Home

Gerechtshof Amsterdam, 11-06-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2025, 22/2503

Gerechtshof Amsterdam, 11-06-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2025, 22/2503

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Datum uitspraak
11 juni 2024
Datum publicatie
24 juli 2024
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2024:2025
Zaaknummer
22/2503
Relevante informatie
Art. 28 WOZ, Art. 17 WOZ, Art. 40 WOZ

Inhoudsindicatie

WOZ-waarde woning.

Uitspraak

kenmerk 22/2503

11 juni 2024

uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: mr. A. Bakker

tegen de uitspraak van 2 november 2022 in de zaak met kenmerk AMS 22/262 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking als bedoeld in artikel 28 van de Wet Waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] [1] te Amsterdam (hierna: de woning) op de waardepeildatum 1 januari 2014 voor het belastingjaar 2015 vastgesteld op € 380.000.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar het bezwaar ongegrond verklaard en de waarde van de woning gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 2 november 2022 het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Het tegen deze uitspraak door belanghebbende ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 13 december 2022. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 april 2024. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

2.1.

De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als ‘eiser’):

“1. Eiser is eigenaar van de woning. Het gaat om een bovenwoning met dakterras. Het woningdeel heeft een oppervlakte van ongeveer 127 m2.”

2.2.

Het Hof gaat uit van de hiervoor vermelde feiten en voegt hier het volgende aan toe.

2.3.

De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de door hem voorgestane waarde van € 380.000 onder meer een matrix overgelegd. De heffingsambtenaar heeft de door hem voorgestane waarde onderbouwd met de referentieobjecten [b-straat] [1] , [c-straat] [1] en [a-straat] [2] , zie hieronder.

De (herleide) gemiddelde vierkantemeterprijs van het woningdeel van de vergelijkingsobjecten, geneutraliseerd voor kwaliteit, onderhoud en ligging bedraagt volgens het overzicht € 3.438. De niet-geneutraliseerde (werkelijke) gemiddelde vierkantemeterprijs bedraagt volgens het overzicht € 3.557.

2.4.

De woning is in 2020 verkocht. De heffingsambtenaar heeft in hoger beroep de verkoopadvertentie van de woning (vermelde vraagprijs € 800.000) verstrekt. In de verkoopadvertentie staat onder meer:

“De woning is compleet gerenoveerd in 2012, (…)

- Compleet intern gerenoveerd in 2012;

- Renovatie openslaande deuren en ramen achterzijde in 2018;
(…)”

3 Geschil in hoger beroep

Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of de WOZ-waarde van de woning te hoog is vastgesteld.

4 Het oordeel van de rechtbank

5 Beoordeling van het geschil

6 Kosten

7 Beslissing