Home

Gerechtshof Amsterdam, 09-03-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:721, 22/00188 tot en met 22/00190

Gerechtshof Amsterdam, 09-03-2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:721, 22/00188 tot en met 22/00190

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
9 maart 2023
Datum publicatie
29 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2023:721
Zaaknummer
22/00188 tot en met 22/00190
Relevante informatie
Art. 1 BPB, Art. 8:108 Awb

Inhoudsindicatie

Partijen houdt ook in hoger beroep verdeeld of de uitnodigingen tot betaling terecht aan belanghebbende zijn uitgereikt. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de goederen dienen te worden ingedeeld onder post 3004 (standpunt belanghebbende; tarief 0%) dan wel onder post 3808 (standpunt inspecteur; tarief 6%) van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN).

Uitspraak

kenmerken 22/00188 tot en met 22/00190

9 maart 2023

uitspraak van de meervoudige douanekamer

op het hoger beroep van

[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,

(gemachtigde: mr. T.H. Scheer)

tegen de uitspraak van 1 februari 2022 in de zaken met kenmerken HAA 19/5323 tot en met HAA 19/5325 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De inspecteur heeft met dagtekening 6 februari 2018 aan belanghebbende een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) uitgereikt voor een bedrag van € 2.552,07 aan douanerechten.

1.1.2.

De inspecteur heeft met dagtekening 26 februari 2018 aan belanghebbende een utb uitgereikt voor een bedrag van € 1.364,16 aan douanerechten.

1.1.3.

De inspecteur heeft met dagtekening 26 februari 2018 aan belanghebbende een utb uitgereikt voor een bedrag van € 1.358,98 aan douanerechten.

1.2.

De tegen deze utb’s door belanghebbende gemaakte bezwaren heeft de inspecteur bij uitspraken op bezwaar van 2 oktober 2019 afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 1 februari 2022 de beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 16 maart 2022. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Het Hof heeft op 19 januari 2023 een nader stuk ontvangen van belanghebbende. Een afschrift van dit stuk is aan de inspecteur gezonden.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 januari 2023. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden .

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):

“Feiten

1.1

Eiseres houdt zich bezig met de handel in en het vervaardigen van diergezondheidsproducten, waaronder farmaceutische producten, sera en vaccins, voedingsmiddelen voor dieren, apparaten, instrumenten en dienstverlening voor de veterinaire praktijk en chemische producten.

1.2

Op 20 november 2017 plaatst [bedrijf] op naam en voor rekening van eiseres met de aangifte met nummer eindigend op [#1] goederen onder de regeling ‘brengen in het vrije verkeer’. In artikel 1 worden de goederen omschreven als “diergeneesmiddelen, t.w. [A] Spot-On Cat voor bestrijding en preventie van vlooieninfestaties”. In artikel 2 worden de goederen omschreven als “diergeneesmiddelen, t.w. [A] Spot-on Cat voor bestrijding en preventie van vlooieninfestaties. (gratis levering) -bijpak bij art.1-”. De vermelde goederencode (hierna ook: GN-code) is 3004 9000.

1.3

Eveneens op 20 november 2017 plaatst [bedrijf] op naam en voor rekening van eiseres met de aangifte met nummer eindigend [#2] goederen onder de regeling ‘brengen in het vrije verkeer’. In artikel 1 worden de goederen omschreven als “diergeneesmiddelen, t.w. [A] Spot-On Dog voor bestrijding en preventie van vlooieninfestaties”. In artikel 2 worden de goederen omschreven als “diergeneesmiddelen, t.w. [A] Spot-on Dog voor bestrijding en preventie van vlooieninfestaties. (gratis levering) -bijpak bij art.1-”. De vermelde goederencode is 3004 9000.

1.4

Eveneens op 20 november 2017 plaatst [bedrijf] op naam en voor rekening van eiseres met de aangifte met nummer eindigend opWD58 goederen onder de regeling ‘brengen in het vrije verkeer’. In de aangifte worden de goederen omschreven als “diergeneesmiddelen, t.w. [A] Spot-On Dog voor bestrijding en preventie van vlooieninfestaties”. De vermelde goederencode is 3004 9000.

1.5

De onder de handelsbenamingen [A] Spot-On Cat en [A] Spot-On Dog

aangeboden goederen zijn vloeistoffen in pipetten, in een verpakking met één of twee pipetten. De pipetten worden leeggedrukt op de huid van de kat, achter de schedelbasis ( [A] Spot-On Cat ), of hond, tussen de vacht ( [A] Spot-On Dog). De vloeistof bevat een mengsel van fluranaler, diethyltoluamide (ook wel bekend als DEET), dimethylacetamide, glycofurol en aceton en wordt op katten c.q. honden aangebracht met het oog op het doden van vlooien, teken en (oor)mijt. De werkzame stof is fluralaner. Volgens de gebruikershandleiding bevat iedere ml 280 mg fluralaner.

1.6

De drie aangiften zijn aan een verificatie onderworpen. Bij de aangiften met de nummers eindigend op [#1] en eindigend op [#3] wordt alleen het eerste artikel van de aangifte gecontroleerd. Op 21 november 2017 zendt verweerder drie kennisgevingen aan eiseres waarin hij aangeeft dat hij van plan is om de indeling van de gecontroleerde goederen (voor zover thans van belang) te wijzigen naar GN-code 3808 91 90 90.

1.7

Bij e-mail van 19 december 2017 wordt namens eiseres op het voornemen gereageerd. Daarin vindt verweerder echter geen aanleiding om van de voorgenomen correctie af te zien. De verificatie wordt op 6 respectievelijk 26 februari 2018 beëindigd en eiseres wordt uitgenodigd tot betaling zoals hiervoor onder het procesverloop is vermeld.”

2.2.

Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden zal ook het Hof daarvan uitgaan.

3 Geschil in hoger beroep

3.1.

Partijen houdt ook in hoger beroep verdeeld of de uitnodigingen tot betaling terecht aan belanghebbende zijn uitgereikt. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de goederen dienen te worden ingedeeld onder post 3004 (standpunt belanghebbende; tarief 0%) dan wel onder post 3808 (standpunt inspecteur; tarief 6%) van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN).

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.

4 Juridisch kader

5 Het oordeel van de rechtbank

6 Beoordeling van het geschil in hoger beroep

7 Kosten

8 Beslissing