Home

Gerechtshof Amsterdam, 01-03-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:882, 21/00227

Gerechtshof Amsterdam, 01-03-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:882, 21/00227

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
1 maart 2022
Datum publicatie
23 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2022:882
Formele relaties
Zaaknummer
21/00227

Inhoudsindicatie

Belanghebbende niet-ontvankelijk; procesbelang; materieel belang na het vernietigen van aanslagen; griffierecht een procesbelang?

Uitspraak

kenmerk 21/00227

1 maart 2022

uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , woonachtig te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AMS 19/6179 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

de ambtenaar belast met de heffing en invordering van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, de invorderingsambtenaar,

en

belanghebbende.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is een aanslag waterschapsbelasting 2019 (hierna: de aanslag) opgelegd. De invorderingsambtenaar heeft bij beschikkingen van 6 augustus 2019 en 3 september 2019, vanwege het niet tijdig betalen van de aanslag, aan belanghebbende aanmanings- en dwangbevelkosten in rekening gebracht.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanmanings- en dwangbevelkosten. De invorderingsambtenaar heeft in de uitspraak op bezwaar vermeld dat de aanmanings- en dwangbevelkosten door hem zijn ingetrokken.

1.3.

Belanghebbende heeft op 20 november 2019 beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 30 december 2020 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

1.4.

Het door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 11 februari 2021 en is nader aangevuld bij brief van 8 maart 2021. De invorderingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Partijen zijn uitgenodigd voor een onderzoek ter zitting op 9 februari 2022. Belanghebbende heeft op de dag van de geplande zitting per e-mail aan het Hof bericht dat hij niet ter zitting zal verschijnen vanwege ziekte. De invorderingsambtenaar heeft daarop telefonische kenbaar gemaakt dat hij ook niet ter zitting zal verschijnen. Het Hof heeft daarop het onderzoek gesloten.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft in haar brief met dagtekening 1 december 2020 het volgende aan belanghebbende geschreven:

“Over het beroep met zaaknummer AMS 19/6179 INW deel ik u het volgende mee.

De rechtbank heeft een brief ontvangen van Waternet, namens de heffingsambtenaar van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en de gem. Amsterdam. Ik stuur u hiervan een kopie.

Ik verzoek u mij mee te delen of u naar aanleiding van de inhoud van die brief uw beroep nog wilt handhaven. Indien u het beroep nog wilt handhaven, dan verzoek ik u mij mee te delen waarom u dat wilt.

(…)”

2.2.

Belanghebbende heeft in bij brief, door de rechtbank ontvangen op 21 december 2020, het volgende aan de rechtbank bericht:

“(…)

[X] ziet dan ook geen rede[n] om zijn procedure te moeten intrekken.

(…)”

3 Geschil in hoger beroep

In geschil is of de rechtbank het beroep van belanghebbende terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

4 Overwegingen van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing