Gerechtshof Amsterdam, 10-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5204, 15/00259
Gerechtshof Amsterdam, 10-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5204, 15/00259
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 10 december 2015
- Datum publicatie
- 23 december 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2015:5204
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNHO:2015:2943
- Zaaknummer
- 15/00259
Inhoudsindicatie
Kansspelbelasting; directe brutering ex artikel 5, tweede lid, van de Wet op de kansspelbelasting
In geschil is of terecht is gebruteerd naar het moment van het uitreiken van de prijzen (directe brutering). Met de rechtbank acht het Hof de inspecteur niet geslaagd in het bewijs dat belanghebbende aanstonds bij het uitkeren van de prijzen (impliciet) heeft afgezien van verhaal van eventueel na te heffen kansspelbelasting dan wel dat zij zich aanstonds door eigen toedoen in een positie heeft geplaatst die verhaal op prijswinnaars bij voorbaat onmogelijk maakte. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Uitspraak
kenmerk 15/00259
10 december 2015
uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 14/136 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
[X] B.V. te [Z], belanghebbende,
gemachtigden: mr. E.B. Barten en mr. drs. M. Chin-Oldenziel,
en
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 20 december 2011 over het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 oktober 2008 een naheffingsaanslag kansspelbelasting opgelegd van € 144.272.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak op bezwaar van 22 november 2013 de naheffingsaanslag verminderd tot € 128.785.
De rechtbank heeft bij uitspraak van 9 april 2015 het door belanghebbende ingestelde beroep gegrond verklaard en de naheffingsaanslag vernietigd.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 18 mei 2015. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
De inspecteur heeft bij brief van 28 september 2015 een nader stuk ingediend, waarvan een afschrift is verzonden aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in haar uitspraak – waarin belanghebbende wordt aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’ – de navolgende feiten vastgesteld.
“ (…)
1. Tegen betaling vooraf van een jaarcontributie van € 65 kunnen mensen “privilegepashouder” van eiseres worden. Eiseres biedt op haar website uitsluitend aan haar privilegepashouders een assortiment van producten te koop aan.
2. In 2006, toen eiseres nog handelde onder de naam [A BEDRIJF] B.V., is het Loyaliteitsprogramma geïntroduceerd. Het Loyaliteitsprogramma stelt privilegepashouders in de gelegenheid om ten hoogste eenmaal een geldprijs te winnen uit de [A BEDRIJF] Prijzenpot.
3. Voorwaarde voor deelname aan het spel is dat de deelnemer beschikt over zogenoemde ‘winkansen’. Winkansen worden verkregen door de aanschaf van producten of diensten via de website van eiseres en door het aanbrengen van een nieuwe privilegepashouder. Voor elke bestede euro verwerft de privilegepashouder één winkans.
4. Voorts is een voorwaarde voor deelname aan het spel dat de deelnemer geen betalingsachterstand heeft en zijn lidmaatschap niet heeft opgezegd.
5. Maandelijks worden circa 39 geldprijzen beschikbaar gesteld in het kader van het Loyaliteitsprogramma. Er is dagelijks een prijs van € 250, wekelijks een prijs van € 2.500 en maandelijks een prijs van € 25.000. Daarnaast wordt wekelijks een extra prijs van € 3.000 ter beschikking gesteld aan deelnemers die hebben meegedaan aan de zogenoemde Winkansen Verdubbelaar, een op (het idee en de regels van) Yahtzee gebaseerd spel.
6. De privilegepashouder kan het aantal winkansen dat hij in een kalendermaand verwerft tot de 26ste dag van de volgende kalendermaand kosteloos vergroten door deel te nemen aan de Winkansen Verdubbelaar. Voor iedere 50 winkansen kan 1 keer worden meegespeeld met de Winkansen Verdubbelaar.
7. Verweerder heeft met dagtekening 12 december 2008 aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2006 tot en met 31 oktober 2008 een naheffingsaanslag kansspelbelasting opgelegd ten bedrage van € 353.220 aan enkelvoudige belasting.
8. Bij uitspraak van 6 december 2011 (ECLI:NL:RBHAA:2011:5092) heeft rechtbank Haarlem geoordeeld dat het in het kader van het Loyaliteitsprogramma gespeelde spel een kansspel is in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Wet op de kansspelbelasting (hierna: Wet KSB), zodat over de in het kader van het Loyaliteitsprogramma ter beschikking gestelde prijzen terecht kansspelbelasting is nageheven.
9. Met dagtekening 20 december 2011 heeft verweerder de onderhavige bruteringsnaheffingsaanslag aan eiseres opgelegd.
10. Hof Amsterdam heeft bij uitspraak van 27 juni 2013 (ECLI:NL:GHAMS:2013:1884) de uitspraak van rechtbank Haarlem van 6 december 2011 bevestigd. Eiseres heeft tegen deze uitspraak beroep in cassatie ingesteld, maar heeft dit beroep vervolgens bij brief van 24 september 2013 ingetrokken.
11. Tot de stukken van het geding behoort een brief van verweerder van 20 mei 2010, gericht aan de toenmalige gemachtigde van eiseres, waarin, voor zover hier van belang, het volgende staat vermeld:
“Naar aanleiding van ons gesprek op 12 april 2010 en ons telefonisch contact op 27 april 2010 wil ik graag kort weergeven hetgeen besproken is, mede om zo onduidelijkheid omtrent onze afspraken te voorkomen.
(…)
Tevens geeft u dat [A BEDRIJF] voornemens is de mogelijke verschuldigde kansspelbelasting niet te verhalen op de prijswinnaars. (…)”
Nu partijen tegen de hiervoor vermelde feiten geen bezwaren hebben aangevoerd, zal ook het Hof daarvan uitgaan.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of terecht – op de voet van artikel 5, tweede lid, van de Wet op de kansspelbelasting (KSB) – is gebruteerd naar het moment van uitreiken van de prijzen (directe brutering).
Voor de standpunten van partijen en voor de stellingen wordt verwezen naar de stukken van het geding waaronder het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting.