Gerechtshof Amsterdam, 05-01-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:126, 15/00543
Gerechtshof Amsterdam, 05-01-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:126, 15/00543
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 5 januari 2016
- Datum publicatie
- 3 februari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:126
- Formele relaties
- Na verwijzing door: ECLI:NL:HR:2015:1354
- Zaaknummer
- 15/00543
Inhoudsindicatie
Artikel 220, lid 2, letter b, van het CDW; actieve gedraging; belanghebbende heeft gedurende een periode aangiften ten invoer gedaan van digitale microscopen. De opgelegde UTB heeft betrekking op die aangiften. Aan één fysieke controle van een na die periode gedane aangifte ten invoer kan voor wat betreft de opgelegde UTB geen gewettigd vertrouwen worden ontleend. Eén actieve gedraging is daartoe onvoldoende. Het incidenteel hoger beroep van belanghebbende is ongegrond en het hoger beroep van de inspecteur gegrond.
Uitspraak
Kenmerk 15/00543
5 januari 2016
uitspraak van de meervoudige douanekamer
op het hoger beroep – na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden – van
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur,
alsmede op het incidenteel hoger beroep van
[X] B.V. te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: mr. R. Andringa,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/915 van de rechtbank Haarlem in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 5 juli 2010 een uitnodiging tot betaling (hierna: UTB) uitgereikt voor een bedrag van € 14.044,07 aan douanerechten en € 554,16 aan omzetbelasting.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend
6 januari 2011, de UTB gehandhaafd.
Bij uitspraak van 12 december 2011 heeft de rechtbank als volgt beslist, waarbij belanghebbende als ‘eiseres’ wordt aangeduid en de inspecteur als ‘verweerder’:
“De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de utb tot € 5.826,40 aan douanerechten en € 554,16 aan omzetbelasting;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 1.310;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 302 vergoedt.”
Bij uitspraak van 28 november 2013 (nr. 12/00097) heeft het Hof als volgt beslist:
“Het Hof:
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, behoudens voor zover deze de proceskostenvergoeding en het griffierecht betreft;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de uitnodiging tot betaling met € 475,01 tot € 13.569,06 aan douanerechten en € 554,16 aan omzetbelasting;”
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden (hierna: Hoge Raad). Bij arrest van 29 mei 2015 nr. 14/00105, ECLI:NL:HR:2015:1354 (hierna: het verwijzingsarrest), heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd en het geding (terug)verwezen naar het Hof ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van het arrest.
2 Loop van het geding na verwijzing
Partijen zijn door de griffier van het Hof in de gelegenheid gesteld een schriftelijke reactie op het verwijzingsarrest in te dienen. De inspecteur heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt bij brief van 29 juni 2015, waarvan de griffier van het Hof een afschrift heeft gezonden aan belanghebbende. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 november 2015. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
3 Feiten
De Hoge Raad is in het verwijzingsarrest van de volgende feiten uitgegaan:
“2.1.1. Belanghebbende importeert en verhandelt elektronische apparatuur. Zij heeft gedurende de periode 28 januari 2008 tot en met 18 mei 2009 diverse aangiften gedaan of voor haar rekening laten doen voor het in het vrije verkeer brengen van digitale microscopen (hierna: de goederen). Voor het opstellen en indienen van de aangiften heeft belanghebbende steeds gebruik gemaakt van de diensten van ondernemers die zich professioneel bezig houden met het vervullen van invoerformaliteiten, en die handelden ofwel op naam en voor rekening van belanghebbende (directe vertegenwoordiging) ofwel op eigen naam en voor eigen rekening.
De Inspecteur heeft de goederen van een van de hiervoor in 2.1.1 bedoelde, op haar naam ingediende aangiften daadwerkelijk gecontroleerd. De op die aangifte (hierna: de gecontroleerde invoeraangifte van belanghebbende) voor de goederen vermelde post 8471 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: de GN) heeft de Inspecteur als juist aanvaard.
De Inspecteur heeft bij belanghebbende op 29 en 30 oktober 2009 een controle na invoer ingesteld met betrekking tot alle hiervoor in 2.1.1 bedoelde aangiften. Hij heeft zich naar aanleiding van de in het controlerapport neergelegde bevindingen op het standpunt gesteld dat de goederen moeten worden ingedeeld in een andere tariefpost dan post 8471 van de GN met als gevolg dat voor de goederen meer douanerechten alsmede meer omzetbelasting is verschuldigd. Op die grond zijn ter zake van de op naam en voor rekening van belanghebbende gedane invoeraangiften aan haar uitnodigingen tot betaling uitgereikt, en ter zake van de overige invoeraangiften aan de desbetreffende persoon die op eigen naam en voor eigen rekening aangifte heeft gedaan.”
Het Hof zal van dezelfde feiten uitgaan.
In aanvulling op de door de Hoge Raad genoemde feiten stelt het Hof de volgende feiten vast.
De bestreden UTB betreft verschuldigde douanerechten en omzetbelasting betreffende de invoeraangiften met de volgende aanvaardingsdata: 28 januari 2008; 29 februari 2008;
25 maart 2008; 14 april 2008; 14 en 23 mei 2008; 5, 18 en 24 juni 2008; 7 juli 2008; 11, 15 en 22 augustus 2008; 1 en 18 september 2008; 3, 13 en 27 oktober 2008; 10 en
17 november 2008; 8 en 22 december 2008; 16 en 26 januari 2009.
Voorts is, in opdracht van belanghebbende, in de periode van 12 februari 2009 tot en met 23 september 2009 door [B] B.V. twaalf keer op eigen naam en voor eigen rekening aangifte ten invoer gedaan van identieke of soortgelijke goederen. Van de op deze aangiften vermelde goederen heeft in één geval, op 6 april 2009, een fysieke opname plaatsgevonden (aangiftenr. [nummer 1]). Deze fysieke opname heeft niet geleid tot correctie van de aangegeven goederencode 8471 8000.