Home

Gerechtshof Amsterdam, 15-06-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:1765, 20/00352

Gerechtshof Amsterdam, 15-06-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:1765, 20/00352

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
15 juni 2021
Datum publicatie
2 augustus 2021
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2021:1765
Formele relaties
Zaaknummer
20/00352

Inhoudsindicatie

In geschil is of belanghebbende een koersresultaat heeft genoten over een via haar door te geleiden dividend (toegekend op 1 juli 2011 en doorgeleid op 4 augustus 2011). Het Hof oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat in plaats van een dividend in CHF een dividend in USD zou zijn toegekend. Daarnaast zijn er geen feiten en omstandigheden gesteld of aannemelijk geworden op grond waarvan het aan belanghebbende toegekende recht op dividend ten gevolgen van een met de deelneming verband houdende oorzaak niet naar Nederland had kunnen worden overgemaakt (vergl. BNB 1977/162). En er zijn geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden op grond waarvan het aan belanghebbende toegekende recht op dividend naar maatstaven van goedkoopmansgebruik op het moment van toekenning een andere waarde had dan de nominale waarde (vergl. BNB 1988/232). Tot slot oordeelt het Hof dat voor zover het binnen de groep de bedoeling is geweest dat een koersrisico zou worden vermeden, daaruit niet volgt dat die bedoeling ook daadwerkelijk (juridisch) is geëffectueerd. Het hoger beroep is ongegrond.

Uitspraak

kenmerk 20/00352

15 juni 2021

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , gevestigd te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: mrs. F.G. Barnard, M.G.A. Maas en J. de Langen (Deloitte Belastingadviseurs B.V.),

tegen de uitspraak van 22 april 2020, in de zaak met kenmerk HAA 19/2025 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Met dagtekening 18 november 2017 heeft de inspecteur aan belanghebbende voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd naar een belastbaar bedrag € 12.379.844. Gelijktijdig is bij een afzonderlijke beschikkingen een vergrijpboete opgelegd ter grootte van € 532.940 en is € 947.190 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2.

Nadat belanghebbende tegen de onder 1.1 vermelde navorderingsaanslag en vergrijpboete bezwaar heeft gemaakt, heeft de inspecteur bij uitspraak van 28 maart 2019 het bezwaar tegen de vergrijpboete gegrond verklaard, de vergrijpboete vernietigd, en het bezwaar tegen de navorderingsaanslag Vpb ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft bij de uitspraak van 22 april 2020 het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld, ingekomen bij het Hof (per fax) op 4 juni 2020 en aangevuld bij brief van 3 juli 2020.

1.5.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 april 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de feiten als volgt vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank is belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’).

Feiten

1. Eiseres behoort tot een internationaal opererend concern dat zich bezighoudt met de productie van semiconductors, microcontrollers, microchips en andere onderdelen voor computers en elektrische apparaten. Het hoofdkantoor is gevestigd in [land 1] .

2. De activiteiten van eiseres bestaan voornamelijk uit het houden van deelnemingen in groepsvennootschappen. Zij houdt onder andere alle aandelen in [C] Sàrl , een in [land 2] gevestigde vennootschap. De enige aandeelhouder van eiseres is [A] , gevestigd in [land 1] .

3. [A] heeft een “Debt Payoff Plan – LJN FY2011” opgesteld. Dit stappenplan strekte ertoe USD 1,4 miljard aan groepsleningen uit de boeken te elimineren. De hierna in punten 4 tot en met 10 beschreven transacties worden in dit stappenplan niet concreet aangeduid.

4. Op 7 juni 2011 schreef [persoon x] , bestuurder van [C] Sàrl , een e-mail aan [persoon y] , senior paralegal bij [A] , waarin hij onder andere opmerkte:

“The proposed (maximum) dividends are:

 CHF 104m from [C] (to [X] )

 CHF 140m from [C] (to [C] )

Based on former discussion, I believe that the dividend from [C] (CHF 104m), when approved, should be booked against [naam groep] Trading (LJN CC1200) receivables.”

5. Op 1 juli 2011 hebben het bestuur en de aandeelhoudersvergadering van [C] Sàrl besloten tot uitkering van het dividend van (afgerond) CHF 104 miljoen. Het bestuursbesluit luidt, voor zover relevant:

“The managers unanimously resolve to propose to the quotaholder that CHF 104,754,917 (accumulated deficit at the beginning of the year of CHF 291,131,269 plus the net income for the year of CHF 395,886,186) shall be distributed as dividend for CHF 104,000,000 and carried forward on new account for CHF 754,917.”

Het aandeelhoudersbesluit neemt deze beslissing over in vrijwel gelijkluidende bewoordingen. Geen van beide besluiten specificeert wanneer het dividend zal worden voldaan.

6. Bij e-mail van 22 juli 2011 rapporteerde [persoon x] , bestuurder van [C] Sàrl , aan [persoon z] , bestuurder van [A] , dat goedkeuring was verkregen van de [land 2] belastingautoriteiten voor uitkering van de dividenden aan eiseres zonder inhouding van dividendbelasting.

7. Op 25 juli 2011 schreef [persoon x] in een e-mail aan [persoon z] onder meer het volgende:

“I knew we will book the [C] dividend against AR [accounts receivable, naar de Rechtbank begrijpt] of [naam groep] Trading, but I didn’t know we should also book the [C] dividend against AR of [naam groep] Trading.”

In dezelfde e-mail richtte hij het woord tot [persoon a] , die kennelijk eveneens werkzaam was binnen het [naam groep] -concern:

“Here is the proposed entries.

1) [C] dividend (CHF 104m towards [X] ):

1.a) [C] entries

 Debit: IC dividend expense (GL account 799011)

 Credit: IC [naam groep] Trading (diminution of AR balance)

1.b) [X] entries

 Debit: IC [naam groep] Trading

 Credit: IC dividend income (GL account 799010)

1.c) [naam groep] Trading entries

 Debit: IC [C] (diminution of AP [accounts payable, naar de Rechtbank begrijpt])

 Credit: IC [X]

2) [C] dividend (CHF 140m towards [C] ), if confirmed by [persoon z] [ [persoon z] , naar de Rechtbank begrijpt]:

1.a) [C] entries

 Debit: IC dividend expense (GL account 799011)

 Credit: IC [naam groep] Trading (diminution of AR balance)

1.b) [C] entries

 Debit: IC [naam groep] Trading (increase of AR balance???)

 Credit: IC dividend income (GL account 799010)

1.c) [naam groep] Trading entries

 Debit: IC [C] (diminution of AP balance)

 Credit: IC [C] (increase of AP balance???)

Can you confirm if these entries seem correct to you?”

8. [persoon a] reageerde hierop bij e-mail van 28 juli 2011 als volgt:

“I agree with your entries below. There is an additional entry needed for 1d – Trading will IC this to Corporate. Corporate and [persoon b] will book these entries. It is important that we book these at the same time as we are required to use the spot rate for these transactions and not the average rate – this will minimize FX impact.

There are still a few legal steps that need to be completed before these can be booked. [persoon z] will let us know – the likely timing is end of next week.”

9. Op 4 augustus 2011 hebben het bestuur en de aandeelhoudersvergadering van eiseres besloten tot uitkering van een interimdividend van CHF 104 miljoen. Het aandeelhoudersbesluit luidt, voor zover relevant, als volgt:

“ [A] […] hereby resolves, in accordance with the articles of association of [belanghebbendes]:

- to declare an interim distribution in the amount of CHF 104,000,000 to the undersigned by means of the distribution of receivables owing from [E] . in the form of a dividend; […]”

In het bestuursbesluit wordt, voor zover relevant, vermeld:

“It is hereby confirmed:

- that [belanghebbendes] has sufficient freely distributable reserves in accordance with article 216 paragraph 2 Book 2 Dutch Civil Code and is permitted to make the proposed interim distributions to its sole shareholder [A] by means of the distribution of receivables owing from [E] in the amount of CHF 104,000,000 in the form of a dividend; […]”

10. Op 4 augustus 2011 zijn de vorderingen overgedragen, eerst door [C] Sàrl aan eiseres, vervolgens door eiseres aan [A] . Beide dividenden zijn naar de koers op 4 augustus 2011 verantwoord in de financiële administratie van eiseres.

11. In haar aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2011 heeft eiseres beide dividenden verantwoord voor een bedrag van (afgerond) EUR 95.439.112, naar de koers op 4 augustus 2011 (CHF 1 = EUR 0,91768377). Eiseres voert haar financiële administratie en doet aangifte vennootschapsbelasting in EUR.

12. Bij het vaststellen van de navorderingsaanslag heeft verweerder het dividend van [C] Sàrl aan eiseres evenwel gewaardeerd tegen de koers op 1 juli 2011 (CHF 1 = EUR 0,81519524, resulterend in een dividend ten bedrage van € 84.780.305). Verweerder heeft op grond daarvan een valutaresultaat op de vordering uit hoofde van het dividend in aanmerking genomen van € 10.658.807.”

Partijen hebben geen bezwaren geuit tegen de door de rechtbank vastgestelde feiten. Het Hof zal eveneens van deze feiten uitgaan en voegt daar nog het volgende aan toe.

2.2.

In een e-mail van [persoon y] (senior paralegal bij [A] ) aan [persoon z] (bestuurder van [A] ) van 22 juli 2011 is onder meer het volgende vermeld:

“Let me know if you need anything further from Legal to proceed with the below distributions. I believe you already have the resolutions dated July 1, but let me know if you need me to resend them. Also, let me know when you are ready to proceed with the distribution of CHF 104M from [X] to [A] . I will send you Board and shareholder resolutions for review on Monday or Tuesday. [persoon c] is out most of next week, but may be able to sign resolutions on Thursday morning or Friday.”

2.3.

In een e-mail van [persoon z] aan [persoon y] van 22 juli 2011 (volgend op de onder 2.2 aangehaalde e-mail) is onder meer het volgende vermeld:

“The [land 2] resolutions should be sufficient. The resolutions relating to BV should be the same as last year’s. We should try to get the 104 through BV on the same day if possible so there are no FX issues. [persoon d] should be able to provide the correct rate to use.”

2.4.

In een door belanghebbende als bijlage 6 bij haar beroepschrift in eerste aanleg overgelegd overzicht in Excel is onder meer het volgende vermeld:

‘‘[land 2]

pays cash to [y] 10 107.639.130

[land 2] distributes [F] rec to [X] 11 125.000.000 5-31-11

[X] distributes [F] rec to [A] /pays down hybrid 11 125.000.000 5-31-11

[F] pays down payable to [A] 11 125.000.000 5-31-11’’

2.5.

In een door belanghebbende in hoger beroep overgelegde notariële akte van 1 juli 2020 is, als verklaring namens belanghebbende, [C] Sàrl (in de akte aangeduid als [C] ) en [A] (in de akte aangeduid als [A] ) (hierna ook: ‘the Parties’), onder meer het volgende vermeld:

“4. In implementation of the Debt Payoff Plan, on the first day of July two thousand eleven, [belanghebbende], in its capacity as shareholder of [C] , adopted a resolution ((…): the [land 2] Resolution) to distribute a dividend of an amount of one hundred four million [land 2] Francs ((…): the [land 2] Distribution), as set forth in a shareholders resolution which will be appended to this deed. 5. In implementation of the Debt Payoff Plan, on the fourth day of August two thousand eleven, [A] , in its capacity as shareholder of [belanghebbende], adopted a resolution ((…): the NL Resolution) to distribute a dividend of an amount of one hundred four million [land 2] Francs (…), as appears from a shareholders resolution which will be appended to this deed. As set forth in the NL Resolution, the distribution was to be made in kind by means of the distribution of the Receivable.6. On the fourth day of August two thousand eleven, the management board of [belanghebbende] resolved that [belanghebbende] has sufficient freely distributive reserves and to approve the distribution of the dividend to [A] (…).

7. In implementation of the Debt Payoff Plan, pursuant to the [land 2] Resolution, on the fourth day of August two thousand eleven [C] transferred the Receivable, as [land 2] Distribution, to [belanghebbende]. [Belanghebbende] in its turn (…) transferred on that same day the Receivable to [A] .(…)14. The Parties have recognized that the [land 2] Resolution and the NL Resolution do not fully reflect their intentions with regard to the [land 2] Distribution and the NL Distribution and the subsequent transfer of the Receivable, as further is evidenced by the PTT and the Emails, as well as the accounting entries of the Receivable in the books of the Parties. (…)II. PURPOSE OF CLARIFICATION AND SUMMARY(…)2. The Parties hereby wish to summarize their aforementioned clarifications as follows:a. the Parties agreed in advance to the Debt Payoff Plan as well as the obligations arising therefrom;b. the Parties have always intended that the Receivable should be distributed from [C] to [belanghebbende] and subsequently from [belanghebbende] to [A] economically on the same day, as is evidenced by the [land 2] Resolution, the NL Resolution, the PPT, the Excel File and the Emails;c. it has never been the intention of the Parties to have [X] hold the Receivable for its own account, but only to directly distribute it to [A] ;d. due to the obligation arising from [belanghebbendes] commitment to the Debt Payoff Plan a debt towards [A] was created as per the moment [belanghebbende] received the Dividend Claim.”

3 Geschil in hoger beroep

Evenals voor de rechtbank is in geschil of belanghebbende een koersresultaat heeft genoten over haar in 2011 toegekend dividend.

4 Oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 6. Kosten

7 Beslissing