Gerechtshof Amsterdam, 17-07-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2297, 23/1193
Gerechtshof Amsterdam, 17-07-2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2297, 23/1193
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 17 juli 2024
- Datum publicatie
- 3 september 2024
- Zaaknummer
- 23/1193
- Relevante informatie
- Art. 7 Wet DB, Art. 19 AWR, Art. 20 AWR, Art. 67c AWR
Inhoudsindicatie
Het Hof heeft de bagatelgrens bij overschrijding van de redelijke termijn bij boetezaken opgetrokken en de uitgangspunten in lijn gebracht met de jurisprudentie van de Hoge Raad. Vanaf heden hanteert het Hof de in de uitspraak aangegeven uitgangspunten voor het bieden van compensatie voor schending van artikel 6 EVRM vanwege termijnoverschrijding. In deze zaak is tevens aan de orde een naheffingsaanslag dividendbelasting, beschikking verzuimboete en belastingrente. In geschil is of aan belanghebbende terecht en tot een juist bedrag een boete is opgelegd en of aan belanghebbende terecht en tot een juist bedrag belastingrente in rekening is gebracht.
Uitspraak
kenmerk 23/1193
16 juli 2024
uitspraak van de vijfde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraak van 1 september 2023 in de zaak met kenmerk HAA 21/2205 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Op 30 juni 2020 is aan belanghebbende een naheffingsaanslag dividendbelasting opgelegd ten bedrage van € 52.050 aan verschuldigde dividendbelasting. Bij gelijktijdig gegeven beschikking is een verzuimboete van € 1.561 opgelegd en een bedrag van € 868 aan belastingrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aan haar opgelegde boete en tegen het aan haar in rekening gebrachte bedrag aan belastingrente. Het bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak van 2 april 2021 ongegrond verklaard.
Tegen de uitspraak op bezwaar heeft belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 1 september 2023 heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft vervolgens nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 mei 2024. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (belanghebbende en de inspecteur worden in de uitspraak van de rechtbank aangeduid als ‘eiseres’ respectievelijk ‘verweerder’):
“1. Eiseres heeft op 31 december 2019 een bedrag van € 347.000 dividend ter beschikking gesteld. Verweerder heeft de aangifte dividendbelasting op 10 januari 2020 ontvangen. Voor zover van belang is het volgende op het aangifteformulier vermeld:
“Vul het formulier op uw computer in, druk het af en stuur het ondertekend naar:
Belastingdienst/Centrale Invoer
Antwoordnummer 21030
6400 XD Heerlen
Aangifte doen en betalen
U moet aangifte doen en betalen binnen 1 maand na de dag waarop het dividend beschikbaar is gesteld. (…) Betaalt u niet of niet op tijd? Dan kan er een naheffingsaanslagen volgen. Ook daarvoor kunt u een boete krijgen.
Hoe betaalt u?
Maak voor iedere aangifte afzonderlijk het bedrag over op rekeningnummer [rekeningnummer] van de Belastingdienst in Apeldoorn. Vermeld altijd het aangiftenummer dat u hieronder zelf samenstelt bij ‘Uw aangiftenummer’.
(…)
8 Verzamelstaat
(…)
Maak dit bedrag over op rekeningnummer [rekeningnummer] van de Belastingdienst in Apeldoorn. Vermeld ook uw aangiftenummer.
10 Ondertekening
(…)
Zet op elke bijlage de naam en het RSIN/fiscaal nummer van de vennootschap.”
2. Omdat de betaling niet binnen een maand na de dividenduitkering heeft plaatsgevonden, heeft verweerder een naheffingsaanslag dividendbelasting aan eiseres opgelegd van € 52.050, een verzuimboete van € 1.561 en belastingrente in rekening gebracht ten bedrage van € 868.
3. Op de website van de Belastingdienst staat het volgende vermeld:
“Ik ben te laat met betalen - wat nu?
Bent u net iets te laat met betalen? Geen paniek. Als u zo snel mogelijk betaalt, kost het u misschien niets. Maar als de betaaldatum al wat langer geleden is, kost het u meestal extra geld.
Kies welke situatie voor u geldt:
U moet een belastingschuld betalen en u krijgt met een voorlopige aanslag belasting terug
U hebt een betalingsherinnering gekregen
U hebt een aanmaning gekregen
U hebt een dwangbevel gekregen
Bent u te laat met betalen? Dan betaalt u altijd invorderingsrente. U betaalt rente vanaf de uiterste betaaldatum. Lees meer op 'Invorderingsrente'.
Kunt u de aanslag niet betalen?
Bel dan zo snel mogelijk de BelastingTelefoon: 0800 – 0543. Dan zoeken wij samen met u naar een passende oplossing. Misschien kunt u uitstel van betaling krijgen of een betalingsregeling afspreken. Wilt u de brief bij de hand houden? Dan kunnen wij u sneller helpen.”
Het Hof gaat uit van de hiervoor vermelde feiten.
3 Geschil in hoger beroep
In hoger beroep is in geschil of aan belanghebbende terecht en tot een juist bedrag een boete is opgelegd en of aan belanghebbende terecht en tot een juist bedrag belastingrente in rekening is gebracht.