Gerechtshof Amsterdam, 05-04-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1464, 15/00016
Gerechtshof Amsterdam, 05-04-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1464, 15/00016
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 5 april 2016
- Datum publicatie
- 20 april 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2016:1464
- Zaaknummer
- 15/00016
Inhoudsindicatie
Zomerhuis is terecht aangeslagen voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Belanghebbendes beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt.
Uitspraak
Kenmerk 15/00016
5 april 2016
uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. L.F. Jagtenberg),
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk HAA 14/956 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Zandvoort, de heffingsambtenaar,
(gemachtigden: A. Bruijn en H. Kruisman).
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 28 februari 2013 aan belanghebbende ter zake van een object dat op het desbetreffende aanslagbiljet is aangeduid als [A-straat 1/ZH] te [Z] voor het jaar 2013 een aanslag afvalstoffenbelasting ten bedrage van € 253,70 en een aanslag rioolheffing ten bedrage van € 202,60 opgelegd.
Bij (in één geschrift vervatte) uitspraken op bezwaar, gedagtekend 24 februari 2014, heeft de heffingsambtenaar de tegen de hiervoor gemelde gemeentelijke belastingen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 10 december 2014 heeft de rechtbank het daartegen door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 14 januari 2015, aangevuld bij brief van 11 februari 2015. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 maart 2016. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Tussen partijen vaststaande feiten
De rechtbank is uitgegaan van de navolgende feiten (waarbij belanghebbende wordt aangeduid als ‘eiser’ en de heffingsambtenaar als ‘verweerder’):
“1. Eiser was in 2013 woonachtig op het adres [A-straat 1] te [Z] . Het pand bestaat uit een woonhuis dat wordt bewoond door eiser en een in dit woonhuis gesitueerd appartement dat wordt verhuurd als vakantiewoning (hierna: zomerhuis).
Het zomerhuis is een afzonderlijk afsluitbare woonruimte, en bestaat uit een woonkamer, slaapkamer, badkamer en beschikt over voorzieningen als een elektrische kookplaat, koelkast en vriezer.”
Het Hof gaat van dezelfde feiten uit en voegt hieraan nog het volgende toe.
Belanghebbende heeft van de VVV, kantoor Zandvoort, een adressenbestand gekregen van – aldus zijn brief aan de rechtbank van 11 oktober 2014 – “verhuurders die onderdak geven aan toeristen”.
Bij de onder 2.3 bedoelde brief zijn kopieën gevoegd van e-mailberichten. Belanghebbende heeft blijkens die berichten 93 geadresseerden een e-mail gestuurd met als onderwerp “vraag over dubbele heffing voor toeristen verhuurders”. Bij de brief van 11 oktober 2014 zijn vier per e-mail gegeven reacties gevoegd en wel van [B] (Appartement [B] ), [C] , [D] en [E] .
In een partijen bekende uitspraak van dit Hof van 26 augustus 2010, nr. 08/00443 en 08/00444 betreffende de heffing van afvalstoffenheffing en rioolrecht met betrekking tot het jaar 2005 door de heffingsambtenaar (ECLI:NL:GHAMS:2010:BN6203), is inzake het in die procedure gedane beroep van de belastingplichtige op het gelijkheidsbeginsel overwogen – voor zover hier van belang – :
“5.3.1. De heffingsambtenaar heeft ter zitting verklaard in te stemmen met het aldaar gegeven voorlopige oordeel van het Hof dat belanghebbende terecht een beroep heeft gedaan op het gelijkheidsbeginsel. Het onderzoek naar pensions, om na te gaan of deze zelfstandige gedeelten bevatten is begin 2007 gestaakt in afwachting van de uitkomst van de onderhavige procedure. Aan slechts een klein deel van alle geselecteerde pensionhouders, te weten degenen die zijn gecontroleerd en toegang hebben verleend aan gemeenteambtenaren, zijn aanslagen opgelegd. (…).”
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de aanslag afvalstoffenheffing en de aanslag rioolheffing terecht zijn opgelegd.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting van het Hof hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.