Hoge Raad, 13-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:843, 16/00247
Hoge Raad, 13-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:843, 16/00247
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 mei 2016
- Datum publicatie
- 13 mei 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:843
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:5694
- Zaaknummer
- 16/00247
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
13 mei 2016
Nr. 16/00247
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 10 december 2015, nrs. 15/00032 en 15/00033, betreffende de beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 2012 en 2013 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2016.