Home

Gerechtshof Amsterdam, 10-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5694, 15/00032 en 15/00033

Gerechtshof Amsterdam, 10-12-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:5694, 15/00032 en 15/00033

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
10 december 2015
Datum publicatie
3 februari 2016
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2015:5694
Formele relaties
Zaaknummer
15/00032 en 15/00033
Relevante informatie
Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 17

Inhoudsindicatie

WOZ. Waarde woning niet te hoog vastgesteld.

Uitspraak

kenmerken 15/00032 en 15/00033

10 december 2015

uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak van 15 december 2014 in de zaken met kenmerken HAA 14/1190 en 14/1191van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een waardebeschikking ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) afgegeven waarbij de waarde van de aan belanghebbende toebehorende na te melden onroerende zaak is vastgesteld op € 2.740.000.

1.2.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een waardebeschikking ingevolge de Wet WOZ afgegeven waarbij de waarde van genoemde onroerende zaak is vastgesteld op € 2.694.000.

1.3.

Na tegen beide beschikkingen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken, gedagtekend op 6 en 4 februari 2014, de waarden gehandhaafd.

1.4.

Bij uitspraak van 15 december 2014 heeft de rechtbank de daartegen door belanghebbende ingestelde beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 26 januari 2015, aangevuld bij brieven van 27 mei 2015 en 9 oktober 2015. De ambtenaar heeft een verweerschrift ingediend, aangevuld bij brief van 14 juli 2015.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van een tot woning dienende onroerende zaak gelegen aan de [a-straat 1] te [Z] (hierna: de woning).

2.2.

Bij beschikking is de waarde van de woning voor het jaar 2012, met peildatum 1 januari 2011, vastgesteld op € 2.740.000. In de uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar zijn standpunt gehandhaafd.

2.3.

De heffingsambtenaar heeft een op 3 juni 2014 gedagtekend taxatierapport overgelegd, opgemaakt door WOZ-taxateur [de taxateur] , in welk rapport wordt geconcludeerd tot een waarde in het economische verkeer van de woning op de peildatum 1 januari 2011 van € 2.765.000. Dit rapport vermeldt verkoopgegevens van vier in [Z] gelegen en ter vergelijking opgevoerde panden aan de [b-straat] , [c-straat 1] , [d-straat] en de [e-straat] .

Op basis van deze, in vergelijking tot de waarde zoals vastgesteld in de uitspraak op bezwaar, hogere taxatiewaarde heeft de heffingsambtenaar geconcludeerd dat de door hem vastgestelde waarde niet te hoog is.

2.4.

Bij beschikking is de waarde van de woning voor het jaar 2013, met peildatum 1 januari 2012, vastgesteld op € 2.694.000. In de uitspraak op bezwaar heeft de heffingsambtenaar zijn standpunt gehandhaafd.

2.5.

De heffingsambtenaar heeft een op 17 juni 2014 gedagtekend taxatierapport overgelegd, opgemaakt door WOZ-taxateur [de taxateur] , in welk rapport wordt geconcludeerd tot een waarde in het economische verkeer van de woning op de peildatum 1 januari 2012 van € 2.694.000. Dit rapport vermeldt verkoopgegevens van vijf in [Z] gelegen en ter vergelijking opgevoerde panden aan de [b-straat] , [c-straat 1] , [f-straat] , [g-straat] en de [e-straat] .

2.6.

Tot de gedingstukken, overgelegd door belanghebbende, behoort een rapportage van Makelaarskantoor [Y B.V.] , waarin de waarde van de woning is vastgesteld op € 1.750.000 (2012) en € 1.725.000 (2013). In deze rapportage wordt verwezen naar verkoopgegevens van panden aan de [a-straat 2] , [c-straat 2A] en [h-straat] te [Z] (2012) en de [i-straat] , [j-straat] en [k-straat] te [Z] (2013).

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

In hoger beroep is evenals in eerste aanleg in geschil of de waarde van de woning te hoog is vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt die vraag bevestigend en de heffingsambtenaar ontkennend.

3.2.

Voor de motivering van de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding en de processen-verbaal van de zittingen in eerste aanleg en hoger beroep.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, tot vernietiging van de uitspraken op bezwaar, en tot vermindering van de vastgestelde waarde van de woning tot € 1.750.000 (2012) en € 1.725.000 (2013).

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van uitspraak van de rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing