Gerechtshof Amsterdam, 26-02-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:644, 200.159.002/02 OK
Gerechtshof Amsterdam, 26-02-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:644, 200.159.002/02 OK
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 26 februari 2019
- Datum publicatie
- 7 maart 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2019:644
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:600, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 200.159.002/02 OK
Inhoudsindicatie
OK; enquêterecht; beschikking van de raadsheer-commissaris; afwijzing van het primaire verzoek van de onderzoekers te bepalen dat SNS Reaal c.s. ter zake van opgevraagde en op te vragen documenten en bescheiden geen recht toekomt op een (afgeleid) verschoningsrecht dan wel het recht daarop hebben verwerkt; bevel aan SNS Reaal c.s. om bepaalde documenten integraal en ongeschoond aan de onderzoekers te verstrekken, voor zover zij die documenten niet eerder "informeel" aan de onderzoekers hebben verstrekt; bevel aan SNS Reaal c.s. om aan de onderzoekers gespecificeerd en gemotiveerd opgave te doen van de passages uit deze documenten ten aanzien waarvan zij een beroep doet op een afgeleid verschoningsrecht; verbod aan de onderzoekers om in hun onderzoek op enigerlei wijze gebruik te maken van de informatie ten aanzien waarvan SNS Reaal c.s. zich op een afgeleid verschoningsrecht hebben beroepen, tenzij de raadsheer-commissaris op een daarop gericht verzoek van de onderzoekers SNS Reaal c.s. heeft bevolen die informatie aan de onderzoekers te verstrekken; bevel aan SNS Reaal c.s. in het vervolg binnen 14 dagen te voldoen aan informatieverzoeken van de onderzoekers en binnen deze termijn te bepalen of zij verstrekking van enig deel van die informatie willen weigeren met een beroep op een afgeleid verschoningsrecht; bevel aan SNS Reaal c.s. in het vervolg om, indien zij door de onderzoekers opgevraagde informatie niet willen verstrekken met een beroep op een afgeleid verschoningsrecht, binnen 14 dagen na het desbetreffende informatieverzoek aan de onderzoekers toe te lichten – zonder dat zij de inhoud van de desbetreffende informatie hoeven prijs te geven – waarom de desbetreffende informatie onder de reikwijdte van het verschoningsrecht van een advocaat of notaris valt
Uitspraak
beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.159.002/02 OK
beschikking van de raadsheer-commissaris van 26 februari 2019
inzake
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS,
gevestigd te Den Haag,
2. [A],
wonende te [...] ,
3. [B],
wonende te [...] ,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C] ,
gevestigd te [...] ,
5. [D],
wonende te [...] ,
6. [E],
wonende te [...] ,
7. [F],
wonende te [...] ,
8. [G],
wonende te [...] ,
VERZOEKERS,
advocaten: mr. P.W.J. Coenen, kantoorhoudende te Den Haag, en mrs. G.T.J. Hoff en J.M.K.P. Cornegoor, beiden kantoorhoudende te Haarlem,
t e g e n
1. de naamloze vennootschap
SRH N.V. (voorheen genaamd SNS REAAL N.V.),
gevestigd te Utrecht,
2. de naamloze vennootschap
DE VOLKSBANK N.V. (voorheen genaamd SNS BANK N.V.),
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTERS,
advocaten: mrs. H.J. de Kluiver, P.N. Ploeger en J.L. van der Schrieck, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1 DE STAAT DER NEDERLANDEN,
gevestigd te Den Haag,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: mr. R.G.J. de Haan, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
2. de stichting
STICHTING BEHEER SNS REAAL,
gevestigd te Utrecht,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: mrs. S. Perrick en I. Spinath, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
3. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR BEHEER FINANCIËLE INSTELLINGEN,
gevestigd te Den Haag,
BELANGHEBBENDE,
advocaten: mrs. A.R.J. Croiset van Uchelen en A.J.F. de Bruijn, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
4. de stichting
RESTITUTIE ONTEIGENDE OBLIGATIEHOUDERS SNS STICHTING,
gevestigd te Amsterdam,
5. [H],
wonende te [...] ,
6. [I],
wonende te [...] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten: mrs. K. Rutten en J.R. Hurenkamp, beiden kantoorhoudende te Utrecht,
e n t e g e n
7 [J] ,
wonende te [...] ,
BELANGHEBBENDE.
1. Het verloop van het geding
Partijen worden hierna als volgt aangeduid:
- -
-
verzoekers gezamenlijk met VEB c.s.;
- -
-
verweersters gezamenlijk met SNS Reaal c.s.;
- -
-
belanghebbende sub 1 met de Staat;
- -
-
belanghebbende sub 2 met Stichting Beheer;
- -
-
belanghebbende sub 3 met NLFI;
- -
-
belanghebbenden sub 4 tot en met 6 gezamenlijk met ROOS c.s.;
- -
-
belanghebbende sub 7 met [J] .
Voor het verloop van het geding verwijst de raadsheer-commissaris naar de beschikkingen van de Ondernemingskamer in deze zaak (onder zaaknummer 200.159.002/01 OK) van 26 juli 2018, 2 augustus 2018, 21 september 2018 en 7 november 2018.
Bij de beschikkingen van 26 juli 2018 en 2 augustus 2018 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van SNS Reaal c.s. over de periode vanaf 1 juli 2006 tot 1 februari 2013 en heeft zij dr. F.J.G.M. Cremers, mr. F.D. Stibbe en mr. E.M. Jansen Schoonhoven MBA (hierna: de onderzoekers) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten.
De onderzoekers hebben bij brief van 22 januari 2019, met bijlagen, de raadsheer-commissaris verzocht om SNS Reaal c.s. voor nu en in het vervolg te bevelen terstond, althans binnen vijf dagen nadat daarom is verzocht, al die stukken uit te leveren waarvan prima facie vaststaat dat er geen verschoningsrecht op rust.
VEB c.s. hebben bij brief van mrs. Cornegoor en Hoff van 25 januari 2019 te kennen gegeven het verzoek van de onderzoekers te ondersteunen en verzocht een dwangsom te verbinden aan het onder 1.4 bedoelde bevel.
De onderzoekers hebben bij brief van 30 januari 2019, met bijlagen, hun verzoek gewijzigd in die zin dat zij thans verzoeken:
primair: te bepalen dat SNS Reaal c.s. ter zake van door de onderzoekers opgevraagde en op te vragen documenten en bescheiden geen recht toekomen op een (afgeleid) verschoningsrecht dan wel het recht daarop hebben verwerkt;
subsidiair: SNS Reaal c.s. te bevelen voor nu en in het vervolg,
i) terstond, althans binnen vijf dagen nadat daarom is verzocht, al die stukken uit te leveren waarvan prima facie, althans na een eerste globale check, vaststaat dat er geen (afgeleid) verschoningsrecht op rust;
ii) binnen tien dagen nadat daarom is verzocht, al die stukken uit te leveren waarvan na tweede lezing is gebleken dat er geen verschoningsrecht op rust c.q. waarbij afstand wordt gedaan van (mogelijk) verschoningsrecht en;
iii) binnen tien dagen nadat daarom is verzocht gemotiveerd aan te geven op welke stukken een beroep op verschoningsrecht wordt gedaan, met toezending van kopie van deze stukken aan de raadsheer-commissaris of een door de raadsheer-commissaris aan te wijzen onafhankelijke derde, om deze te laten beoordelen of en in hoeverre er terecht een beroep wordt gedaan op het verschoningsrecht.
ROOS c.s. hebben bij e-mail van mr. Hurenkamp van 1 februari 2019 te kennen gegeven het verzoek van de onderzoekers te ondersteunen en zich te refereren aan het oordeel van de raadsheer-commissaris.
SNS Reaal c.s. hebben bij brief van hun advocaten van 1 februari 2019, met bijlagen, verzocht het verzoek van de onderzoekers af te wijzen en VEB c.s. niet-ontvankelijk te verklaren in hun verzoek, althans hun verzoek af te wijzen.
De Staat heeft bij brief van zijn advocaat van 1 februari 2019 verzocht de verzoeken van de onderzoekers en van VEB c.s. af te wijzen.
NLFI heeft op dezelfde datum bij e-mail van haar advocaat laten weten zich bij het standpunt van de Staat aan te sluiten.
Bij brief van 7 februari 2019, met bijlagen, van mr. J.M. Blanco Fernández, advocaat te Amsterdam, hebben de onderzoekers gereageerd op de in 1.8 genoemde brief van SNS Reaal c.s.
VEB c.s. hebben bij brief van mrs. Cornegoor en Hoff van 8 februari 2019, in reactie op het onder 1.6 genoemde gewijzigde verzoek van de onderzoekers van 30 januari 2019, te kennen gegeven dit verzoek te steunen en hun verzoek om oplegging van een dwangsom gehandhaafd.
De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de raadsheer-commissaris van 12 februari 2019. Bij die gelegenheid hebben mrs. Blanco Fernández, Cornegoor en Ploeger de standpunten van respectievelijk de onderzoekers, VEB c.s. en SNS Reaal c.s. toegelicht aan de hand van – aan de raadsheer-commissaris en de onderzoekers en/of de overige aanwezige partijen overgelegde – aantekeningen. Namens ROOS c.s. heeft mr. Hurenkamp het woord gevoerd en namens de Staat mr. de Haan. Mr. R.B. Wissels, kantoorgenoot van mr. Croiset van Uchelen, heeft zich namens NLFI aangesloten bij het standpunt van de Staat. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de raadsheer-commissaris beantwoord.
2 De feiten
In de beschikking van 26 juli 2018 heeft de Ondernemingskamer (in r.o. 3.133) een aantal onderwerpen genoemd waarop het onderzoek in het bijzonder betrekking zal hebben. Het door de onderzoekers opgestelde plan van aanpak van 3 oktober 2018 omvat (als bijlage 2) een lijst van 45 (categorieën van) documenten die de onderzoekers digitaal aangeleverd willen krijgen, waartoe behoren de notulen van de vergaderingen van de raad van bestuur en de raad van commissarissen van SNS Reaal, SNS Bank en Property Finance over de periode vanaf 1 januari 2006 tot 1 februari 2013.
SNS Reaal c.s. hebben zich jegens de onderzoekers op het standpunt gesteld dat aan hen met betrekking tot gedeeltes van de opgevraagde documenten een beroep toekomt op een (van betrokken advocaten en notarissen) afgeleid verschoningsrecht. Vervolgens is op voorstel van SNS Reaal c.s. van 14 november 2018 met de onderzoekers afgesproken dat SNS Reaal c.s. de opgevraagde notulen “informeel” volledig (inclusief geprivilegieerde informatie) aan de onderzoekers ter beschikking zullen stellen onder de voorwaarde dat de onderzoekers niet op enigerlei wijze zullen refereren aan de aldus verstrekte informatie en met dien verstande dat de onderzoekers nadien om “formele” verstrekking van die documenten kunnen vragen, in welk geval SNS Reaal c.s. alsdan zullen beoordelen of zij zich zullen beroepen op een afgeleid verschoningsrecht.
SNS Reaal c.s. hebben vervolgens op 20 november en 12 december 2018 “informeel” informatie verstrekt aan de onderzoekers. Onder meer op 20 november, 4 december en 14 december 2018 hebben de onderzoekers aanvullende informatieverzoeken aan SNS Reaal c.s. gedaan. De onderzoekers hebben zich onder meer bij brief aan SNS Reaal c.s. van 23 november 2018 op het standpunt gesteld dat aan SNS Reaal c.s. geen beroep op een afgeleid verschoningsrecht toekomt.
Bij brief van 10 december 2018 hebben onderzoekers verzocht om (formele) uitlevering van alle notulen. Bij brief van 20 december 2018 hebben de onderzoekers SNS Reaal c.s. gevraagd uiterlijk op 7 januari 2019 alle opgevraagde stukken formeel te verschaffen, met een lijst van stukken ten aanzien waarvan SNS Reaal c.s. zich op een afgeleid verschoningsrecht zouden willen beroepen, zodat, indien aan SNS Reaal c.s. een beroep op enig verschoningsrecht toekomt, de reikwijdte daarvan in concreto kan worden getoetst. Bij brief van 21 december 2018 heeft SNS Reaal c.s. zich op het standpunt gesteld dat daarmee “de route van de informele informatieverstrekking” beëindigd is en de onderzoekers verzocht de eerder “informeel” verstrekte informatie te verwijderen.
Op 28 december 2018 hebben SNS Reaal c.s., na telefonisch overleg met de onderzoekers, het volgende voorstel gedaan met betrekking tot de informatie-uitlevering:
1. Wij zullen op korte termijn aangeven welke documenten, waarop in elk geval geen verschoningsrecht van toepassing is, sowieso ‘formeel’ worden vrijgegeven (…)
2. Wij zullen na een eerste inventarisatie een indicatie geven van wanneer de identificatie/beoordeling van verschoningsgerechtigde stukken naar verwachting gereed kan zijn en zullen daarover vervolgens zo nodig ook updates geven
3. Voor de periode tot het ‘formeel’ vrijgeven van stukken blijven de afspraken over informele informatieverstrekking gelden, namelijk dat het de onderzoekers niet vrijstaat de documenten die zij hebben ontvangen, en die nog niet ‘formeel’ zijn vrijgegeven, vrijelijk te gebruiken indien een verschoningsrecht van toepassing is (…) – indien na identificatie een beroep wordt gedaan op een verschoningsrecht staat het jullie uiteraard vrij daartegen op te komen; wij zullen in dat geval ook ‘formeel’ een geschoond document aanleveren dat het informeel uitgeleverde document zal vervangen.
4. Nieuwe informatie-uitleveringen doen wij, ook conform jullie verzoek, vanaf nu uitsluitend ‘formeel’, dus na beoordeling op een eventueel verschoningsrecht
Op 11 januari, 25 januari en 1 februari 2019 hebben SNS Reaal c.s. “formeel” stukken verschaft aan de onderzoekers. In de brief van 11 januari 2019 spreken SNS Reaal c.s. de verwachting uit dat zij de onderzoekers uiterlijk op 8 februari 2019 (formeel) kunnen voorzien van alle documenten. Bijlage 3 bij de brief van SNS Reaal c.s. van 1 februari 2019 aan de onderzoekers is een lijst met individuele documenten ten aanzien waarvan SNS Reaal c.s. nog moeten bepalen of zij een beroep op een afgeleid verschoningsrecht zullen doen. Die lijst bevat 114 documenten waarvan het overgrote deel notulen zijn van het bestuur van SNS Reaal, de raad van commissarissen van SNS Reaal, het bestuur van SNS Bank, het bestuur van Property Finance en de raad van commissarissen van Property Finance.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft SNS Reaal c.s. bij monde van haar advocaten verklaard dat zij in 104 van de 114 documenten genoemd in bijlage 3 bij de brief van 1 februari 2019 informatie hebben aangetroffen ten aanzien waarvan zij zich op een afgeleid verschoningsrecht zullen beroepen. SNS Reaal c.s. hebben de desbetreffende passages weggelakt en hebben de aldus “geschoonde” stukken hangende de beslissing op het verzoek van de onderzoekers, nog niet aan de onderzoekers verstrekt en stellen dat per omgaande te kunnen doen.