Home

Gerechtshof Amsterdam, 17-05-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2767, 15/00253

Gerechtshof Amsterdam, 17-05-2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2767, 15/00253

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
17 mei 2016
Datum publicatie
13 juli 2016
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2016:2767
Formele relaties
Zaaknummer
15/00253

Inhoudsindicatie

Kansspelbelasting. Juridisch eigendom kansspelautomaten. Nu vaststaat dat de speelautomaten die belanghebbende exploiteert in 2009 op de balans hebben gestaan van H bv en belanghebbende de automaten heeft gehuurd, dient in beginsel er van uit te worden gegaan dat de juridische en economische eigendom van de automaten aan H bv toekwam. Het Hof acht het nochtans aannemelijk dat H bv de juridisch eigenaar was.

Uitspraak

kenmerk 15/00253

17 mei 2016

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X bv] , belanghebbende

gemachtigde: mr. B. Jongmans (Gaming Legal Advocaten te Halfweg)

tegen

de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/6720 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) van 31 maart 2015 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 29 april 2010 aan belanghebbende voor het tijdvak september 2009 een naheffingsaanslag opgelegd in de kansspelbelasting van € 68.427. In hetzelfde geschrift is bij afzonderlijke beschikking een verzuimboete opgelegd van € 1.368.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 9 november 2011, de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3.

Het tegen deze uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 11 mei 2015, aangevuld bij brief van 21 juli 2015. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De inspecteur heeft een als conclusie van dupliek aangeduid nader stuk ingediend.

1.6.

Op 3 februari 2016 zijn nadere stukken ontvangen van belanghebbende. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 februari 2016. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in de onderdelen 1 tot en met 3 van haar uitspraak (waarin belanghebbende wordt aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’) de navolgende feiten vastgesteld.

“1. Eiseres is ontstaan uit een fusie tussen verschillende rechtspersonen ( [A bv] , [B bv] , [C bv] en [D bv] ). Eiseres exploiteert onder andere kansspelautomaten. Hiertoe sluit eiseres exploitatieovereenkomsten met horecaondernemers. De horecaondernemer stelt de automaat of automaten op in zijn etablissement. Eiseres behoudt de eigendom van de automaat of automaten. Eiseres en de horecaondernemer verdelen de opbrengst op basis van de tussen hen gemaakte afspraken. Op 23 oktober 2009 heeft eiseres per brief, opgesteld door

[E] , aan de afdeling kansspelbelasting van de Belastingdienst (kantoor Terneuzen) gemeld dat alle activiteiten in eiseres zouden plaatsvinden en dat de verdwijnende rechtspersonen geen aangifte kansspelbelasting zouden doen. Voorts staat in deze brief dat eiseres door de overname juridisch eigenaar van de machines is geworden en dat op haar naam aangifte kansspelbelasting zal moeten worden gedaan. Eiseres heeft op 12 januari 2010 opstellijsten gestuurd naar [J bv] In de begeleidende brief, opgesteld door

[E] , vermeldt eiseres dat zij op 2 september 2009 heeft verzocht om de vergunning van [D bv] naar haar over te zetten.

2. Tot de gedingstukken behoort een kopie van de overeenkomsten van huur en verhuur tussen de rechtsvoorgangers van eiseres en [H bv] , een aan eiseres gelieerde vennootschap. De overeenkomsten betreffen de verhuur van machines voor een periode van 60 maanden, ingaande 1 januari 2006.

3. Eiseres heeft voor het onderhavige tijdvak aangifte kansspelbelasting gedaan maar het aangegeven bedrag niet voldaan. Verweerder heeft de aangegeven kansspelbelasting op 29 april 2010 nageheven en een verzuimboete opgelegd van 2% wegens het niet betalen van de aangegeven belasting.”

2.2.

Nu in hoger beroep geen grieven zijn geuit tegen deze vastgestelde feiten, zal het Hof van die feiten uitgaan, zij het dat belanghebbende heeft betwist dat zij de eigendom heeft van de kansspelautomaten. Het Hof voegt daar nog de volgende feiten aan toe.

2.3.

Belanghebbende maakt deel uit van een groep van vennootschappen. De aandelen in belanghebbende worden - indirect via de vennootschap [G bv] - gehouden door verschillende persoonlijke houdstervennootschappen. Deze persoonlijke houdstervennootschappen houden eveneens de aandelen in [H bv]

2.4.

Belanghebbende is ontstaan uit een activa- passivatransactie en een tweetal daarop volgende fusies. Deze activa-passiva-transactie en fusies hebben plaatsgevonden met de volgende aan belanghebbende (ten tijde van de fusies genaamd [F bv] ; hierna [F bv] ) gelieerde vennootschappen:

- [C bv] en [B bv] waren 100% dochtervennootschappen van [F bv] , en

- [D bv] en [A bv] waren zustervennootschappen van [F bv] ; de drie zustervennootschappen hadden [G bv] als gemeenschappelijk aandeelhouder.

2.5.

Genoemde activa-passiva-transactie en fusies hebben achtereenvolgens als volgt plaatsgevonden:

1. [D bv] nam op 6 juli 2009 de activiteiten over van [A bv] ;

2. [F bv] trad op 28 augustus 2009 op als verkrijgende vennootschap in een juridische fusie waarbij zij fuseerde met de verdwijnende vennootschappen [B bv] en [C bv]

3. [F bv] trad op 28 augustus 2009 op als verkrijgende vennootschap in een juridische fusie waarbij zij fuseerde met de verdwijnende vennootschap [D bv] [F bv] werd vervolgens hernoemd naar [X bv] (de huidige naam van belanghebbende).

2.6.1.

In het jaarverslag van [H bv] is vermeld dat de jaarrekening is opgesteld volgens de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor kleine rechtspersonen. De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde of vervaardigingskosten, verminderd met afschrijvingen bepaald op basis van de geschatte levensduur rekening houdend met een eventuele restwaarde. De afschrijvingen bedragen een vast percentage van de aanschaffingswaarde of vervaardigingskosten.

2.6.2.

Op de balans van [H bv] staan aan de actiefzijde materiële vaste activa voor een bedrag van € 333.237 per 31-12-2008 en € 267.947 per 31-12-2009. Het resultaat bedraagt volgens de winst- en verliesrekening over 2009 van [H bv] negatief € 32.885. Blijkens (de toelichting op) deze winst- en verliesrekening bestond de netto-omzet in 2009 volledig uit opbrengsten van ‘verhuur speelautomaten’. Deze opbrengst uit verhuur van speelautomaten bedroeg € 249.129. De kostprijs van de omzet bestond uit ‘onderhoud speelautomaten’ ten bedrage van € 19.730. De afschrijvingen materiële vaste activa bedroegen in 2009 € 84.593 voor speelautomaten en € 16.671 voor vervoermiddelen (totaal afschrijvingen: € 101.264). De overige bedrijfskosten (autokosten en algemene kosten) bedroegen in 2009 € 144.489. Rentelasten en soortgelijke kosten bedroegen in 2009 € 16.531.

2.7.

Blijkens het jaarverslag van belanghebbende is de jaarrekening opgesteld op basis van historische kostprijzen. De onder de immateriële vaste activa begrepen goodwill wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en afgeschreven in tien jaar. De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde of vervaardigingskosten, verminderd met afschrijvingen bepaald op basis van de geschatte levensduur en rekening houdend met een eventuele restwaarde. De afschrijvingen bedragen een vast percentage van de aanschaffingswaarde of vervaardigingskosten.

Op de balans van belanghebbende staan aan de actiefzijde immateriële vaste activa (goodwill) voor een bedrag van € 424.050 per 01-01-2009 en € 379.725 per 31-12-2009. Aan de actiefzijde staan voorts materiële vaste activa, bestaande uit bedrijfsgebouwen voor een bedrag van € 11.329 per 01-01-2009 en € 8.308 per 31-12-2009 en andere vaste bedrijfsmiddelen voor € 659 per 01-01-2009 en € 1.521 per 31-12-2009.

Het resultaat bedraagt volgens de winst- en verliesrekening over 2009 van belanghebbende € 2.350. Blijkens (de toelichting op) deze winst- en verliesrekening bestond de netto-omzet in 2009 uit ‘omzet kansspelbelasting’, ‘opbrengst speelautomaten BTW’ en ‘verkoop machines’ van in totaal € 975.949. De kostprijs van de omzet bestaat uit ‘huur speelautomaten’ ten bedrage van € 249.129, ‘plaatsingsgelden’ ten bedrage van € 173.109, ‘reparatie en onderhoud speelautomaten’ ad € 838 en ‘overige inkopen’ ad € 14.182. De personeelskosten bedroegen € 281.265, sociale lasten € 34.220, afschrijvingen materiële vaste activa € 3.284, overige bedrijfskosten € 174.818 en het financiële resultaat -/- € 32.649.

2.8.

De in onderdeel 2 van de rechtbankuitspraak genoemde overeenkomsten betreffen vier vrijwel identieke overeenkomsten ‘van huur en verhuur’ (hierna: de huurovereenkomsten). Deze huurovereenkomsten zijn elk gesloten op 15 december 2005 tussen [D bv] , [C bv] , [B bv] en [A bv] als huurder enerzijds en [H bv] als verhuurder anderzijds. De huurovereenkomsten luiden als volgt (waarbij huurder en verhuurder tezamen zijn aangeduid als de partijen):

In aanmerking nemende dat:

• dat partijen de tussen hen bestaande rechtsverhouding in de navolgende voorwaarden en

bepalingen nader wensen te regelen.

• De verhuurder verklaart in huur en in perfecte staat te hebben afgeleverd aan de huurder, die verklaart in huur en in perfecte staat in ontvangst te hebben genomen van de verhuurder, de in artikel 5 omschreven machines, hierna te noemen (“De machines”).

Ondergetekenden komen verder het volgende overeen:

Artikel 1 Aard van de overeenkomst

1. De machines worden aan de huurder in huur gegeven voor een periode van 60 maanden, aanvang 01/01/2006 tot 01/01/2011 in deze overeenkomst nader genoemd “De huurperiode”. Na afloop van deze periode wordt, zonder opzegging als bedoeld in lid 4 dezes, de periode steeds stilzwijgend verlengd voor 60 maanden.

2. Gedurende de tijd, dat huurder over de machines beschikt, zijn alle kosten aan het gebruik van de machines, zoals reparatie en onderhoud alsmede het gebruik van vervoermiddelen voor rekening van de verhuurder, arbeidsloon komt voor rekening van de huurder.

3. Eventuele transportkosten van de machines naar de horeca locaties zijn voor rekening van de huurder.

4. Opzegging van de huurovereenkomst dient schriftelijk, per aangetekend schrijven, te geschieden, uiterlijk 12 maand(en) voor de afloop van één van de in het lid 1 dezes genoemde termijnen

Artikel 2 Verplichtingen van de verhuurder:

1. De verhuurder is verplicht zorg te dragen dat voldaan wordt aan wet en regelgeving en zal indien dat vereist is investeringen dan wel aanpassingen doen aan de machines:

2. De verhuurder is gehouden een zodanige variatie in het aanbod van machines te hebben en te houden conform de eisen welke de markt stelt.

Artikel 3 Locatie

De huurder plaatst de machine in horeca locaties maandelijks zal een lijst worden verstrekt waar de machines zijn opgesteld over de machines welke zich in de werkplaats van de huurder bevinden, dus niet voor exploitatie worden gebruikt, is geen huurpenning verschuldigd.

Artikel 4 Verzekeringen

De verhuurder draag zorg voor de verzekering van de machines voor het casco gedeelte. De huurder is aansprakelijk voor elke schade andere schade ten gevolge van de exploitatie ontstaan tijdens de huurperiode.

Artikel 5. De machines

Op 1 januari 2006 heeft de huurder de onderstaande machines in huur gekregen, een specificatie is op bijgaande lijst weergegeven, maandelijks vinden mutaties in het aantal machines, huurder zal hiervoor aan verhuurder opgave doen, indien huurder nalatig blijft in het verstrekken van deze informatie zal de afrekening conform de laatste opgave plaats vinden.

Titel Omschrijving huur prijs per stuk per maand

1 A.W.P. Kansspelmachines € 105,--

2 Skill games Behendigheid machines € 20,--

4 Overige Air hockey’s flippers enz. € 70,--

Verhuurder zal maandelijks de verschuldigde huurpenningen factureren met een betaal termijn van 30 dagen. Een specificatie als vermeld in artikel 3 zal maandelijks worden meegezonden. Indien huurder een betalingsachterstand heeft van meer dan 90 dagen behoudt verhuurder zich het recht voor de machines zonder nadere aankondiging op te halen. Eventuele schade en kosten ten gevolge van deze actie komen voor rekening van de huurder en zijn op generlei wijze verhaalbaar op de verhuurder

Artikel 6 Technische richtlijnen montage van de machines

De huurder zal zoals in het maatschappelijk verkeer betaamt zorgvuldig zorg dragen voor hetgeen in huur is ontvangen. De huurder verbindt zich er toe de onderstaande technische richtlijnen van de verhuurder te volgen bij de montage en / of installatie van het werk. De verhuurder voorziet alle basismaterieel nodig om het werk te monteren en te installeren en op- en af te bouwen.

Artikel 7 Beschadigingen

Indien de huurder beschadigingen aan een machine vaststelt, zal hij deze beschadigingen onmiddellijk schriftelijk aan de verhuurder melden. De vastgestelde beschadigingen worden door de verhuurder gecontroleerd. Zij worden vermeld op het beschadigingenformulier in Bijlage A.

Artikel 8 Ontbinding

De verhuurder heeft het recht de huurovereenkomst te allen tijde zonder rechtelijke tussenkomst te ontbinden:

 indien naar zijn oordeel de machines door de huurder niet op zorgvuldige wijze

 wordt gebruikt;

 de huurder in staat van faillissement wordt verklaard, of door huurder surséance van betaling is aangevraagd;

 beslag op het geheel of een gedeelte van het vermogen van huurder of op gehuurde kunstwerken van de verhuurder wordt gelegd;

 de huurder komt te overlijden of in geval van rechtspersoon wordt ontbonden:

Artikel 9 Overmacht

Geen partij is aansprakelijk voor buitengewone omstandigheden die de nakoming van deze overeenkomst verhinderen, en die niet aan een der partijen zijn toe te rekenen. Hieronder zullen (indien en voorzover deze omstandigheden de nakoming onmogelijk maken of onredelijk bemoeilijken) mede zijn begrepen: stakingen in andere bedrijven dan die van partijen, wilde stakingen of politieke stakingen; een algemeen gebrek aan benodigde grondstoffen en andere voor het totstandbrenging van de overeengekomen prestatie benodigde zaken of diensten; niet voorzienbare stagnatie bij toeleveranciers of andere derden

waarvan een der partijen afhankelijk is.

Artikel 10 Vertrouwelijke gegevens

Beide partijen zijn gehouden tot geheimhouding van alle gegevens, afkomstig van de andere partij, welke als vertrouwelijk zijn aan te merken.

Artikel 11 ongeldig, nietig of onuitvoerbaar

Indien een bepaald artikel, of enkele bepaalde artikelen van deze overeenkomst of een op deze overeenkomst gebaseerde aanvullende overeenkomst ongeldig, nietig of onuitvoerbaar is, zal dat artikel of deze artikelen geacht worden niet te bestaan en zullen de andere artikelen rechtsgeldig blijven.

Artikel 12 Nederlands Recht

Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing. Geschillen voortvloeiende uit deze overeenkomst die niet behoren tot de competentie van de kanton rechter, zullen worden onderworpen aan de bevoegde rechter in de plaats van de vestiging van de huurder.”

2.9.

Ter zitting heeft de inspecteur onder meer het volgende verklaard:

“Met ingang van 1 januari 2015 is de Wet op de kansspelbelasting veranderd. Tot die datum was de definitie van art. 30h, lid 2 van de Wet op de kansspelen van belang voor de belastingplicht. Dat betekent dat de juridische eigendom van belang was. De juridisch eigenaar was de belastingplichtige voor de kansspelbelasting. Belanghebbende verwijst naar een e-mail afkomstig van het ministerie van Financiën. De bedoeling van die e-mail was om de verwijzing in de Wet op de kansspelbelasting naar het eerste lid in plaats van het tweede lid van art. 30h van de Wet op de kansspelen, uit te leggen. Het was niet zozeer dat er onduidelijkheid bestond. Bij een groot deel van de belastingplichtigen was de situatie helder, maar bij sommige belastingplichtigen niet. Waar het misging was bijvoorbeeld in situaties van huurkoop. In huurkoopsituaties was het voor de juridisch eigenaar lastig om de hoogte van de omzet te bepalen. Daarom is ervoor gekozen om aan te sluiten bij de exploitant. Het ging niet om grote groepen belastingplichtigen. In de doorsneesituaties was er geen probleem.

Ik ben landelijk coördinator van de kansspelbelasting. Ik ben het landelijk aanspreekpunt. Ik werk bij de Belastingdienst en ben niet betrokken geweest bij de parlementaire geschiedenis van de Wet op de kansspelen. Het was intern beleid van de Belastingdienst dat in artikel 30h van de Wet op de kansspelbelasting met de term eigenaar de juridische eigenaar wordt bedoeld; uitsluitend de juridische eigenaar van de speelautomaten werd tot 1 januari 2015 als belastingplichtige aangemerkt voor de kansspelbelasting. Dat volgt ook uit de parlementaire geschiedenis van de Wet op de kansspelbelasting zoals die tot die datum gold.”

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Bij het Hof is in geschil of belanghebbende de juridisch eigenaar was van kansspelautomaten, hetgeen belanghebbende ontkent en de inspecteur bevestigend beantwoordt. Voorts is in geschil of de naheffingsaanslag in stand kan blijven met een beroep op fraus legis dan wel het bepaalde in artikel 20, tweede lid, tweede volzin, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: de AWR).

3.2.

Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding, alsmede het verhandelde ter zitting bij de rechtbank en het Hof.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing