is van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten.”