Home

Gerechtshof Amsterdam, 10-08-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3017, 22/2281

Gerechtshof Amsterdam, 10-08-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:3017, 22/2281

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
10 augustus 2023
Datum publicatie
13 december 2023
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2023:3017
Zaaknummer
22/2281
Relevante informatie
Art. 17 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ

Inhoudsindicatie

WOZ 2021. Zeer achterstallig onderhoud woning overleden vader maakt niet dat woning op waardepeildatum onbewoonbaar was.

Uitspraak

kenmerk 22/02281

10 augustus 2023

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

erven [X], wonende te [Z] , belanghebbende,

tegen de uitspraak van 3 augustus 2022 in de zaak met kenmerk HAA 21/2729 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking met dagtekening 26 februari 2021 op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde (hierna: de WOZ-waarde) van de woning aan het adres [A-straat] te [Z] (hierna: de woning) voor het kalenderjaar 2021 naar waardepeildatum 1 januari 2020 vastgesteld op € 254.000. In hetzelfde geschrift is de aanslag onroerendezaakbelasting 2021 bekendgemaakt.

1.2.

Het daartegen gemaakte bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend 7 juni 2021, gegrond verklaard. De WOZ-waarde is verminderd naar € 206.000.

1.3.

Belanghebbende1 heeft bij brief van 23 juni 2021, door de rechtbank ontvangen op 24 juni 2021, beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 3 augustus 2022 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen de uitspraak van de rechtbank door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 8 september 2022. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft nadere stukken ingediend op 23 februari, 13 maart en 4 april 2023.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 mei 2023. Tijdens dit onderzoek heeft het Hof het onderhavige hoger beroep gezamenlijk behandeld met het hoger beroep van belanghebbende met kenmerk 22/02280. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (belanghebbende en de heffingsambtenaar worden in de uitspraak van de rechtbank aangeduid als ‘eiseres’ respectievelijk ‘verweerder’):

“1. Eiseres is genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de woning. De woning is een hoekwoning. De inhoud van de woning is 248 m³ en de oppervlakte van het perceel is 172 m². De woning is voorzien van een dakopbouw, een aanbouw en een vrijstaande berging/schuur.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn betwist zal ook het Hof daarvan uitgaan. Hieraan voegt het Hof nog het volgende toe.

2.3.

De heffingsambtenaar heeft de door hem in bezwaar nader vastgestelde WOZ-waarde laten toetsen door de heer [A] , taxateur onroerende zaken verbonden aan [B] te [plaats 1] . De heer [A] had de woning in de bezwaarfase al inpandig opgenomen, te weten op 21 mei 2021, hetgeen leidde tot een vermindering van de waarde tot op € 206.000.

Voor de beroepsfase heeft de heer [A] nog de volgende matrix opgemaakt:

[afbeelding]

2.4.

Belanghebbende heeft de door haar voorgestane WOZ-waarde ad € 195.000 op haar beurt onderbouwd met een taxatierapport opgemaakt op 6 april 2021 door de heer [C] , taxateur verbonden aan [D] B.V. te [plaats 2] . De heer [C] heeft ter onderbouwing van de door hem vastgestelde WOZ-waarde verkoopcijfers genoemd van de woningen [B-straat] 51 (verkocht op 16 januari 2018), [C-straat] (verkocht op 15 maart 2018) en [B-straat] 43 (verkocht op 5 december 2018). In dit taxatierapport is de woning van belanghebbende verder als ‘onbewoonbaar’ aangemerkt.

3 Geschil in hoger beroep

In hoger beroep is, net als in beroep, in geschil of de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld.

4 Overwegingen van de rechtbank

5 5. Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing