Home

Gerechtshof Amsterdam, 29-09-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4748, 15/00074

Gerechtshof Amsterdam, 29-09-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4748, 15/00074

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
29 september 2015
Datum publicatie
18 november 2015
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:4748
Formele relaties
  • Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2015:475, Bekrachtiging/bevestiging
  • Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:2598, Bekrachtiging/bevestiging
Zaaknummer
15/00074
Relevante informatie
Wet op de omzetbelasting 1968 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 11, Wet op de omzetbelasting 1968 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 6b

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Belanghebbende heeft voor een tweetal beurzen het lidmaatschap verworven om te handelen en neemt van die beurzen ook diensten af op het gebied van informatievoorziening (Market Data / Bid & Ask) en technische voorzieningen (webtrading). Het Hof oordeelt dat het lidmaatschap van deze beurzen en het afnemen van genoemde diensten niet zo nauw met elkaar verbonden zijn dat zij objectief gezien een enkele ondeelbare prestatie vormen waarvan splitsing kunstmatig zou zijn. De diensten zijn naar het oordeel van het Hof niet ondergeschikt aan de verwerving van het lidmaatschap van deze beurzen. De diensten moeten derhalve op zichzelf worden beoordeeld en zijn daarmee niet vrijgesteld van omzetbelasting. Het voorgaande geldt ook voor de clearing- en settlementdiensten die belanghebbende afneemt van prime brokers en clearing- en settlement members en het door hen ter beschikking stellen van zogenaamde Rackspace en software (licenties). Voor genoemde diensten geldt daarbij ook dat zij niet zijn aan te merken als diensten ondergeschikt c.q. bijkomend aan het verlenen van de bevoegdheid tot het handelen op de beurzen. Ten aanzien van de dienst Rackspace is geen sprake van het ter beschikking krijgen van een ruimte in een onroerende zaak.

Uitspraak

Kenmerk 15/00074

29 september 2015

uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X BV] te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 14/787 van de rechtbank Noord-Holland in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 met dagtekening 26 januari 2013 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd voor een bedrag van € 145.531. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag van € 5.299 berekend.

1.2.

Na tegen de naheffingsaanslag gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 7 januari 2014, de naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van € 79.268 en de heffingsrente verminderd tot een bedrag van € 2.856.

1.3.

Bij uitspraak van 2 februari 2015 heeft de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, bij het Hof ingekomen op 25 februari 2015. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft bij brief van 24 augustus 2015 het beroepschrift aangevuld en een aantal stukken overgelegd. Een afschrift van deze brief is aan de inspecteur gezonden.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 september 2015. Partijen hebben ter zitting elk een pleitnota overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

Het Hof zal van de volgende feiten uitgaan.

2.1.Belanghebbende is [in] 2009 opgericht. Zij is wereldwijd actief als financial trading company en market maker. In dat kader geeft zij op beurzen en andere handelsplatformen continu bied- en laatprijzen af voor bepaalde financiële instrumenten waarvoor zij bereid is deze te kopen of te verkopen. Belanghebbende handelt met eigen kapitaal op de financiële markten. Ook is zij actief in de arbitragehandel, wat inhoudt dat zij tracht zo te profiteren van koersverschillen met betrekking tot dezelfde financiële instrumenten die het gevolg zijn van (kleine) marktinefficiënties.

2.2.

Belanghebbende is in de jaren 2010 en 2011 lid van de beurzen London Stock Exchange (vanaf december 2010) en Euronext. Ook is zij lid van de New York Stock Exchange (hierna: NYSE) en van de Deutsche Börse. Het lidmaatschap van deze beurzen geeft belanghebbende de bevoegdheid haar activiteiten op die beurzen uit te oefenen. Zij betaalt voor het lidmaatschap een vast bedrag per jaar, vermeerderd met een bedrag per door haar tot stand gebrachte transactie.

2.3.

In de jaren 2010 en 2011 heeft belanghebbende van NYSE, naast haar lidmaatschap, diensten afgenomen die worden aangeduid als ‘market data/bid & ask’. Het betreft het verstrekken van zogenoemde real-time informatie (in tegenstelling tot historische informatie over koersontwikkelingen) die belanghebbende in staat stelt haar activiteiten op de beurs optimaal te verrichten.

2.4.

In het jaar 2011 heeft belanghebbende van Deutsche Börse, naast haar lidmaatschap, diensten afgenomen die worden aangeduid als webtrading of connectivity. Die dienst houdt in dat belanghebbende een voor haar geschikte toegang tot de beurs verkrijgt door met een inlognaam en wachtwoord rechtstreeks in te loggen op het systeem van Deutsche Börse. Er zijn ook andere mogelijkheden om toegang te krijgen tot deze beurs zoals via een leased line of internet.

2.5.

Voor het handelen op beurzen waarvan belanghebbende geen lid is, maakte zij gebruik van de diensten van [naam A] (hierna: [A] ), de rechtsopvolger van [naam B] . Belanghebbende heeft op 24 september 2009 een overeenkomst (‘Master Clearing Agreement’) gesloten met [naam B] (hierna: [B] ). Zij heeft op dezelfde dag met de rechtsvoorganger van [A] een Market Access Services Agreement gesloten. [A] treedt op basis van deze overeenkomsten voor belanghebbende op als prime broker, clearing member en settlement member. [A] beschikt over de benodigde lidmaatschappen c.q. vergunningen om in de in de overeenkomsten genoemde jurisdicties en handelsplatforms op te treden als prime broker, clearing member en settlement member.

2.6.

Op grond van de Market Access Services Agreement heeft belanghebbende het recht om op de desbetreffende beurzen voor eigen rekening en risico te handelen in financiële instrumenten. In de Master Clearing Agreement is de (financiële) afwikkeling van de door belanghebbende tot stand gebrachte transacties (clearing en settlement) geregeld. In onderdeel 4.2.2 van de overeenkomst wordt belanghebbende de mogelijkheid geboden additionele diensten van [A] af te nemen, namelijk ‘credit facility services’, ‘market access services’ en ‘reporting services’. Blijkens de overeenkomst heeft belanghebbende ervoor gekozen van deze diensten de ‘market access services’ af te nemen, hetgeen heeft geresulteerd in meergenoemde Market Access Services Agreement (Annex 5 bij de Master Clearing Agreement).

2.7.

In de Market Access Services Agreement (onderdeel 3) wordt belanghebbende toegestaan om elektronische orders voor transacties te plaatsen door middel van het ‘System’. Blijkens schedule 1 bij het Master Clearing Agreement wordt onder ‘System’ verstaan ‘the electronic connection to the relevant Approved Exchanges via soft- and hardware provided by either [B] , an Approved Exchange or various suppliers as accepted by [B] ’. Blijkens onderdeel 3.7 van de overeenkomst is het voorzien in een systeem door [B] onderwerp van een afzonderlijke overeenkomst.

2.8.

Op 9 augustus 2011 heeft belanghebbende, in aanvulling op de onder 2.5, 2.6 en 2.7 genoemde overeenkomsten, met [A] een Technical Access Agreement gesloten. In die overeenkomst wensten partijen ‘to lay down their legal relationship in relation to the Technical Access’. Belanghebbende zegt daarin de Access Services te gebruiken en, indien beschikbaar, de data als onderdeel van de Access Service. In de overeenkomst wordt onder Access Services verstaan: ‘any type of technical access through which [belanghebbende] gain access to Venues on its own membership (if applicable) as part of this Agreement, waarbij een venue is: ‘any Approved Exchange, multilateral trading facility or any other platform of facilitation for transactions which may be subject to access by means of the System’. Anders dan vermeld in de Master Clearing Agreement geldt voor de Technical Access Agreement als System ‘all the computer hardware, software, related equipment and communication connections in any form provided by, used by or acquired by [A] to provide the Access Services under this Agreement’. Voor mogelijke schade die belanghebbende lijdt door storingen in het systeem is [A] niet aansprakelijk, behoudens voor schade door grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag en dan tot een beperkt bedrag.

2.9.

Op 9 augustus 2011 heeft belanghebbende met [A] een Equipment Hosting Agreement gesloten. Daarbij stelt [A] aan belanghebbende ter beschikking ‘either its own or third party Rack Space in a specially equipped space, containing amongst others climate control and power allocation”. Belanghebbende mag Equipment in deze ruimte plaatsen. [A] zorgt daarbij onder meer voor de beveiliging van de goederen, onderhoud van de hardware en verschillende ondersteunende diensten (Annex 1 bij de overeenkomst). Het is belanghebbende niet toegestaan om zonder toestemming van [A] fysiek aanwezig te zijn in de desbetreffende ruimte. Belanghebbende kan alleen toegang verkrijgen tot de Equipment ‘virtually trough a secured VPN connection’. In Annex 2 bij de overeenkomst is voorts opgenomen: ‘Full open access is prohibited. Vendors need to call [A] for a request for access.’ Voorts heeft belanghebbende met [A] een zogenoemde Market Access Service Agreement for [X BV] gesloten. Het draagt de datum 30 december 2010 en is op die dag namens belanghebbende getekend.

2.10.

Belanghebbende heeft bij brief van 21 december 2012 een suppletieaangifte omzetbelasting ingediend voor de jaren 2010 en 2011. Zij verzocht voor het jaar 2010 om een teruggaaf van € 1.754 en voor het jaar 2011 om het opleggen van een naheffingsaanslag voor € 6.869. In een bijlage bij de brief geeft belanghebbende aan dat zij in het jaar 2010 diensten heeft ingekocht van onder meer [A] en NYSE. In een bijlage bij de brief geeft belanghebbende aan dat zij in het jaar 2011 onder meer diensten heeft ingekocht van [A] , alsmede diensten van Deutsche Börse (‘Web Trading’, hierna: DBWT) en van NYSE. Belanghebbende past de verleggingsregeling toe op de diensten van [A] . De inspecteur is van mening dat belanghebbende voor alle hier bedoelde diensten omzetbelasting is verschuldigd op de voet van artikel 12, tweede lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet) en heeft de bestreden naheffingsaanslag opgelegd.

2.11.

Naar aanleiding van het bezwaarschrift heeft de inspecteur de naheffingsaanslag verminderd tot de volgende bedragen waarvan de vetgedrukte bedragen uiteindelijk in geschil zijn (tussen haakjes staat de beschrijving die belanghebbende van de desbetreffende dienst heeft gegeven):

2010

Bloomberg USA (koersinformatie) € 4.077

NYSE (Market Data / Bid & Ask) € 621

Jetbrains s.r.o. (software (licenties)) € 44

Neonet Securities (broker services) € 516

Tick Trading Software (software (licenties)) € 51

[A] (losse diensten, zie hierna) € 29.749

Totaal € 35.058

De hiervoor bedoelde diensten van [A] kunnen als volgt worden uitgesplitst:

Software (licenties) € 13.535

Koersinformatie € 4.258

Market Data / Bid & Ask € 598

Rackspace / co-locatie € 5.647

Connectivity € 5.711

2011

Bloomberg USA (koersinformatie) € 9.069

NYSE (Market Data / Bid & Ask) € 388

Tick Trading Software (software (licenties)) € 2.246

OPRA (Market Data / Bid & Ask) € -/-6

TMX (Market Data / Bid & Ask) € 18

DBWT (connectivity) € 171

Neonet Securities (broker services) € 1.229

Tick Trading Software (software (licenties)) € 2.372

[A] (losse diensten, zie hierna) € 50.211

Totaal € 65.698

De hiervoor bedoelde diensten van [A] kunnen als volgt worden uitgesplitst:

Software (licenties) € 25.646

Koersinformatie € 5.903

Market Data / Bid & Ask € 788

Rackspace / co-locatie € 10.245

Connectivity € 7.629.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is primair in geschil

- of de onder 2.11 bedoelde diensten die belanghebbende van NYSE en Deutsche Börse afneemt tezamen met het lidmaatschap van de desbetreffende beurs dan wel als ten aanzien van het lidmaatschap bijkomende diensten zijn vrijgesteld van omzetbelasting op de voet van artikel 11, eerste lid, onderdeel i, ten tweede, van de Wet als zijnde handelingen inzake effecten en andere waardepapieren of de bemiddeling daarbij;

- of de onder 2.11 bedoelde diensten die belanghebbende van [A] afneemt tezamen met het verlenen van de bevoegdheid tot het handelen op de desbetreffende beurzen dan wel als ten aanzien van het verlenen van die bevoegdheid bijkomende diensten zijn vrijgesteld van omzetbelasting op de voet van artikel 11, eerste lid, onderdeel i, ten tweede, van de Wet als zijnde handelingen inzake effecten en andere waardepapieren of de bemiddeling daarbij.

3.2.

Subsidiair is in geschil of, indien de als ‘co-locatie’/‘rackspace’ aangeduide dienst die belanghebbende afneemt van [A] niet tezamen met andere diensten valt onder de vrijstelling van artikel 11, eerste lid, onderdeel 1, ten tweede van de Wet, die dienst als dienst die betrekking heeft op een onroerende zaak op grond van artikel 6b van de Wet niet in Nederland belastbaar is.

3.3.

Ter zitting heeft belanghebbende berust in de naheffing van omzetbelasting met betrekking tot de diensten van Neonet Securities AB en heeft zij haar stellingen met betrekking tot de toepassing van het nultarief laten varen.

3.4.

Tussen partijen bestaat geen verschil van mening omtrent de cijfermatige aspecten van de geschilpunten.

4 De overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing