Gerechtshof Amsterdam, 26-07-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2449, 21/01625 en 21/01626
Gerechtshof Amsterdam, 26-07-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2449, 21/01625 en 21/01626
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 26 juli 2022
- Datum publicatie
- 20 maart 2024
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:396
- Zaaknummer
- 21/01625 en 21/01626
- Relevante informatie
- Art. 40 WOZ, Art. 7:4 Awb
Inhoudsindicatie
WOZ-waarde woningen. Toezending op de zaak betrekking hebbende stukken. Geen schending van artikel 7:4 Awb of artikel 40, lid 2, van de Wet WOZ. De heffingsambtenaar heeft de waarde niet te hoog vastgesteld.
Uitspraak
Kenmerken 21/01625 en 21/01626
26 juli 2022
uitspraak van de dertiende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. A. Bakker)
tegen de uitspraak van 4 augustus 2021 in de zaken met kenmerken AMS 20/2218 en AMS 20/2305 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij op de voet van artikel 28 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) genomen beschikking van 28 augustus 2019 de waarde van de onroerende zaak [A-straat] [1] te [Z] voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 503.000.
De heffingsambtenaar heeft bij op de voet van artikel 28 van de Wet WOZ genomen beschikking van 28 augustus 2019 de waarde van de onroerende zaak [A-straat] [2] te [Z] voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 271.000.
De heffingsambtenaar heeft bij op de voet van artikel 28 van de Wet WOZ genomen beschikking van 28 augustus 2019 de waarde van de onroerende zaak [A-straat] [3] te [Z] voor het kalenderjaar 2019 vastgesteld op € 484.000.
De heffingsambtenaar heeft – na daartegen gemaakte bezwaren – bij uitspraken van
3 maart 2020 en 9 maart 2020 de vastgestelde waarden gehandhaafd. Belanghebbende heeft daartegen beroepen ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft bij de uitspraak van 4 augustus 2021 de beroepen ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak van de rechtbank door belanghebbende ingestelde hoger beroep is ingekomen op 15 september 2021 en aangevuld op 25 oktober 2021. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
De heffingsambtenaar heeft op 31 mei 2022 nadere stukken ingediend; belanghebbende heeft op 3 juni 2022 en 14 juni 2022 nadere stukken ingediend. De nadere stukken zijn over en weer in kopie aan partijen verzonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juni 2022. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat met deze uitspraak is meegezonden.
2 Feiten
Belanghebbende is eigenaar van het pand aan de [A-straat] [4] . Dat pand bestaat uit een woning met een tuin op de begane grond en twee bovenwoningen op één en twee hoog. De oppervlakte van de woning aan de [A-straat] [1] is ongeveer 57 m², van [A-straat] [2] is deze 49 m² en van [A-straat] [3] is deze 101 m².
Op 17 februari 2020 heeft een hoorzitting plaatsgevonden in verband met de door belanghebbende gemaakte bezwaren tegen de vastgestelde waarden van de woningen [A-straat] [1] , [A-straat] [2] en [A-straat] [3] . In de uitspraken op bezwaar (d.d. 3 maart 2020 en d.d. 9 maart 2020) staat daaromtrent - onder meer - het volgende vermeld:
“Van de onderscheidenlijke hoorzittingen zijn, in onderling overleg, digitale audio opnames gemaakt. Deze zijn schriftelijk uitgewerkt. Zowel de audio opnames als de schriftelijke uitwerkingen zijn u toegezonden.”
De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de door hem voor [A-straat] [1] op € 503.000 vastgestelde waarde in hoger beroep onder meer een matrix overgelegd (‘Overzicht taxatiewaarden’), met daarin opgenomen (verkoop)gegevens van een drietal objecten (hierna: de vergelijkingsobjecten). Hieronder staat het overzicht.
De (herleide) gemiddelde vierkantemeterprijs van het woningdeel van de vergelijkingsobjecten bedraagt (gecorrigeerd) volgens het overzicht € 6.494.
De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de door hem voor [A-straat] [2] op € 271.000 vastgestelde waarde in hoger beroep onder meer een matrix overgelegd (‘Overzicht taxatiewaarden’), met daarin opgenomen (verkoop)gegevens van een drietal objecten (hierna: de vergelijkingsobjecten). Hieronder staat het overzicht.
De (herleide) gemiddelde vierkantemeterprijs van het woningdeel van de vergelijkingsobjecten bedraagt (gecorrigeerd) volgens het overzicht € 6.589.
De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de door hem voor [A-straat] [3] op € 484.000 vastgestelde waarde in hoger beroep onder meer een matrix overgelegd (‘Overzicht taxatiewaarden’), met daarin opgenomen (verkoop)gegevens van een viertal objecten (hierna: de vergelijkingsobjecten). Hieronder staat het overzicht.
De (herleide) gemiddelde vierkantemeterprijs van het woningdeel van de vergelijkingsobjecten bedraagt (gecorrigeerd) volgens het overzicht € 5.891.
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is in hoger beroep in geschil of de WOZ-waarde van de woningen [A-straat] [1] , [A-straat] [2] en [A-straat] [3] te [Z] (hierna samen aangeduid als: de woningen) niet te hoog is vastgesteld.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.